' Autoredacteur Niek Schenk antwoordt: 'Invoegen is een bijzondere verrichting, dus moet je als invoeger voorrang verlenen aan het doorgaand verkeer. Al is er natuurlijk niks op tegen als je de ander helpt door een strook op te schuiven of even snelheid terug te nemen als dat kan.
Invoegende en uitvoegende weggebruikers moeten voertuigen die op dezelfde rijbaan blijven rijden voor laten gaan. Blijft iemand dus op het weefvlak rijden en wisselt hij niet van rijstrook, dan heeft hij voorrang op iemand die wel van rijstrook wisselt en dus een bijzondere verrichting doet.
Invoegen is een bijzondere verrichting waarbij voorrang wordt verleend aan de bestuurders op de doorgaande rijbaan. Hierbij vinden we het als invoegende bestuurder heel normaal dat de auto's op de doorgaande baan even inhouden of een strook opschuiven om ruimte te maken.
Om veilig in te voegen, is het belangrijk dat u even hard rijdt als het andere verkeer op de snelweg. Gebruik de invoegstrook daarom om op snelheid te komen, zodat u er makkelijk tussen kunt komen. Rijdt u te langzaam, dan moeten andere weggebruikers op de rem trappen.
Tips bij het uitvoegen
Geef tijdig (300 meter van te voren) richting aan naar rechts, maar wel nadat je gekeken hebt naar voren, in je binnenspiegel, voren, rechter buitenspiegel en over je rechter schouder. Kijk voor dat je uitvoegt nog een keer of het veilig is om op te schuiven!
Invoegen is een bijzondere verrichting. Dat betekent dat je voorrang moet verlenen aan bestuurders op de doorgaande rijbaan. Toch vinden we het heel normaal dat auto's even inhouden of een strook opschuiven om ruimte te maken voor de invoeger.
In zo'n situatie raadt Maaskant aan vooral niet stil te gaan staan. "Kan je niet invoegen, stop dan nooit op de invoegstrook, maar rij door over de vluchtstrook. Besef daarbij wel dat je waarschijnlijk een inschattingsfout hebt gemaakt bij het zoeken naar vrije ruimte."
Kijken: kijk of de uitvoegstrook vrij is en of er bijvoorbeeld geen file staat; Richting aangeven: geef richting aan naar rechts; Uitvoegen: als je veilig kunt uitvoegen, schuif je door naar de uitvoegstrook; Snelheid minderen: minder je snelheid pas zodra je op de uitvoegstrook rijdt.
Rechts heeft voorrang, met uitzonderingen
Er zijn een aantal uitzonderingen. Bestuurders op een onverharde weg verlenen voorrang aan bestuurders op een verharde weg. Bestuurders verlenen voorrang aan een tram. Alle weggebruikers moeten bestuurders van een voorrangsvoertuig voor laten gaan.
Wat moet je doen als je niet kunt invoegen? Op het einde van de invoegstrook stoppen, en wachten totdat je ertussen kan. NIET over de vluchtstrook doorrijden.
Wie is aansprakelijk voor een ongeval tijdens het ritsen? In de regel geldt dat, als u van rijstrook wisselt, u een manoeuvre uitvoert en geen voorrang hebt op andere voertuigen. Bij een ongeval bent u dan aansprakelijk voor de schade. Máár de wegcode beschouwt ritsen wanneer dat verplicht is, níét als een manoeuvre.
Als een bestuurder van rijstrook wisselt tijdens het ritsen moet een bestuurder voorrang verlenen. Als beide bestuurders van rijbaan wisselen bij het ritsen moeten beide bestuurders voorrang verlenen. Daarnaast kan van belang zijn met welke snelheid en met welke afstand een bestuurder invoegt.
Gewenste versnelling Rijd in de 4de versnelling de snelweg op. In de 4de versnelling kan de auto meer kracht leveren als je in een korte tijd sneller moet gaan rijden. Schakel op de eerste rijstrook van de snelweg door naar de 5de versnelling als je tegen de 100 kilometer per uur rijdt.
Te dicht invoegen achter een ander voertuig dat zich al op de doorgaande rijbaan bevindt moet je voorkomen. Als je moet stoppen omdat er bijvoorbeeld geen ruimte is om in te voegen, bijvoorbeeld bij file, doe dat dan aan het begin van de invoegstrook, dan heb je nog de tijd snelheid te maken.
Door volledig gebruik te maken van de invoegstrook kun je je snelheid zoveel mogelijk aanpassen aan de snellere strook doordat je meer tijd hebt om op snelheid te komen.
Veel mensen zullen niet eens weten wat een uitritconstructie eigenlijk is, al komen ze er dagelijks over. En dat betekent nogal wat: volgens de verkeersregels in Nederland moet iedereen die een uitrit verlaat al het kruisende verkeer voorrang verlenen, zelfs voetgangers.
De regel rechts heeft voorrang gaat voor op de regel van rechtdoorgaand verkeer. In dit geval moet auto C dus voorrang verlenen aan auto A. Omdat C nu voorrang moet verlenen aan A blijft B over. B krijgt dus voorrang van B en C.
Ten eerste, in Nederland verleen je altijd voorrang aan bestuurders van rechts op een GELIJKWAARDIGE weg. Dit betekent, bestuurders die uit de straat rechts van jou komen en dus NIET iemand die bijvoorbeeld rechts van jou voorgesorteerd staat.
Bij een weefstrook (gecombineerd in, en uitvoegen) is het verstandig om het verkeer dat zich op de doorgaande weg bevind, voor te laten gaan. Dus als jij wilt invoegen, en iemand anders wil vanaf de doorgaande weg uitvoegen, gaat degene op de doorgaande weg voor.
Reacties. "Er geldt geen minimumsnelheid voor het wegverkeer. Wel kunt u een boete krijgen als u zo langzaam rijdt dat u het overige verkeer hindert of in gevaar brengt." Dus nee, niet per se, maar je mag overig verkeer niet in gevaar brengen.
Voordat je gaat terugschakelen begin je altijd eerst met snelheid aanpassen, dus gas los laten (de auto gaat afremmen op de motor), daarna remmen met het rempedaal (remsysteem) en als laatste moet je het koppelingspedaal intrappen om te kunnen terugschakelen naar een lagere versnelling.
Invoegstroken voor werkverkeer
- De beginsnelheid bij het invoegen is gesteld op 0 tot 10 km/h vanwege de beperking bij het uitrijden van het werkvak. - Op rechts gelegen invoegstroken is de snelheid waarmee het verkeer invoegt is 0,75 van de (tijdelijke) maximum snelheid, met een maximum van 60 km/h (0,75 x 80 km/h).
Autosnelwegen zijn snelle wegen. Traag rijden is er zeker geen synoniem voor veiligheid. Ook op de autosnelweg bent u verplicht om rechts te rijden, dit wil zeggen op de rechterrijstrook. Wijzig enkel van rijstrook als dit echt nodig is, bijvoorbeeld om in te halen of om een bepaalde richting te kiezen.
Je hoort weleens mensen zeggen dat invoegend verkeer in Duitsland voorrang heeft. Dat is niet zo: het verkeer op de snelweg heeft voorrang. Maar je zult merken dat mensen wel vaak aan de kant gaan voor invoegend verkeer, met name omdat de invoegstroken aan de korte kant zijn.