De reine stemming of stemming van Zarlino is een stemming met een toonladder waarin de muzikale intervallen bestaan uit breuken van kleine gehele getallen: 2/1 voor het octaaf, 3/2 voor de kwint, 4/3 voor de kwart, 5/4 voor de grote terts, en 6/5 voor de kleine terts.
De prime, de kwart, de kwint en het octaaf noemen we 'rein' als ze zoals hierboven worden gespeeld. Maak je deze een halve toon kleiner of groter, dan spreken we van 'overmatig' of 'verminderd'. Een interval is een aanduiding voor de afstand tussen twee tonen.
Een interval is de afstand tussen 2 tonen. Er zijn 8 verschillende intervallen: Prime, Secunde, Terts, Kwart, Kwint, Sext, Septiem en Octaaf. De prime, kwart, kwint en octaaf zijn rein, en de secunde, terts, sext en septiem kunnen groot of klein zijn.
Een interval is de afstand in hoogte tussen 2 tonen.
Bij intervallen gaat het dus altijd om 2 tonen. Als je bijvoorbeeld 3 tonen speelt, dan is dat geen interval. De makkelijkste manier om de afstand tussen 2 tonen te bepalen, is om op de piano de witte toetsen te tellen.
Een terts (van Latijn: tertius, de derde) is in de muziektheorie het interval in een diatonische toonladder tussen een eerste toon en de daarboven liggende derde. Een terts omvat twee toonafstanden. Het interval tussen bijvoorbeeld de tonen c en e is dus een terts.
De twee noten waartussen een octaaf klinkt hebben dezelfde naam; een octaaf klinkt bijvoorbeeld tussen een a en de eerstvolgende a daarboven of -onder.
Vaak is de tonica een beginnoot, maar nauwkeuriger om te zeggen is dat het de belangrijkste (gewichtigste) toon is in een stuk, het hoeft niet de beginnoot te zijn. De eerste toon van een toonladder heet wel altijd de tonica.
Intervaltraining op de baan
Je loopt 5 x 30 seconden met telkens 30 seconden pauze (dribbelen). Daarna heb je 2 min rust. Vervolgens loop je 3 x 30 seconden met telkens 30 seconden pauze. Na de laatste interval loop je 5 tot 10 minuten rustig uit.
De reine stemming of stemming van Zarlino is een stemming met een toonladder waarin de muzikale intervallen bestaan uit breuken van kleine gehele getallen: 2/1 voor het octaaf, 3/2 voor de kwint, 4/3 voor de kwart, 5/4 voor de grote terts, en 6/5 voor de kleine terts.
Een variabele x kan een bepaalde waarde hebben, bijvoorbeeld x = 4. Het kan ook zo zijn dat de variabele x een waarde kan hebben die ergens tussenin ligt, bijvoorbeeld dat x groter is dan 2 maar kleiner dan 8, je schrijft dan 2 < x < 8. Je noemt dit ook wel een interval.
De meeste kinderen starten hun opleiding muziek aan onze academie op 8 jaar in de tweede graad in het eerste jaar (2.1). Er kan natuurlijk ook op latere leeftijd in deze richting ingestapt worden. De kinderen volgen gedurende 4 schooljaren 2,5 uur per week muziekatelier (MCV).
Een kleine secunde bestaat uit een halve toonafstand. Men duidt een kleine secunde wel afgekort aan met m2. Ze is (enharmonisch gelijk aan de overmatige prime).
Bij een majeur toonladder is de terts twee hele tonen boven de grondtoon. Dan spreken we over een grote terts (majeur betekent groot). In een mineur (inderdaad, mineur betekent klein) toonladder ligt de terts anderhalve toon boven de grondtoon. Dan spreken we dus over een kleine terts.
Een octaaf is in die stemming verdeeld in 1200 cents, met vijf hele toonafstanden van elk 200 cents en twee halve toonafstanden van elk 100 cents. In andere stemmingen kunnen de hele toonafstanden ook onderling nog enigszins verschillen, evenals de halve.
Met een halve toonafstand bedoelt men de afstand van een toon tot de eerstvolgende toon. Met een hele toonafstand bedoelt men de afstand van een toon tot 2 tonen verder (dus 1 toon overslaan). De formule van de toonladder wordt vaak aangegeven met deze hele en halve toonafstanden.
Intervaltraining is een trainingsvorm die je sneller maakt. Bij intervaltraining deel je de training op in verschillende tempo's of snelheden. De intervals of tempoblokken hoeven niet gelijk in duur/afstand te zijn. Dit houdt automatisch in dat het tempo ook niet gelijk is.
Een kwint (afkomstig van het Latijnse woord quintus, vijfde) is de toonafstand waarbij tussen de lage en de hoge toon vier tonen passen.
Een toonladder is een opeenvolging van in toonhoogte stijgende of dalende tonen, meestal bestaande uit de diatonische tonen van een octaaf. Een toonladder vormt het basismateriaal van een muziekstuk. Sommige toonladders, bijvoorbeeld de melodische mineurladder, bestaan stijgend uit iets andere tonen dan dalend.
Veel mensen denken dat voor het opbouwen van conditie duurloop nodig is, maar ook een intensieve interval training kan zorgen voor een betere conditie. Het beste is dus als je deze combineert. Zelfs krachttraining helpt mee aan een betere conditie.
De lengte van rust tijdens intervaltraining is afhankelijk het soort intervaltraining. Bij lange intervaltraining is de rustpauze afhankelijk van inspanningstijd. Tijdens korte interval is deze bij extensief: 60 à 90 seconden en intensief: 2 à 3 minuten.
De frequentie van intervaltraining versus duurtraining is voor iedereen individueel, maar éénmaal per week intervaltraining bij een trainingsfrequentie van 3x in de week is zeker aan te bevelen.
De Toonsoort D:
In de toonsoort van D hebben we 2 kruizen, de Fis en de Cis. Dat betekent dat de tonen F en C verhoogt worden naar een Fis en een Cis. Dus staan er vooraan bij de muzieksleutel 2 kruizen, dan weet je vanaf nu dat het muziekstuk in de toonsoort D staat.
Dit moet je uit het hoofd WETEN: In Do Groot en la klein zijn er geen kruisen of mollen. In Fa Groot en re klein staat er 1 mol (si mol) aan de sleutel.
De Guidonische lettergrepen zijn de oud-Latijnse benamingen van de zes tonen van het hexachord, ut-re-mi-fa-sol-la, een groep van zes opeenvolgende tonen uit de diatonische toonladder. De zes benamingen werden in de 11e eeuw bedacht door Guido van Arezzo.