Het of de, welk lidwoord hoor je te gebruiken? Lees verder om het allemaal te leren! Volgens de regels word het woord 'de' gebruikt als het om een mannelijk of vrouwelijk zelfstandig naamwoord gaat.'Het' wordt gebruikt bij onzijdige zelfstandige naamwoorden.
Lidwoorden: de of het
De Nederlandse taal kent 3 lidwoorden: de, het en een. 'De' en 'het' zijn bepaalde lidwoorden. 'Een' is een onbepaald lidwoord.
Ezelsbrug: Voorkomen van lidwoordfouten. Twijfel je nog welke woorden “de” krijgen en welke “het”? Dan kun je denken aan “de man”, “de vrouw” en “het onzijdige woord”. Mannelijke en vrouwelijke woorden krijgen namelijk “de” en onzijdige woorden combineer je met “het”.
De en het zijn bepaalde lidwoorden. Een is een onbepaald lidwoord.
Lidwoordenð¥
Lidwoorden zijn woorden die voor een zelfstandig naamwoord staan. In de Nederlandse taal zijn er drie lidwoorden: 'De', 'het' en 'een'. 'De' en 'het' zijn bepaalde lidwoorden en 'een' is het onbepaald lidwoord.
Lidwoorden (artikelen) zijn woorden die voor een zelfstandig naamwoord staan. In het Nederlands zijn er drie lidwoorden: de, het en een. Het en een zijn altijd enkelvoud, de kan zowel enkelvoud als meervoud zijn.
Factuur is een vrouwelijk de-woord.
Een bijvoeglijk naamwoord bij factuur krijgt altijd een buigings-e: de onbetaalde factuur, een onbetaalde factuur, onbetaalde factuur. Stuur de factuur maar naar mijn huisbaas. Ik viel achterover toen ik het bedrag op die factuur zag! Hij heeft elke factuur netjes betaald.
Is het de of het huis
In de Nederlandse taal gebruiken wij het huis.
De Nederlandse taal kent twee lidwoorden: de voor woorden van het mannelijk en vrouwelijk geslacht en het voor onzijdige woorden.
Je schrijft het PvA, omdat het gaat om het plan van aanpak. Plan is een het-woord.
Is het de of het carnaval
In de Nederlandse taal gebruiken wij de carnaval.
Diernamen als hond, olifant en papegaai hebben van oorsprong een mannelijk woordgeslacht. Er wordt naar verwezen met de mannelijke voornaamwoorden hij, hem en zijn.
Is het de of het boek
In de Nederlandse taal gebruiken wij het boek.
In de Nederlandse taal gebruiken wij het bedrijf.
Is het de of het tuin
In de Nederlandse taal gebruiken wij de tuin.
Is het de of het slaapkamer
In de Nederlandse taal gebruiken wij de slaapkamer.
In de Nederlandse taal gebruiken wij de auto.
Is het de of het betaling
In de Nederlandse taal gebruiken wij de betaling.
In de Nederlandse taal gebruiken wij de mail.
In de Nederlandse taal gebruiken wij de maand.
Bij onzijdige woorden gebruik je altijd het lidwoord “het” of “een”.Mannelijke en vrouwelijke woorden krijgen altijd “de” of “een” als lidwoord.
In de Nederlandse taal gebruiken wij het team.
Is het de of het opdracht
In de Nederlandse taal gebruiken wij de opdracht.