De rechtsprekende macht (Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, rechtbanken, gerechtshoven en Hoge Raad) controleert de toepassing van wetten en regelgeving. De trias politica is in Nederland niet volledig aanwezig.
De uitvoerende macht moet rekening houden met de wetgevende macht. De uitvoerende macht mag alleen zaken uitvoeren die in de wet staan. Het parlement controleert de regering. Als de regering haar werk niet goed doet, dan kan het parlement de regering ten val brengen.
De Franse filosoof Montesquieu is de bedenker van de driemachtenleer, ook wel de trias politica genoemd. Volgens Montesquieu's theorie dient de staat zo ingericht te zijn dat drie machten van elkaar gescheiden zijn en elkaars functioneren bewaken.
De uitvoerende macht wordt uitgeoefend door de koning en zijn regering van ministers en staatssecretarissen. De rechterlijke macht doet uitspraak over geschillen en wordt uitgeoefend door hoven en rechtbanken. Ze controleert ook de wettelijkheid van de daden van de uitvoerende macht.
De rechterlijke macht bewaakt de rechtsstaat, de onafhankelijkheid van de rechtspraak en garandeert gelijke rechten voor iedereen. De Rechtspraak is onafhankelijk en valt niet onder het gezag van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Iedereen heeft recht op eerlijke, onafhankelijke en onpartijdige rechtspraak.
De wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht zijn hierin van elkaar gescheiden. De drie machten zijn onafhankelijk van elkaar, en controleren elkaars functioneren.
De uitvoerende macht, die voert dingen uit. Dit is bijvoorbeeld de politie, maar ook het leger.
Daarnaast moet een rechter spreken op basis van wetten, verdragen en jurisprudentie. Wanneer een burger het niet eens is met de uitspraak van de rechter, kan de burger in hoger beroep gaan. Een hogere rechter gaat de hele zaak dan opnieuw behandelen. Zo wordt de rechterlijke macht gecontroleerd.
De regering maakt wetten in samenwerking met de Eerste en Tweede Kamer (wetgevende macht). Een wet begint met een wetsvoorstel en is klaar na publicatie in het Staatsblad.
Het ontstaan van de Trias Politica
Montesquieu vond dat de macht niet bij een persoon of bepaalde groep moest liggen, maar vond juist dat er drie politie groepen moesten zijn (wetgevende macht, uitvoerende macht en rechtsprekende macht) die op elkaar zouden letten.
Montesquieu stelt dat er in iedere samenleving drie machten zijn, namelijk de wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechtsprekende macht. Deze machten moeten verspreid zijn over de samenleving, zodat zij elkaar in evenwicht kunnen houden.
Grondwettelijk is de koning het staatshoofd en maakt hij deel uit van de regering. Ook heeft hij een rol in de kabinetsformatie en het wetgevende proces. Hij moet elke wet ondertekenen om deze in werking te doen treden.
Montesquieu (1689-1755) is de geestelijk vader van de scheiding van machten in een wetgevende, een uitvoerende en een rechterlijke macht (Trias Politica). Daarmee wordt hij een belangrijke grondlegger van de rechtsstaat en ons politieke bestel.
Onderzoek in hoeverre de Europese Unie (EU) voldoet aan rechtsstatelijke eisen. Het onderzoek kijkt daarvoor naar 2 kernaspecten van de rechtsstaat: de Trias Politica (scheiding tussen de wetgevende, bestuurlijke en rechterlijke macht) en het systeem van checks and balances (controle en tegenwichten).
Een parlementaire democratie is een representatieve democratie waarbij de burgers via gekozen vertegenwoordigers in het parlement, de wetgevende macht, invloed hebben op het beleid. In het parlementair systeem ontleent de uitvoerende macht, de regering, haar mandaat aan het vertrouwen van het parlement.
De wetgevende macht, de uitvoerende macht en de rechterlijke macht zijn hierin van elkaar gescheiden. De drie machten zijn onafhankelijk van elkaar, en controleren elkaars functioneren. Op deze wijze houden de machten elkaar in evenwicht, en zal er nooit sprake zijn van absolute macht.
Een wet in formele zin wordt door de hoogste wetgever, dat zijn de regering en Staten-Generaal gezamenlijk, vastegesteld en niet door enig ander overheidsorgaan. Opmerking verdient nog dat ook de Grondwet een wet in formele zin en tevens materiële zin is.
De federale overheid maakt wetten. De regionale overheden, zoals de Vlaamse overheid, vaardigen decreten uit, met uitzondering van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest dat ordonnanties en verordeningen maakt. De provinciale en lokale overheden maken reglementen.
Die bestaat uit de ministers en staatssecretarissen en wordt geleid door de eerste minister. De ministers vormen samen de ministerraad. Officieel zit de koning deze voor, maar die doet dat in de praktijk nooit tenzij voor symbolische aangelegenheden.
Het parket bij de Hoge Raad staat los van het Openbaar Ministerie en de leden zijn onafhankelijk van regering en parlement. De voornaamste taak van de procureur-generaal is het geven van juridische adviezen, zogenoemde conclusies, aan de Hoge Raad.
Alhoewel de president feitelijk de 'baas' is, kan hij geen andere rechters ontslaan en heeft hij geen invloed op beslissingen van andere rechters. De president houdt zich hoofdzakelijk bezig met het uniformeren van de rechtspraak binnen zijn rechtbank.
Volgens de Grondwet worden rechters voor het leven benoemd. Dit is een waarborg voor de onafhankelijkheid van de rechtspraak. Het kan voorkomen dat een rechter tijdelijk (schorsing) of blijvend (ontslag) uit zijn/haar functie moet worden ontheven.
De Koning heeft, bij uitsluiting en zonder restrictie, de volle uitoefening der Regering en van alle de Magt, benoodigd om de uitvoering der Wetten van den Staat te verzekeren, en dezelve te doen eerbiedigen. De uitvoerende magt berust bij den Koning.
Naast de gewone rechterlijke macht onderscheidt men de bijzondere gerechten. Het betreft hier in het bijzonder de administratieve gerechten: de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, de Centrale Raad van Beroep, het College van Beroep voor het bedrijfsleven en de Raad voor de Rechtspraak.
Het parlement heeft twee taken, de regering te controleren en samen met de regering nieuwe wetten te maken. Het Nederlandse parlement wordt in de Grondwet de Staten-Generaal genoemd. De Staten-Generaal bestaat uit twee Kamers, de Eerste Kamer en de Tweede Kamer.