Geef je kind op een dag ongeveer 150 milliliter flesvoeding per kilo van zijn gewicht. Als je kind 5 kilo weegt, heeft het op een dag dus ongeveer 750 milliliter voeding nodig. Dat zijn dus bijvoorbeeld 10 flesjes van 75 ml, of 9 flesjes van 80-85 ml. Dit is echt een richtlijn en geen wet.
Forceer je kind niet om een fles leeg te drinken. Een kind van 4 kg drinkt gemiddeld 440 à 750 ml flesvoeding per dag. Dit kan over de dag verdeeld worden volgens het ritme van je kind. Dit kunnen 8 porties zijn van 55 à 95 ml per fles of 7 porties van 60 à 110 ml per fles of 6 porties van 75 à 125 ml per fles.
Hoeveel flesvoeding (kunstvoeding, zuigelingenvoeding) je kind nodig heeft, hangt af van zijn gewicht. Algemeen geldt een richtlijn van 150 ml per kilo lichaamsgewicht per 24 uur.
Hoeveelheid flesvoeding
Hoeveel flesvoeding je kind dagelijks nodig heeft, is afhankelijk van zijn gewicht. Over het algemeen geldt een richtlijn van 150 ml per kilo lichaamsgewicht per 24 uur. Weegt je baby bijvoorbeeld 4 kilo, dan is 4 x 150 ml = 600 ml voldoende.
Je kan aanhouden dat je baby ongeveer 150 ml melk per kilogram lichaamsgewicht per dag nodig heeft. Een voorbeeld: weegt je baby 3,5 kg, dan is er dus 3,5 x 150 ml = ongeveer 525 ml nodig per dag. Dit kan je geven in zeven voedingen van 75 ml, verdeeld over de dag.
Vaak gaat een overproductie gepaard met een sterke melkstroom. De baby kan veel lucht binnenkrijgen, zich verslikken en kokhalzen tijdens de voeding. Ook kan er sprake zijn van een onbalans in de lactose-vetverhouding, waardoor de baby meer last kan krijgen van krampen en waterig groene ontlasting heeft.
Van te veel flesvoeding kan je kind te zwaar worden. Een voeding duurt 20-30 minuten. Geef het flesje in ieder geval niet langer dan een half uur en gooi restjes weg. Duurt een voeding korter dan 20 minuten, neem dan af en toe een pauze.
De ene baby wil vaker drinken en heeft meer honger dan de andere. Zowel voor borstvoeding als voor flesvoeding geldt: als uw baby duidelijk laat merken dat hij honger heeft, dan is het tijd om te voeden. U voedt dus op verzoek van uw baby. Niet iedere baby drinkt even vaak en even veel.
Borstvoeding geeft u op verzoek of ongeveer om de drie uur. Ook bij flesvoeding kunt u kiezen voor voeden op verzoek of ongeveer om de drie tot vier uur. Als uw baby overdag een langer dutje doet, kunt u hier vier uur tussen twee voedingen aanhouden.
Bij flesvoeding kun je van 6 voedingen naar 5 voedingen wanneer je baby er aan toe is. Dit is meestal rond de 6 weken. Omdat je één voeding minder geeft kun je meer voeding aanbieden bij flesvoeding waardoor je baby meer tevreden is na de voeding en het langer vol kan houden.
De algemene richtlijn stelt: geef je baby 150 milliliter per kilo van zijn of haar gewicht, per 24 uur. Voorbeeld: is je kindje 4 kilo, dan zal hij of zij ongeveer 600 milliliter melk nodig hebben. Dat komt bij 8 voedingen neer op 75 ml per voeding, bij 7 voedingen op ongeveer 85 ml, bij 6 voedingen op 100 ml, etc.
Zeker de eerste weken willen baby's soms een paar uur lang vaker en meer drinken, we noemen dat 'clusteren'. Meestal doen ze dat in de late middag- en vroege avonduren. Clusteren komt vaak voor. Uw baby kan zo langer doorslapen, omdat hij een voorraadje voeding heeft.
Door je baby regelmatig aan te leggen, zorg je voor een goede balans tussen vraag (honger) en aanbod (borst). Ook overdag is het goed om je baby na maximaal vier uur wakker te maken voor borstvoeding.
Drinkt je baby de fles niet leeg, ook niet als je de fles na een paar minuten nog een keer aanbiedt? Geen probleem, waarschijnlijk heeft je kindje dan niet zo'n honger. Blijf niet aandringen. Ook als de fles vaker niet leeg gaat, hoeft dit geen probleem te zijn.
Tijdens de regeldagen worden vraag en aanbod opnieuw op elkaar afgestemd. Meestal valt de vraag van je baby naar meer voedingen samen met een groeispurt. Je baby groeit, heeft behoefte aan een grotere hoeveelheid moedermelk en regelt dat zelf door vaker te gaan drinken. Dit is normaal gedrag van je baby.
Jonge baby's kunnen nog niet zelfstandig in slaap vallen, dit moeten ze nog leren. Hierdoor kunnen ze onrustig worden of gaan huilen als het slapen niet lukt. Ze hebben nog jouw hulp nodig om in slaap te vallen. Zo kan het nodig zijn om je baby in slaap te wiegen of je baby valt in slaap tijdens de voeding.
Zowel rond de 9 á 10 dagen, rond de 3 á 4 weken, rond de 3 maanden en rond de 6 maanden. Ook na die 6 maanden kan een regeldag nog voorkomen. Over het algemeen duren regeldagen bij een kindje zo'n 1 of 2 dagen. In sommige gevallen zijn kindjes een week lang huilerig en hangerig.
Doorslapen kan al vanaf 6 weken
“Een baby kan volgens het boekje pas doorslapen vanaf de leeftijd van zes weken. Dat is het moment waarop het circadiaans ritme wordt 'geïnstalleerd' en de slaap totaal verandert. Dit nieuwe ritme zorgt ervoor dat je baby langer achtereen kan slapen.
Voeden op verzoek houdt in dat je voeding geeft op het moment dat je baby signalen afgeeft dat dat hij/zij honger heeft. Op dat moment geef je de borst of de fles. Ook geef je net zolang voeding tot je kindje aangeeft genoeg gehad te hebben.
Geef je kind op een dag ongeveer 150 milliliter flesvoeding per kilo van zijn gewicht per 24 uur.
We hebben het over een hongerige baby als een baby zich na een voeding weer snel meldt, binnen pakweg 2 uur. Leg je baby gerust aan. De samenstelling en ook hoeveelheid van de moedermelk past zich vanzelf aan aan wat je baby nodig heeft.
Meng de melkpoeder goed met het water door te roeren of de fles te zwenken (rustig wenden, keren). Dus niet schudden. Door het schudden komen er luchtbelletjes in de voeding en kan je baby krampjes krijgen.
Je geeft in de eerste 2 weken wel minimaal 6 voedingen per 24 uur. De maximale nachtpauze is 6 uur tussen de voedingen. Je baby moet wel alert zijn en niet ziek. Hij moet goed plassen en ontlasting lozen en zich melden voor de voedingen.