Woorden zoals: groots, geweldig, heel erg, of zelfs alleen 'erg' – een erg groot verschil duidt er al op dat het een beetje subjectief wordt en dat je een beetje aan het sturen bent. Blijf daarvan weg, probeer objectief te zijn. Dat zijn dus de drie woordcategorieën die je moet vermijden in je scriptie.
Wat zijn twijfelwoorden? Twijfelwoorden maken net als hulpwerkwoorden je zin zwakker. Dit geldt voor een geschreven of gesproken zin. De naam zegt het al: twijfelwoorden geven onzekerheid aan.
Een manier om de ik-vorm te vermijden maar wel over jezelf te spreken, is door 'de onderzoeker' te schrijven als je jezelf wil aanduiden. Hoewel dit niet fout is, kan het gekunsteld aandoen. Daarom gaat de voorkeur in dit geval uit naar de lijdende vorm.
Juist is: 'Die heeft te veel gegeten. ' Als te veel 'meer dan nodig' betekent, staat er een spatie tussen te en veel. Als het teveel 'het overschot' betekent, is het wél één woord.
misschien = misschien bijwoordUitspraak: [mɪsˈxin] 1) zoals het zou kunnen gebeuren Voorbeeld: `misschien gaat de wedstrijd niet door. `Synoniem: wellicht 2) <om een vraag of opmerking beleefder ...
Niet alleen de woorden 'ik' en 'wij' kun je beter vermijden in een scriptie of essay, maar hetzelfde geldt voor de persoonlijk voornaamwoorden 'je', 'jij' en 'u'. Het is namelijk meestal niet de bedoeling dat je je lezer aanspreekt in een formele tekst.
Een subjectief betekeniselement hebben eigenschapswoorden als mooi, nuttig, aardig, deftig, interessant en vervelend en uiteraard alle zogenaamde oordeelswoorden .
Welk eindcijfer wil je hebben? Het is belangrijk om voor jezelf te besluiten welk cijfer je graag voor je scriptie wilt halen. Je kunt je voorstellen dat de inhoud van een scriptie erg verschilt wanneer deze een 9 of een 6 krijgt. Voor een 9 zal er een uitgebreider onderzoek verwacht worden dan voor een 6.
Neem nu schrijftaal: dat is niet alle mogelijke 'geschreven taal'. Wat je op kattenbelletjes, winkellijstjes of liefdesbrieven zet bijvoorbeeld telt niet mee. Schrijftaal gaat over zakelijke communicatie of over gepubliceerde teksten: kranten- en tijdschriftartikelen, boeken, teksten voor het tv- en radiojournaal.
In je conclusie dien je de beantwoording van die hoofdvraag of je bevinding op je hypothese te vermelden. Vervolgens moet je je antwoord natuurlijk ook nog onderbouwen, ook hier weer niet met nieuwe feiten maar met informatie die je de lezer in de verschillende hoofdstukken al hebt gegeven.
Degene die tot taak heeft een tekst te corrigeren. Dat kan de auteur zelf zijn, het kan ook iemand anders zijn, bijv. gedurende de Middeleeuwen de kopiist van de tekst of de leider van het scriptorium...
Corpus De opdracht bij het schrijven van een juridische verhandeling is doorgaans het oplossen van een of andere, vaak meerdere uit elkaar voortvloeiende of samen- hangende rechtsvragen. Die rechtsvragen moeten dus worden geformuleerd, ontleed en beantwoord. Het onderwerp wordt in al zijn elementen "uit-een-gezet".
je eigen mening verwoordt aan de hand van argumenten en feiten; een wetenschappelijke tekst van beperkte lengte schrijft; schriftelijk verslag uitbrengt over hoe je een probleem uit je vakgebied hebt aangepakt.
Een goede presentatie van uw paper betreft zowel de tekst als de literatuurverwijzingen. (a) De tekst: Een slecht geschreven tekst overtuigt ook inhoudelijk vaak niet. Uw tekst is uiteraard gesteld in goed Nederlands en, waar u Engelse vaktermen gebruikt, in goed Engels.
Is het 'de erg' of 'het erg'?
Het is 'het erg', want erg is onzijdig. Als je het aanwijst is het 'dat erg'.
Als beide naar personen verwijst en zelfstandig gebruikt wordt, schrijven we beiden. Beide is zelfstandig gebruikt als er geen zelfstandig naamwoord op volgt en beide ook niet aangevuld kan worden met een zelfstandig naamwoord uit dezelfde zin of de zin die onmiddellijk voorafgaat.
Het is zingen zonder instrumentale begeleiding. De officiële spelling, vastgesteld door de Nederlandse Taalunie, is a capella met één p. Hoewel die dus niet overeenkomt met de Italiaanse schrijfwijze, is het de enige correcte spelling.
Als onder in gevolgd wordt door een zelfstandig naamwoord of een persoonlijk voornaamwoord, schrijven we de combinatie in twee woorden. In is dan een voorzetsel en onder een bijwoord bij dat voorzetsel. De vaas staat onder in de kast.
altijd (bw) : altijd door, altoos, eeuwig, iedere keer, immer, onophoudelijk, steeds, steevast, te allen tijde, telkens, voorgoed, voortdurend.