Zo zijn er meer soorten die 's winters blijven hangen: tjiftjaf, zwartkop, grote stern, bontbekplevier, lepelaar en kleine zilverreiger. Incidenteel kun je op een winterwandeling zelfs een regenwulp of gele kwikstaart tegenkomen.
In de zomer zijn er verschillende vogelsoorten te bewonderen in Nederland die zich tijdens de wintermaanden elders bevinden. Zomergasten zoals de grutto en de koekoek komen naar ons land om hier te broeden. Terwijl migrerende vogels zoals de gierzwaluw en de huiszwaluw een tussenstop maken tijdens hun lange reis.
De groenpootruiter, zwarte ruiter, grutto's, kluten en witgatjes komen weer deze kant op en worden weer steeds frequenter gezien. De bruine kiekendief komt weer terug, de lepelaar is onderweg en half maart kunnen we de eerste blauwborsten ook weer terugvinden. Ook de kleine mantelmeeuw komt weer terug om te broeden.
In de rui. Er is nog een reden dat vogels onzichtbaarder zijn tijdens de zomer. De meeste vogels beginnen meteen nadat de laatste jongen zijn uitgevlogen aan de rui. Alle veren worden geleidelijk vervangen door nieuwe, soms met een pauze in de winter.
Soort trekvogels
In Nederland kan je bijvoorbeeld denken aan kievieten, vinken, spreeuwen, ganzen, buizerds zwaulwen, nachtegalen en nog veel meer vogelsoorten.
In de bossen begint een aantal soorten dus al met zingen. Koolmees, zwarte mees, merel, bosuil en natuurlijk de verschillende soorten spechten, hoewel je bij spechten niet van zingen kunt spreken.
Op het hoogtepunt in de winter verblijven in Nederland tussen de 1,8 en 2 miljoen ganzen. Het overgrote deel broedt veel noordelijker op de toendra's van Nova Zembla, Spitsbergen, Scandinavië, en Siberië. Ze brengen de winter in Nederland door omdat het hier warmer is en er voldoende voedsel is.
Beschrijving: De wilde zwaan is ongeveer even groot als een knobbelzwaan en is herkenbaar aan een gele snavel en een lange, rechte, vaak geel aangelopen hals. In Nederland is de soort alleen in de winter aanwezig. Het is een trekvogel die broedt langs taigameertjes in IJsland, Scandinavië en subarctisch Rusland.
Belangrijk voor trekvogels zoals de koperwiek en de kramsvogel, een andere lijsterachtige die hier 's winters veelvuldig neerstrijkt. Wie koperwieken en kramvogels wil spotten, heeft een goede kans in de duinen. Maar de koperwiek kun je ook gewoon in je tuin of in het park tegenkomen.
Al in september valt de winter in. Sommige ganzen kiezen ervoor om in een paar stevige rukken naar onze streken te vliegen en arriveren begin oktober al, anderen laten zich door de vorstgrens geleidelijk naar het zuiden drijven. Een deel geeft de voorkeur aan de Engelse of Franse kust.
Vogeltrek. Huiszwaluwen trekken in grote groepen tussen eind juli en oktober weg in zuidelijke tot zuidoostelijke richting, via Frankrijk en Italië naar tropisch Afrika. Tussen half april en juni keren zij terug, met een piek in mei.
Zeer zeldzame vogel ontdekt op Oosterscheldekering, eerste in Nederland. Ruim honderd vogelspotters stonden vrijdagmiddag klappertandend met de camera op de Oosterscheldekering. Daar zagen zij een vogel die nog nooit eerder in Nederland gezien is: de Pacifische parelduiker.
In de herfst en winter kunnen zich grote groepen vormen. Als het koud wordt, is er wel trek, naar bijvoorbeeld Frankrijk. Vogels uit het oosten komen in de winter naar Nederland. Aan het einde van voorjaar kunnen er groepen onvolwassen vogels te zien zijn die in mei-juni naar de ruigebieden trekken.
FEBRUARI - de PAPEGAAI
De jouwe is de vogel van de vrije geest. Nooit saai of voorspelbaar, je staat bekend om je vermogen om verder te kijken dan het alledaagse.
Maart is een maand waarin bosvogels weer van zich laten horen. Spechten en andere bosbewoners zijn vaak standvogels, die dus al vroeg in het jaar kunnen beginnen met broeden. De komende weken zullen de bossen gevuld zijn met de zang van vink, zanglijster en waarschijnlijke al wel een eerste tjiftjaf.
Een spechtensoort in opmars in Nederland is de middelste bonte specht. Maar het is nog steeds de zeldzaamste in vergelijking tot de grote en kleine bonte specht. Hij is vooral in Oost- en Zuid-Nederland te zien.
Onder de standvogels vallen bijvoorbeeld huismussen. Trekvogels die je hier regelmatig tegenkomt, zoals ganzen, koekoeken en tjiftjaffen, trekken naar gebieden ver buiten onze landsgrenzen. Dit doen zij vooral tijdens de wintermaanden, wanneer het in het koude Nederland lastig wordt om voldoende voedsel te vinden.
Tips om vogels te spotten
Bij zonsopgang komen alle vogels tot leven en is de beste tijd om er veel te zien. Wil je een specifieke vogel zien, kijk dan eens op waarnemingen.be om te zien waar een bepaalde soort vaak voorkomt.
Het plastic net om de vetbol heen is extreem gevaarlijk voor vogels, omdat ze hier met hun pootjes of snavel in verstrikt kunnen raken. Vogels kunnen dan sterven van de honger, dorst en uitputting. Ook kunnen wat grotere vogels, zoals meeuwen, de hele bol met net en al in één keer doorslikken.
Vogelpopulaties fluctueren per seizoen en van jaar tot jaar om verschillende redenen. Vaak als iemand meldt dat vogels uit zijn tuin zijn verdwenen, zien ze gewoon normale variatie. Oorzaken voor deze regelmatige veranderingen zijn onder andere: Fluctuerende voedselvoorraden/-behoeften .
Geen zorgen dus als u momenteel weinig, geen, of 'ongezonde' vogels in de tuin ziet. Het heeft twee redenen. Eén: het broedseizoen is grotendeels voorbij en er is eten genoeg, dus waarom zou je als vogel opvallen? Twee: veel vogels ruien nu en zijn dan kwetsbaarder.