Eindexamenleerlingen mogen het eindcijfer van 1 vak wegstrepen.Dat mag geen kernvak zijn, zoals Nederlands, Engels of wiskunde. Het eindcijfer van het weggestreepte vak telt dus niet mee bij het bepalen van de uitslag, maar blijft wel zichtbaar op de cijferlijst.
Met een N-term worden de scorepunten voor een examen omgezet naar een cijfer. Een N-term is doorgaans een getal tussen 0,0 en 2,0. Bekijk deze animatie over de normering in 2022 voor een uitleg over hoe de N-term precies werkt.
Je slaagt voor het eindexamen vwo wanneer je gemiddeld een voldoende haalt voor alle vakken van het centraal examen. Ook mag je maximaal één 5 als eindcijfer halen voor één van de kernvakken. Daarnaast mag je voor hooguit 2 vakken een onvoldoende als eindcijfer hebben.
Normaal gesproken mag iedere eindexamenleerling één vak herkansen van het centraal examen, maar door corona mag iedereen in 2022 twee vakken herkansen. In dit artikel lees je alles over de herexamens en waarom je kan overwegen om ook een examen in het tweede tijdvak te maken.
Eindexamenleerlingen mogen het eindcijfer van 1 vak wegstrepen. Dat mag geen kernvak zijn, zoals Nederlands, Engels of wiskunde. Het eindcijfer van het weggestreepte vak telt dus niet mee bij het bepalen van de uitslag, maar blijft wel zichtbaar op de cijferlijst.
Is een herexamen makkelijker of juist moeilijker? Er zit altijd verschil tussen de examens uit het eerste en tweede tijdvak. Maar het is niet gezegd dat een herexamen moeilijker is dan het originele examen. Beide examens worden zorgvuldig samengesteld.
Voldoende wil zeggen: 5,5 of hoger.
De kernvakkenregel eist dat je voor Nederlands, Engels en Wiskunde ten minste een: 4,5 – 5,5 – 5,5 haalt op je diploma. Deze drie cijfers worden immers naar boven afgerond en daarmee komen je gemiddelde eindcijfers dan uit op een: 5 – 6 – 6.
Nee, je mag maximaal 2 vijven OF 1 vijf en 1 vier OF 1 vier hebben op je eindlijst. Met 1 vier en 2 vijven ben je gezakt. M.
Als een examen relatief makkelijk is, wordt de N-term laag (minimaal 0,0). Je moet dan meer scorepunten halen voor een voldoende, dan wanneer een examen relatief moeilijk is. Is een examen relatief moeilijk, dan wordt de N-term hoger (maximaal 2,0, in principe).
70% normering voldoende 6.
Bij Schrijven en Spreken een of meer punten per vraag. Bij Lezen en Luisteren voor elk goed antwoord een punt; men kan dus 40 punten halen. De scores van de examens worden geprojecteerd op een 500-punten-schaal. Een score boven de 500 punten betekent geslaagd, onder de 500 punten gezakt.
Het SE-cijfer van een vak mét CE is een getal met één decimaal. Het CE-cijfer van een vak is een getal met één decimaal (zelfs als er geen SE is).
Voor de meeste scholieren niet, al komen hierdoor natuurlijk wel meer leerlingen in de gevarenzone. Dat levert meer herkansers en ook meer zakkers op. Want helaas: ook het aantal geslaagden op havo en vwo is de laatste vijf jaren gedaald: van 93% naar 89% op het vwo en van 89% naar 85% op de havo. Waarom die daling?
De meest gangbare optie is om het examenjaar opnieuw te doen. Het jaar daarop zal je dan weer het volledige centraal examen doen. Je kan er ook voor kiezen om alleen de vakken waar je voor bent gezakt opnieuw te halen via het staatsexamen.
Het gemiddeld centraal examencijfer moet onafgerond een 5,5 of hoger zijn (vanaf 1 augustus 2011). Voor de vakken Nederlands, Engels en wiskunde mag maximaal één vijf als eindcijfer behaald worden op havo en vwo (vanaf 1 augustus 2012).
Tekorten Bij de bepaling van het al dan niet voldoen aan de normen wordt gewerkt met tekorten, waarbij het cijfer 5 telt als één tekort, het cijfer 4 telt als twee tekorten, en het cijfer 3 telt als drie tekorten.
Daarbij geldt de regel: 5,5 en alles wat daarboven ligt is voldoende; alles onder 5,5 is onvoldoende.
Op veel basisscholen is echter een rapportage in letters of woorden gebruikelijk, zoals o (onvoldoende), m (matig), v (voldoende), rv (ruim voldoende) en g (goed).
Het derde tijdvak is bedoeld voor kandidaten die het examen nog niet hebben kunnen voltooien (zie artikel 3.29 Uitvoeringsbesluit WVO 2020) en voor kandidaten die nog recht hebben op een herkansing (zie artikel 3.38 Uitvoeringsbesluit WVO 2020).
Een examen dat makkelijk blijkt te zijn, krijgt in de normering een lage N-term (kleiner dan 1,0), bijvoorbeeld 0,5 of minimaal 0,0. Als een examen als moeilijk wordt beoordeeld, dan stelt het CvTE een hoge N-term (groter dan 1,0) vast, tot 'in principe' maximaal 2,0.
Uiteindelijk telt het hoogste cijfer dat je haalt. Dus als je je herkansing slechter maakt dan het eerste examen, blijft dat eerste cijfer staan.