Ze heeft veel voeding nodig, vooral stikstof (voor bladgroei), maar pas op met overbemesten. Naast de algemene voorbereiding van het onderspitten van oude stalmest geven we een week of 3 voor het planten wat bloedmeel of een andere stikstofrijke organische meststof.
Wordt de prei pas in januari – februari geoogst, dan gebruik je in het najaar best een traagwerkende stikstofmeststof. Een najaarsbemesting kan bijvoorbeeld met Sulfammo. Dit is een traagwerkende meststof waarin ook zwavel zit.
prei houdt van goed bemeste grond met veel organisch materiaal. Kun je beschikken over stalmest van koeien in het najaar, dan kun je ongeveer 1 kruiwagen stalmest per 15 m2 uitvoeren voor de winter. Onverteerd organisch materiaal moet altijd ruim van te voren ondergewerkt worden.
Preiplantjes groeien best traag in het begin. Zaai de prei daarom binnen voor in een bak of tray of onder koud glas, op zaaiafstand van 10 x 1 cm. Zorg ervoor dat het zaaibed onkruidvrij is en houd een zaaidiepte aan van 0,5 cm. Als je binnen voorzaait, zet de tray dan op een koele lichte plaats.
Veel variëteiten hebben een lange groeiperiode van 120 tot 150 dagen nodig, maar nieuwere soorten hebben soms maar 90 dagen nodig om volwassen te worden. Omdat het wortelsysteem ondiep is, heeft prei ongeveer 1 cm water per week nodig, dus houd de neerslaghoeveelheden in de gaten en vul dit aan als het niet regent.
Je laat de dikste en sterkste planten staan en verplant de andere plantjes op een andere plaats. De afstand tussen planten in een rij moet ongeveer 12 tot 15 centimeter zijn, afhankelijk van de soort prei. De zomer prei wordt in maart gepoot als ze ongeveer 3 à 4 millimeter dik zijn.
Veel kalk nodig (1-1,5 kg/10 m²):
Bladgroenten, zoals sla, spinazie, selder, veldsla, peterselie, prei … Koolgewassen, zoals witte kool, rode kool, bloemkool, spuitkool, savooikool …
De bos met plantjes wordt in een grote emmer met water gezet en vervolgens worden de plantjes stuk voor stuk uit de bos gehaald om te verplanten. Veel moestuiniers knippen hierbij het bovenste deel van het plantje af om de groei te bevorderen.
Een onregelmatige gewasstand en verzwakte groei bij prei kan eventueel een gevolg zijn van een aantasting door de schimmel “rozerot” (Fusarium culmorum). Alhoewel je bij rotting meestal het verband legt met te natte grond hoeft dit niet altijd zo te zijn.
Prei planten kan van mei tot juli. Je moet eerst een geul graven en daarna de plantjes in de modder planten.Om meer wit te krijgen moet je de aarde ophogen.Wanneer de planten 40cm hoog zijn moet je de aarde tot op 20cm ophogen.
Prei: koolsoorten, Oost-Indische kers, schorseneren, selderij, tomaten, uien, wortels.
In Nederland begin je het beste met het voorzaaien van prei in januari binnen in een propagator of kas, vooral als je vroege prei wilt kweken. Voor een latere start, zoals in maart of april, kun je prei direct buiten in de moestuin of in een kas zaaien.
Een veel geplante nateelt, in uitzonderlijke situaties zelfs tot begin augustus, is winterprei . Prei heeft veel voeding nodig, een goede bemesting is hier zeker op zijn plaats.
De belangrijkste enkelvoudige meststof van natuurlijke oorsprong die kalium bevat, is Vinasse en houtasse.
Bij prei is het onderdeel bodem en bemesting één van de belangrijkste factoren of je oogst wel of niet slaagt. Preiplanten stellen namelijk best wat eisen aan de grond. Voor het creëren van blad vragen de planten om regelmatige bemesting met een hoge verhouding stikstof.
Beschermen in de tuin van prei en fruitbomen en tegen insecten.
Voorzaaien en zaaien in de volle grond
Zo heb je vroege prei, zomerprei, herfstprei en winterprei. Als beginnende kweker kun je het beste kiezen om herfst- of zomerprei te telen. In februari zaai je in bakken op 0,5 tot 1 cm diepte. Tijdens de opkweekperiode houd je de grond goed vochtig.
De bloemen van de doorgeschoten prei, knoflook of ui. zijn heel goed in een salade te verwerken. De smaak is. doorgaans krachtig.
Prei kweken we vaak bij minder zonlicht, vaak in de halfschaduw of bij nog minder zon. Veel zonlicht heeft prei niet nodig maar bij iets meer zon groeit prei makkelijker.
Winterprei is dikker en steviger en kleurt grijsgroen tot blauwgroen. Zomer- en herfstprei hebben een lange, dunne schacht met geelgroen blad met een fijne structuur. Deze preisoorten zijn minder lang houdbaar dan winterprei.
Voor een korte periode verdraagt prei wel temperaturen tot -5°C. Maar daalt het kwik tot -10°C, dan is er zeker schade te verwachten. Ook spruitkool en savooikool kunnen wel wat vorst verdragen, maar waakzaamheid is hier ook geboden.
Om de pH op peil te houden kunt u 5 à 10 kg tuinkalk per 100 m2 strooien. Strooi bijvoorkeur in het najaar, in het vroege voorjaar of op de nog bevroren grond. In moestuinen de kalk licht inwerken. Nogmaals: dus niet bij zuurminnende gewassen toepassen!
Let op: zuurminnende planten zoals hortensia's, rododendrons en azalea's hebben liever géén kalk.
Door het hoge gehalte aan stikstof is deze meststof uiterst geschikt voor aan het begin van een teelt en gedurende de volledige teelt van bladgewassen zoals prei, salade, etc. De toegevoegde magnesium zorgt voor een groenere bladkleur. Ook geschikt voor in de siertuin en als snelwerkende gazonmeststof.