Voor de zeiler die prestatie erg belangrijk vindt is het de beste keuze een zeil te kiezen met een tri-radiale snit. In een zeil met tri-radiale snit worden de banen zo ontworpen en aan elkaar gestikt dat de trekkrachten op het zeil vanuit de hoeken het beste worden verdeeld over de totale oppervlakte van het zeil.
Doorgaans is één roer voldoende om op koers te blijven. Voor een ontwerper bestaan meerdere redenen om twee roeren te tekenen. Soms vanwege het vaargebied, om een derde, stabiliserende poot te bieden bij het droogvallen. Vaker om een boot met een breed achterschip op koers te kunnen houden.
De fok is op moderne, langsgetuigde schepen het zeil dat vóór de mast gehesen wordt. De fok wordt meestal met leuvers bevestigd aan het voorstag, wordt vastgezet op de punt van de boot (op de boeg) en wordt aan de voorkant in de mast gehesen tot bovenin of tot op 85% van de hoogte van de mast (7/8 getuigd).
Recreatieve zeilers raden wij aan om vallen en schoten met een kern van polyester, Dyneema® SK38 of Stirotex te kiezen. Het ligt er maar aan hoe fanatiek je zeilt natuurlijk en hoeveel geld je aan je boot wilt uitgeven. Voor een fokkeschoot is het belangrijk dat de lijn zo weinig mogelijk rek heeft.
Lagerwal: De wal waar de wind naar toe waait. Landvast: Lijn voor het vastleggen van de boot. Laveren: Afwisselend over bak- en stuurboord zeilen om een bovenwinds gelegen positie te bereiken, ook wel opkruisen genoemd. Lij: De kant waar de wind naar toe waait.
Eerst vaar je bijvoorbeeld in een schuine hoek naar links om de wind van rechts in de zeilen te krijgen. Daarna gooi je het roer om zodat je schuin naar rechts kunt varen. Laveren is zodoende ook een manier van sturen, daarnaast kun je in een zeilboot ook via de zeilen sturen.
Varen met twee motoren heeft zo zijn voordelen, zeker voor wat betreft het manoeuvreren. Recht achteruit varen is met twee motoren bijvoorbeeld een stuk gemakkelijker dan met één motor, doordat bij een tweemotorig schip de ene schroef naar links en de andere naar rechts draait.
De meeste boten gebruiken een roerblad om te kunnen sturen. Dit roerblad kan je naar bakboord (links) en naar stuurboord (rechts) bewegen. Een roer heeft roerdruk nodig om te kunnen functioneren.
Een kwalitatief goed geweven polyester zeil dat regelmatig nagekeken en onderhouden wordt zal tussen de 3500 en 4000 uur mee gaan. Een gemiddelde toerzeiler gebruikt zijn boot twee weekenden per maand, plus twee weken vakantie.
In de categorie tot 8 meter bedragen de jaarlijkse kosten ongeveer 420 euro per meter scheepslengte, tussen 8 tot 10 meter is dat al 536 euro. De jachten tussen 10 en 12 meter besteden 643 euro en schepen boven 12 meter gemiddeld 925 euro per meter scheepslengte.
De Toer Code Zero (A0) is afgeleid van het zeil dat is ontworpen voor de Volvo Ocean Race. De A0 (Code Zero) geeft uw schip een optimale voortgang bij lichte en matige wind met schijnbare windhoeken van bijna aan de wind tot ongeveer 120 graden.
De opvolger van de optimist is de Laser Pico, deze vaar je met zijn tweeën. Het is een ideale beginnersboot maar er valt ook genoeg te beleven voor de gevorderden. In deze boot moet je gegarandeerd samenwerken en ontkom je niet aan nat worden!
Wist je dat je op een boot geen slaapkamer hebt, maar een hut? En de keuken noem je een kombuis.
Door die wielwerking is recht achteruit varen met veel schepen lastig en soms zelfs onmogelijk. Maar gelukkig kun je met wat kunst- en vliegwerk zorgen dat het tóch goed komt. Ook als je geen boeg- of hekschroef hebt. Achteruit varen met een links draaiende schroef: weinig gas geven, met het roer naar bakboord.
Misschien de belangrijkste regel; je mag minder hard. Alleen op de grote waterwegen, zoals het IJ, is de oude snelheid van 7,5 kilometer nog toegestaan. Maar let ook op je motor, een tweetakt is vanaf dit jaar verboden. Waar extra streng op gelet wordt is luide muziek.
hekdrive = (hekdrive, hekaggregaat, Z-drive) samenbouw van een motor en een, op een buitenboordmotor gelijkend, staartstuk, ter voortstuwing van (voornamelijk kleine snelle) scheepjes.
Varen moet je leren, het vergt vaardigheden en ervaring. Je moet kunnen aanleggen, met wind, golven en stroom weten om te gaan. Je schip in de hand kunnen houden in havens, sluizen en bij bruggen. Weten wat borden en boeien betekenen, en wat je moet doen als je andere schepen tegenkomt.
Om te zeilen in de richting waar de wind vandaan komt, moet de boot zigzaggen, of een aantal keren overstag gaan. Hoe hoger een boot op de wind vaart, hoe langzamer hij vooruit komt. De zeiler kan de snelheid opvoeren door bredere zigzagbewegingen in een grotere hoek tot de wind te maken.
wie zeilt welke snelheid 18 mrt 2007 00:15 #14567
Neem daar de wortel van en vermenigvuldig dat met 2,45 en je hebt grof weg (onder bepaalde aannames) je maximale rompsnelheid. Dan zou je uitkomen op 5,4 knopen per uur wat neer komt op 10 km per uur. Zelf zeg je altijd maximaal (gemiddeld) 5 km per uur te zeilen.
Def.: persoon die de zeilsport beoefent.
Normaal gesproken staat het nummer op de stuurboordzijde achter op het schip, op de zijkant of op de spiegel. Dit nummer kan middels een plaatje bevestigd zijn of ingegraveerd in de romp. Zo is het schip altijd te identificeren aan de hand van dit nummer.
Op een schip is een kraanlijn een lijn die vanaf de mastvoet, via een blok in de masttop, is bevestigd aan het uiteinde van een lastarm, laadboom, laadgiek of de giek van een zeilschip. Met de zo verkregen takel kan men lading van en aan boord takelen.