Na de basisschool gaan leerlingen naar het voortgezet onderwijs. Het niveau waarmee kinderen instromen in het voortgezet onderwijs is afhankelijk van het schooladvies van de basisschool. Het voortgezet onderwijs kent vier niveaus: vmbo, havo, vwo en praktijkonderwijs.
Het laagste niveau van het voortgezet onderwijs is het praktijkonderwijs. Dit onderwijs is speciaal voor jongeren die het moeilijk vinden om een diploma te behalen in het 'reguliere' voortgezet onderwijs. Het halen van een diploma op vmbo niveau is voor veel praktijkonderwijs leerlingen te hoog gegrepen.
Een onderwijsvisie kun je zelf ontwikkelen. Ook zijn er bestaande visies die je kunt aanpassen. Enkele bestaande visies zijn: Vrijeschool, Montessori, Dalton, Freinet, Jenaplan, Agora-concept of ervaringsgericht onderwijs. Het belangrijkste is dat je onderwijsvisie onderbouwd is op grond van bewuste keuzes.
Het Nederlandse onderwijssysteem bestaat uit basisonderwijs, voortgezet onderwijs (ook wel middelbare school genoemd) en vervolgonderwijs. Kinderen van 4 tot en met 12 jaar volgen basisonderwijs.
Er zijn verschillende schoolsoorten: praktijkonderwijs, vmbo, havo en vwo. Sommige scholen geven tweetalig onderwijs.
Montessori is een onderwijsconcept voor de voorschool, basis- en voortgezet onderwijs. Op een montessorischool leren kinderen zelfstandig werken en zitten zij met meerdere jaargroepen in een klas. Tegenwoordig combineren montessorischolen vaak montessorimateriaal met reguliere taal- en rekenmethodes.
Grappig – Enthousiast – Zorgzaam – Creatief – Geduldig – Lief – Positief – Luistervaardig. Dit zijn de 8 kwaliteiten die leerlingen, ouders, collega's en directeurs het vaakst vermelden als 'sterkste eigenschap' van een leraar in de nominatiedossiers voor de Leraar van het Jaar 2016.
Adaptief onderwijs gaat uit van de verschillen tussen kinderen en stemt het onderwijs af op de behoefte van de leerlingen. De visie erachter is dat kinderen beter leren als de leerstof op de interesses van de leerlingen is afgestemd. Adaptief onderwijs wil afwisseling in de lessen en meer aandacht voor samenwerken.
Economie is bijvoorbeeld verplicht bij het profiel Economie & Ondernemen. Wiskunde is verplicht bij het profiel Media, Vormgeving & ICT en Mobiliteit & Transport.
In het kort: Met een vwo-advies kan je zowel naar het atheneum als het gymnasium. Het niveau is op het atheneum en gymnasium gelijk. Het enige verschil is dat je op het gymnasium ook de vakken Latijn, Grieks en klassieke culturele vorming krijgt. Ook krijg je een gelijke diploma als je na klas 6 geslaagd bent.
Vmbo-tl, de theoretische leerweg (mavo); Deze leerweg is het beste te vergelijken met de oude mavo. Met een diploma van de theoretische leerweg kan een leerling naar een mbo niveau 3 of mbo niveau 4 opleiding. Vanuit vmbo-tl kunnen leerlingen, met het juiste vakkenpakket doorstromen naar het havo.
Het lager beroepsonderwijs (lbo) is de voorloper van het hedendaagse vmbo en was bedoeld voor leerlingen die meer praktisch dan theoretisch waren ingesteld.
Mbo staat voor middelbaar beroepsonderwijs. Het is onderwijs dat aansluit op de middelbare school. Het vmbo (voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs) bereidt je voor op het mbo. Ook als je een havo diploma hebt, of vroeger een ander diploma hebt gehaald, dan kan je studeren aan het mbo.
Er zijn wel enkele eisen. Bijvoorbeeld: je hebt minimaal een afgeronde hbo-opleiding óf een afgeronde mbo-opleiding met minimaal drie jaar praktijkervaring in het vak waarin je les wilt geven. Om te bewijzen dat je praktijkervaring hebt, kun je een ervaringscertificaat (EVC ) overwegen.
U heeft een afgeronde hbo-opleiding leraar basisonderwijs (pabo) nodig om als leraar in het gehele basisonderwijs te mogen werken. Binnen de opleiding zijn specialisaties mogelijk, bijvoorbeeld naar leeftijdscategorie (jonge kind of oudere kind). Maar u moet aan alle eisen voldoen om uw diploma te halen.
Een verschil tussen het Daltononderwijs en Montessorionderwijs is dat een Daltonschool vaak iets specifieker is in hoe de opdracht moet worden uitgevoerd in vergelijking met een Montessorischool. De belangrijkste ankerpunten in het Daltononderwijs zijn samenwerken, zelfstandigheid en vrijheid in gebondenheid.
Op een daltonschool leren leerlingen zelfstandig en binnen een bepaalde tijd taken afronden. Daarnaast leren zij op tijd hulp inschakelen als dit nodig is. Op die manier wordt hun probleemoplossend vermogen en zelfstandigheid gestimuleerd.
Het Montessori onderwijs is niet per definitie geschikt voor iedere kind. Dit komt door de hoge mate van zelfstandigheid en verantwoordelijkheid die kinderen hebben binnen dit onderwijs. Daarom zijn sommige mensen van mening dat kinderen die wat meer structuur nodig hebben, beter gedijen in het regulier onderwijs.
Het hoogstbehaald onderwijsniveau is hbo-, wo-master, doctor. Dit omvat de hbo- en wo-masters en wo-doctorsopleidingen.
De overheid moet ervoor zorgen dat de inhoud van het onderwijs (het curriculum) blijft aansluiten op de toekomst. En dus bij ontwikkelingen in de samenleving, de arbeidsmarkt en het onderwijs zelf.
Met het bekostigd onderwijs worden scholen bedoeld die vanuit de overheid bekostigd worden. Je volgt de opleiding op een bekostigde school. Dit wordt ook vaak regulier onderwijs genoemd. Jij of je ouders/verzorgers leveren daarbij een kleine bijdrage in de vorm van collegegeld (HBO) of lesgeld (MBO).