De oorzaken van ondervoeding zijn niet alleen fysiek, maar ook psychisch of sociaal. Fysieke factoren zijn bijvoorbeeld een slechte eetlust, kauw- of slikproblemen, hoog medicijngebruik of het hebben van een ziekte, waaronder dementie. Ook kunnen mensen problemen hebben met het zelf boodschappen doen en koken.
Een gevolg van ouder worden is dat spieren afnemen in omvang. En spieren verbruiken meer energie dan vetweefsel. Omdat je spiermassa afneemt, heb je dus minder energie nodig en daarom wat minder eten. Gemiddeld hebben mensen vanaf een jaar of 60 minder energie nodig.
Mogelijke oorzaken van smaakstoornissen zijn: verminderde gevoeligheid van de smaakpapillen met het ouder worden, aantasting van de slijmvliezen van tong en mond bijv. door uitdroging, ontsteking, infecties (schimmel, virus of bacterie), slechte mondhygiëne, roken, bestraling, ..
Met kauwen en zuigen stimuleert u de speekselklieren om dun, waterig speeksel te produceren. Hierdoor wordt proeven gemakkelijker. Neem iets fris zuurs om op te kauwen of om op te zuigen, bijvoorbeeld een zuurtje, pepermunt, (suikervrije) kauwgom, zacht snoep of een waterijsje.
De geur- en/of smaakzin kunnen tijdelijk of blijvend verminderd/veranderd zijn door bijvoorbeeld infecties (verkoudheid), ontsteking (chronisch geur- en smaakverlies), bestraling op het hoofd, chemotherapie, inname van bepaalde medicatie, te droge mondslijmvliezen, roken, depressie, hoofdtrauma en tumoren.
Smaakzenuwvezels, die met de smaakzenuwen (nervus facialis en nervus glossopharyngeus) zijn verbonden gaan via de hersenstam naar de hersenen, naar het slaapbeenkwab.
Bittere smaak in mond kan bij meerdere aandoeningen voorkomen. Een bittere smaak in je mond kan verschillende oorzaken hebben. Zo kan je door bijvoorbeeld griep, verkoudheid of een amandelontsteking een bittere smaak in je mond krijgen.
Wanneer een vloeistof of een vaste stof onze tong raakt, sturen de smaakpapillen dit als prikkels door naar het 'reuk- en smaakcentrum' in onze hersenen. Die prikkels worden daar vervolgens omgezet in smaak. Toch is ook het onderscheiden van smaken complex. Hoe iets precies smaakt hangt af van allerlei factoren.
Smaakverandering is normaal als je ouder wordt – feit
Na het 40e levensjaar gaat het afbreken van de smaakpapillen even snel, maar de aanmaak trager. Daardoor zijn er steeds minder smaakpapillen en ervaren we smaak minder of anders. Sommige voedingsmiddelen vinden we daardoor minder lekker dan vroeger.
Als je ondervoeding hebt, krijg je minder energie (calorieën) eiwitten, vitamines en mineralen binnen dan je nodig hebt. Het lichaam gebruikt dan reservevoorraden in vet- en spierweefsel. Zo worden vet en spieren afgebroken. Vooral de afbraak van spieren is nadelig.
Niet (meer) willen eten (of drinken)
Ouderen met dementie willen soms niet eten, omdat ze denken dat ze al gegeten hebben. Of ze voelen niet meer dat ze honger (of dorst) hebben. Ze kunnen zelfs denken dat het eten vergiftigd is, omdat ze waanbeelden krijgen door de dementie. Dan verzetten ze zich ertegen.
Waarom heb ik een metaalsmaak in mijn mond? Er zijn vele mogelijke oorzaken voor een metaalsmaak in je mond, waaronder slechte mondhygiëne, zwangerschapshormonen, bijwerkingen van medicijnen of een vitaminetekort.
Klachten. Een smaakstoornis kan zich op verschillende manieren uiten. Je hebt waarschijnlijk last van een veranderende, afgenomen of verdwenen smaakfunctie. Alledaagse smaken kunnen anders worden waargenomen of heb je continu een vieze smaak in je mond, zonder dat je iets eet of drinkt.
Ons smaakzintuig bestaat uit smaakpapillen op je tong en in je mond. De smaakpapillen proeven vijf basissmaken: zoet, zuur, bitter, zout en umami (hartige smaak). Als de smaakpapillen in contact komen met een stofje dat een bepaalde smaak veroorzaakt, geven je zenuwen dit door aan je hersenen, die de smaak herkennen.
Niet alleen via de neus, maar ook via de mond worden geurstoffen vervoerd naar het reukorgaan in de hersenen. Door deze connectie tussen de mond en de neus, hebben geuren een grote invloed op de smaak van voeding. Hierdoor wordt een verminderd reukvermogen vaak verward met een verminderd smaakvermogen.
Of we iets lekker vinden of niet, wordt door heel wat factoren bepaald. Niet alleen de smaak, maar ook de geur, het mondgevoel, de temperatuur en het uitzicht hebben een invloed. Nieuw onderzoek stelt dat ook muziek een rol speelt in hoe iets proeft.
Smaak ervaren is meer dan ruiken en proeven. Naast andere zintuigen voor voelen, zien en horen, wordt smaakbeleving beïnvloed door de omgeving waarin we eten, terwijl ook eerdere ervaringen verwachtingen scheppen over wat komen gaat.
Wat is reuktraining? Met reuktraining train je de hersenen om geuren weer waar te nemen en te herkennen. Dit doe je door middel van oefenen: je ruikt twee keer per dag, 20 seconden lang, aan verschillende geurflesjes. We noemen het ook wel 'fysiotherapie voor de neus'.
Na corona kunt u lang last blijven houden van slecht ruiken of proeven en moeheid. Heeft u deze klachten, maar heeft u verder geen klachten meer? Dan kunt u anderen niet meer besmetten.