Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de huisvesting van scholen in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs. Het beroepsonderwijs, de volwasseneneducatie en het hoger onderwijs zijn zelf verantwoordelijk voor hun huisvesting.
Uitgangspunt van de onderwijswetgeving (WPO/WEC en WVO) is dat het eigendom van het schoolgebouw ligt bij het schoolbestuur. Dit eigendom wordt als zodanig vastgelegd in het kadaster via een notariële akte.
Iedereen mag in Nederland een particuliere school oprichten. Gaat het om een school in het basisonderwijs of voortgezet onderwijs, voor leerlingen die leerplichtig of kwalificatieplichtig zijn? Dan moeten Burgemeester en Wethouders van de gemeente waar de school staat, de school erkennen.
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) werkt aan een slim, vaardig en creatief Nederland. OCW wil dat iedereen goed onderwijs volgt en zich voorbereidt op zelfstandigheid en verantwoordelijkheid.
Een hbo-opleiding leidt mensen op voor hogere functies bij de overheid of in het bedrijfsleven, zoals verpleegkundige, accountant of bouwkundig ingenieur. Hbo-opleidingen volg je aan een hogeschool. Het wetenschappelijk onderwijs (wo) is het hoogste niveau. Een wo-opleiding volg je aan een universiteit.
Studenten kunnen naar het mbo (niveau 1 t/m 4), naar het hbo (in de vorm van een 2-jarige associate degree, een hbo-bachelor en/of een hbo-master) of naar de universiteit voor een wo-bachelor en/of wo-master. De hoogste graad in het onderwijssysteem is een PhD.
De overheid laat ten onrechte een onderwijsrekening van 309 Euro door de Nederlandse ouders betalen, omdat Nederland al in 1978 een verdrag heeft ondertekend om het onderwijs kosteloos te maken. Nederland staat vaak vooraan in de kritiek als andere landen zich niet aan bepaalde regels houden.
De school zorgt dat de leerling aan het begin van het schooljaar zijn schoolboeken heeft. Ook als de ouders de borg niet willen betalen. De school blijft verantwoordelijk voor de levering van de gratis schoolboeken. Ook als de school de werkzaamheden uitbesteedt aan een boekenleverancier.
Zij moeten voldoen aan bepaalde kwaliteitseisen. Bijvoorbeeld een afgeronde schoolleidersopleiding. Predicaat Excellente School: erkenning voor een (basis)school die zich op een bepaald onderdeel positief onderscheidt van andere scholen. Bijvoorbeeld door een inspirerende manier van lesgeven.
Gemeente als bouwheer
Afspraken omtrent locatie, ontwerp (architectenkeuze), exploiteerbaarheid en budget alsook de vraag omtrent het juridisch eigenaarschap worden vastgelegd in een bouwheerovereenkomst.
Een schoolplein behoort bij het schoolgebouw. De werkgever is hiervoor verantwoordelijk. Steeds meer schoolpleinen worden ook als openbare speelruimte gebruikt.
De school kan ook een ouderbijdrage vragen. Elke leerling op de middelbare school kost de overheid ongeveer € 7.300 per jaar.
Volgens de grondwet is de toegang tot het onderwijs gratis tot het einde van de leerplicht. Dat betekent dat je je kind gratis kan inschrijven in een school van het kleuter-, lager en secundair onderwijs.
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de huisvesting van scholen in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs. Het beroepsonderwijs, de volwasseneneducatie en het hoger onderwijs zijn zelf verantwoordelijk voor hun huisvesting.
Particuliere B3-scholen
B3-scholen zijn niet door de overheid bekostigde scholen voor basisonderwijs en/of voortgezet onderwijs. De leerplichtambtenaar heeft deze scholen – op advies van de Onderwijsinspectie – aanmerkt als 'school in de zin van artikel 1, onderdeel b, onder 3 van de Leerplichtwet 1969'.
In drie jaar tijd is het aantal particuliere basisscholen in Nederland bijna verdubbeld, van ongeveer 35 in 2015 naar zo'n 60 in 2018. Ook het aantal particuliere scholen in het voortgezet onderwijs stijgt. Het lerarentekort wordt genoemd als één van de oorzaken.
Laag: Dit omvat onderwijs op het niveau van basisonderwijs, het vmbo, de eerste 3 leerjaren van havo/vwo of de assistentenopleiding (mbo-1). Middelbaar: Dit omvat de bovenbouw van havo/vwo, de basisberoepsopleiding (mbo-2), de vakopleiding (mbo-3) en de middenkader- en specialistenopleidingen (mbo-4).
Een typische vwo leerling is zeer zelfstandig en vormt graag zijn of haar eigen mening. Daarbij is er altijd de drang naar onderzoek. Een vwo'er is uiteraard slim, beschikt over een uitstekend zelfreflectie en is kritisch. Op zichzelf, maar ook op de directe omgeving.
Universiteit is niet moeilijker of beter dan hogeschool.
Hét grote verschil zit 'm in de manier van lesgeven en evalueren. Zorg dus vooral voor een match met je eigen studieprofiel, dan studeer jij straks in no time magna cum laude af.
Het laagste niveau van het voortgezet onderwijs is het praktijkonderwijs. Dit onderwijs is speciaal voor jongeren die het moeilijk vinden om een diploma te behalen in het 'reguliere' voortgezet onderwijs. Het halen van een diploma op vmbo niveau is voor veel praktijkonderwijs leerlingen te hoog gegrepen.
Het beste antwoord. ASO = algemeen secundair onderwijs TSO = technisch secundair onderwijs BSO = beroeps secundair onderwijs ASO is het hoogste, daarna kun je naar de universiteit. Dan heb je TSO, dat is vergelijkbaar met de Havo. Daarna kun je naar de hogeschool.
Zo'n veertig procent van de Duitse jongeren bezoekt na de Grundschule de Realschule, vergelijkbaar is met het Nederlandse HAVO.