De nooduitgang verlichting moet continu branden, voor vluchtwegverlichting is er vaak nog de optie voor continu of niet- continu brandende noodverlichting. Om hierover een duidelijk beeld te krijgen is het handig om voor de aanschaf te weten hoe je de armatuur gaat gebruiken.
Er zijn verschillende soorten en typen noodverlichting. Soorten noodverlichting zijn bijvoorbeeld op- of inbouwversies of tl- of noodverlichting led. Typen noodverlichting zijn de vluchtrouteaanduiding, vluchtwegverlichting en anti-paniekverlichting.
De deur naar een vluchtroute moet altijd open staan. Een vluchtroute moet minimaal 0,85 cm breed zijn en 2.30 m hoog. De deuren die gebruikt worden in een vluchtroute moeten automatisch sluiten. Vloer- en wandbekleding van de vluchtroute is altijd onbrandbaar.
In een ruimte bedoeld voor minimaal 75 mensen (verblijfsruimtes met een oppervlakte van meer dan 60 vierkante meter) is noodverlichting noodzakelijk (vluchtroute- of ruimteverlichting). In het Bouwbesluit wordt voorgeschreven dat de ruimteverlichting in deze ruimtes minimaal 1 lux moet zijn.
Pictogram nooduitgang rechtdoor is conform ISO 7010 en wordt gebruikt voor het aanduiden van de richting van de vluchtweg (rechtdoor) maar wordt ook geplaatst boven nooddeuren, doorgangen en boven de uitgang. Bij de ISO 7010 pictogrammen wordt dus voor zowel de uitgang als de nooduitgang hetzelfde pictogram gebruikt.
Met een nooduitgang bord geeft u aan welke richting men op moet in geval van nood. Deze borden zijn inclusief verlichting. Dat betekent dat ook 's nachts of bij stroomuitval duidelijk is waar de nooduitgang zich bevindt. Elk bord beschikt over LEDs als bron voor de lichtopbrengst.
Pictogrammen noemen we ook wel iconen. In de semiotiek of tekenleer zijn iconen een soort tekens die uitbeelden wat er wordt bedoeld. Zo beeld je een kip uit als je kippen bedoelt. Symbolen zijn een ander soort tekens, die vaak een afgesproken vorm hebben waarbij de lezer de conventie moet kennen om ze te begrijpen.
Moet noodverlichting altijd aan zijn? Noodverlichting moet altijd op de stroombron worden aangesloten, maar hoeft niet altijd te branden . Zelfvoorzienende noodverlichtingsarmaturen (d.w.z. noodverlichtingsarmaturen die elk hun eigen batterijen hebben) kunnen worden geïnstalleerd als onderhouden of niet-onderhouden.
Veiligheidsverlichting: zorgt voor herkenning van evacuatiemiddelen en veilige evacuatie van personen bij uitval van de normale kunstverlichting. Noodverlichting: zorgt bij uitval van de normale kunstverlichting dat activiteiten kunnen verder gezet worden om gevaarlijke situaties te voorkomen.
Alle vormen van vluchtwegaanduiding moeten continu blijven branden. Dat gaat dus om het bord bij de nooduitgang, maar ook de borden die door het pand heen hangen om de vluchtroute te markeren. Die route moet namelijk altijd duidelijk te zien zijn om een zo veilig mogelijke ontruiming te kunnen garanderen.
Het is verplicht om nooduitgang borden en stickers te gebruiken om de vluchtroutes aan te geven. Deze borden en stickers moeten op een duidelijke en herkenbare manier worden aangebracht, zodat iedereen ze snel kan vinden.
Een vluchtdeur en tevens normale toegang, in een rookvrije vluchtroute, is bijvoorbeeld nooit smaller dan 85 cm. Een nooddeur wordt uitsluitend gebruikt om het bouwwerk te ontvluchten bij calamiteiten, is niet voor regulier gebruik en moet binnen een seconde kunnen worden geopend.
Soms zijn branduitgangen, onder normale omstandigheden, onderdeel van de gebruikelijke route van het verkeer, zoals een voordeur. Branduitgangen kunnen ook alleen voor noodgevallen zijn en niet worden gebruikt tijdens normaal gebruik . Schuif- of draaideuren mogen niet worden gebruikt voor uitgangen die specifiek bedoeld zijn als branduitgangen.
Onderhouden, niet-onderhouden en schakelbare noodverlichting
Zoals vermeld in de gids van de Britse regering over brandveiligheid in kantoren en winkels, waarnaar hierboven wordt verwezen: "Noodverlichting kan 'onderhouden' zijn, dat wil zeggen altijd aan, of 'niet-onderhouden', dat wil zeggen alleen werkend als de normale verlichting uitvalt.
De volledige vluchtroute in het gebouw moet met minstens 1 lux verlicht worden. 1 lux komt ongeveer overeen met maanlicht.
Permanente noodverlichting, ook bekend als Maintained noodverlichting, blijft continu branden. Deze verlichting werkt zowel bij normale omstandigheden als tijdens een stroomuitval.
De eisen rondom de kleuren, luminatie, verhouding tussen luminatie en verhouding tussen kleuren wordt hierin ook omschreven. Anti paniekverlichting zal minimaal 0,5 lux moeten hebben en moet ook 60 minuten kunnen branden, binnen 15 seconden nadat de stroom uitvalt.
Hoe wordt noodverlichting bedraad? Noodverlichting wordt doorgaans bedraad met een 1,5 mm² 4-aderige kabel, die geschakelde fase, permanente fase, neutrale en aarddraden bevat . De permanente faseverbinding zorgt ervoor dat de batterij opgeladen blijft, terwijl de geschakelde fase de lamp van stroom voorziet tijdens normale werking.
Schakelbare noodverlichting stelt u in staat om uw noodverlichting te gebruiken als een normale lamp die u aan en uit kunt zetten. De meeste onderhouden noodverlichting kan op deze manier worden gebruikt, waardoor u de flexibiliteit heeft om de noodverlichting permanent aan te laten of deze te gebruiken zoals u elke andere lamp zou gebruiken.
Als de lampen bijna aan het einde van hun levensduur zijn of beschadigd zijn , kan dit ervoor zorgen dat de noodverlichting blijft branden. Vervang de lampen door nieuwe en kijk of dit het probleem oplost.
Borden voor nooduitgangen moeten altijd zichtbaar zijn en worden verlicht door een externe lichtbron of door een interne lichtbron. Zo wordt gewaarborgd dat de richtingaanwijzers op het bord zichtbaar zijn.
Symbolen kunnen basisinformatie overbrengen op dezelfde manier als iconen , maar door ze te combineren kan er veel complexere informatie worden overgebracht. Afbeeldingen en illustraties zijn handig om een scène te schetsen, en symbolen geven een nauwkeurige interpretatie van de bedoelde betekenis, dus ze werken goed als ze samen worden gebruikt.
Bijvoorbeeld UI Material Icons geven de verschillende functionaliteiten van een App weer. Pictogrammen zijn meestal een meer vereenvoudigde versie van een icoon, dat bijvoorbeeld een algemeen gevoel weergeeft zoals toiletten, vliegtuig, pijlen etc.