Een
Een angisa of anyisa is een op een speciale manier gevouwen haarband of hoofddoek, die wordt gedragen in combinatie met de koto door de vrouwelijke Creolen in Suriname.
De Angisa: hoofddoek als communicatiemiddel. Met deze vierkante gesteven hoofddoeken konden vrouwen in Suriname boodschappen aan elkaar doorgeven, gemoedstoestanden uitdragen of bijvoorbeeld een geliefde uitnodigen.
De koto was wettelijk verplicht om te dragen
De koto bestaat uit een wijd uitstaande rok en de yaki (een jasje). Het werd bij wet verplicht een koto te dragen. “De koto moet je zien als een lange, wijde rok”, vertelt Andy Arduin, expert Afro Surinaamse klederdrachten, telefonisch aan FashionUnited.
De koto zoals we die tegenwoordig kennen, is na 1879 ontstaan. In dat jaar verbood de Nederlandse overheid vrouwen met ontbloot bovenlichaam te lopen. Als gevolg van dit verbod is het wijde jaki ontstaan. Het dragen van hoofddoeken is echter een veel oudere traditie.
Suriname heette vroeger 'Nederlands Guyana'. De buurlanden van Suriname heten nog steeds 'Guyana'. Op 25 november 1975 wordt Suriname een onafhankelijke republiek. Er volgt een zeer onrustige periode met als dieptepunt een staatsgreep door militairen en politieke moorden.
Een Djarik is een doek waarmee mannen en vrouwen het onderlijf en de benen bedekken. De stof is gemaakt van batik. Bij elke gelegenheid heeft de Djarik een bepaald motief. Saroeng gebruik je net als de Djarik voor het onderlijf en de benen maar dit wordt in een kokervorm dichtgenaaid.
De koto is een traditioneel kledingstuk van Creoolse vrouwen in Suriname. Vrouwen die een koto dragen worden kotomisi genoemd (misi betekent mevrouw). De koto wordt nog steeds gedragen bij feestelijke gelegenheden.
De koto die Lisbeth draagt heet een bigi-koto. Letterlijk vertaald: grote/wijde rok. Deze koto behoort tot de speciale feestkleding. Onder haar gele koto draagt ze een lange donkergele onderjurk die aan de onderkant een beetje zichtbaar is.
Door de opbolling lijkt het alsof de koto bij de buik uit een apart deel bestaat. Rondom de buik wordt de rok omgevouwen zodat er een gedeelte ontstaat waarin je persoonlijke spullen bij je kunt kunt dragen. De 'broko bere-koto' is een minder grote koto. Het zit comfortabel.
Hijab is een verzamelbegrip voor verschillende hoofddoeken. Een hijab bedekt meestal het haar, de nek en de schouders, maar sommige modellen zitten los over het haar of lijken op een tulband. Hijab is de meest gebruikte bedekking bij moslimvrouwen in het Westen.
De pangi is een lange, rechthoekige doek die vrouwen uit de Aukaanse Marron gemeenschap uit Suriname tot boven hun navel om hun middel wikkelen.
De keffiyeh (Arabisch: كوفية / kufiyya) is hoofdbedekking die voornamelijk door mannen in Arabische landen in de Levant, de Golfstaten en Irak wordt gedragen.
de chador is een mantel die lichaam en hoofd omhult, maar het gezicht volledig vrijlaat. de nikab is net zoals een chador, maar bedekt ook nog eens neus, mond en wangen. de boerka bedekt het lichaam compleet en laat alleen een gaas over om door te kijken.
Afrikaanse hoofddoek / headwrap - Roze / groene swirl / Kleurvolle Afrika hoofddoek / African headwrap / Afrikaanse wrap / Wax print / Bandana / Turban.
Het is een bekende vouwvorm van de angisa, welke wordt gedragen wanneer een vrouw weet dat er over haar wordt gepraat en zij wil laten weten dat ze zich er niets van aantrekt. Ze heeft de kleding laten maken in Suriname.
De koto is een traditioneel kledingstuk van Creoolse vrouwen in Suriname. Vrouwen die een koto dragen worden kotomisi genoemd (misi betekent mevrouw). De koto wordt nog steeds gedragen bij feestelijke gelegenheden.
nse slaven tijdens de trans-Atlantische slavernij meegereisd naar Suriname. De winti worden ook wel yeye of konfo genoemd.
Javanen prefereren westerse kleding, mede door de hoge kosten van de traditionele dracht. Toch ziet men in Suriname nog steeds Javaanse vrouwen in sarong, de lange rok tot net boven de enkel.Het nauwsluitende jakje, met veelal een punthals, heet een klambi koeroeng.
De hindoestaanse klederdracht de sari.
De mannen droegen, wanneer zij uitgingen, een pak en hoed. Chiquer dan het dragen van een hoofddoek was het dragen van een strohoed op de hoofddoek.
Surinamers zijn inwoners van Suriname, mensen die afkomstig zijn uit Suriname of mensen van Surinaamse afkomst.
Chan Santokhi is president, Ronnie Brunswijk vicepresident.
Rond 1830, na de afschaffing van de internationale slavenhandel (1815), leefden er ongeveer 50.000 mensen in slavernij in Suriname (naast ongeveer 5.000 vrije gekleurde mensen en een onbekend aantal marrons).