Niet alle ruim 100 HPV-typen zijn gevaarlijk. De HPV-typen 16 en 18 veroorzaken het vaakst kanker. Deze twee typen veroorzaken samen ongeveer 70% van alle gevallen van baarmoederhalskanker en het grootste deel van de andere HPV-kankers.
De 2 gevaarlijkste zijn de typen 16 en 18, want die leiden het vaakst tot kanker. Baarmoederhalskanker is de bekendste. Maar van HPV kan je ook op andere plekken in je lichaam kanker krijgen: de mond- en keelholte, schaamlippen, anus, penis en vagina.
HPV16, 18, 31, 33, 35, 39, 45, 51, 52, 56, 58 en 59 veroorzaken baarmoederhalskanker. Dit zijn hoog-risico HPV- typen (hrHPV). HPV16 is het gevaarlijkst en veroorzaakt meer dan de helft van alle baarmoederhalkankers. HPV18 veroorzaakt 16% van alle baarmoederhalskankers.
De enige manier waarop je verder kunt weten dat je HPV hebt als het virus is ontdekt door het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker. Of als je via je huisarts een uitstrijkje krijgt, omdat je klachten heb die baarmoederhalskanker kunnen zijn.
De virustypes 16, 18, 31, 33, 45, 52 en 58 zijn samen verantwoordelijk voor 90 van de 100 baarmoederhalskankers. HPV-besmettingen worden ook in verband gebracht met kanker van de vagina, de vulva (het uitwendige deel van het vrouwelijk geslachtsorgaan), de anus, de penis en sommige mond- en keelkankers.
Krijgt u de uitslag dat er HPV humaan papillomavirus (humaan papillomavirus) is gevonden in de zelfafnameset, dan krijgt u het advies om een uitstrijkje te laten maken bij de huisartspraktijk. Bij dit uitstrijkje geldt het nieuwe verwijsschema.
Waarom ruimt het afweersysteem niet altijd het virus op? Het humaan papillomavirus kan aan de normale afweer van het lichaam ontsnappen. Dat komt doordat het virus zich met name bevindt aan de oppervlakte van de huid en slijmvliezen.
Uw lichaam ruimt het virus bijna altijd weer zelf op. Het duurt 1 tot 2 jaar voordat het virus helemaal weg is. Soms kan uw lichaam het virus niet goed opruimen. U blijft dan veel langer besmet en u heeft een grotere kans op baarmoederhalskanker.
PAP 1 HPV positief Het uitstrijkje is normaal. Wel is het HPV virus gevonden waardoor u over 6 maanden opnieuw een uitstrijkje moet laten maken om te kijken of het lichaam het virus zelf heeft opgeruimd. In het uitstrijkje zijn enkele cellen aanwezig die er iets anders uitzien dan normaal.
HPV krijg je door seksueel contact met iemand die HPV heeft. Ook door het aanraken van de penis of vagina en door orale seks kun je HPV krijgen. HPV is heel besmettelijk en geeft meestal geen klachten, daarom kan iemand met HPV zonder dat de persoon het weet iemand anders gemakkelijk besmetten.
Bijna altijd ruimt je lichaam de HPV-infectie binnen 1 tot 2 jaar weer zelf op. In ongeveer 10%-20% van de gevallen gebeurt dat niet. Dan kan na vele jaren kanker ontstaan. Ongeveer dertien hoog-risico typen HPV kunnen kanker veroorzaken.
Ondanks het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker overlijden jaarlijks meer dan 200 vrouwen aan de gevolgen van baarmoederhalskanker. Voor de andere HPV-gerelateerde kankers is er geen screening mogelijk om de kanker in een vroeg stadium op te sporen. Een HPV-infectie geeft meestal geen klachten.
De volgende uitslagen zijn mogelijk na een uitstrijkje:
hrHPV-positief en licht afwijkende cellen (Pap 2 en 3a1) hrHPV-positief en matig tot ernstig afwijkende cellen (Pap 3a2, 3b, 4 en 5)
Bijna altijd ruimt het lichaam hrHPV weer op binnen 2-3 jaar. Als er HrHPV wordt gevonden in een uitstrijkje, kunt u het virus dus al langere tijd hebben. Er is geen behandeling voor hrHPV. Meestal verdwijnt het virus vanzelf.
Baarmoederhalskanker ontstaat meestal door een jarenlange infectie met het humaan papillomavirus (HPV). Dit virus komt vaak voor. Bij sommige vrouwen kan het virus een voorstadium van baarmoederhalskanker veroorzaken. Het voorstadium van baarmoederhalskanker heet CIN.
"Het is absoluut niet zo dat mensen met HPV seksueel flink tekeer zijn gegaan. Het virus is echt heel normaal. Ook als je je hele leven slechts één seksuele partner hebt, kun je het van die partner krijgen." In de meeste gevallen is het niet ernstig als je het krijgt (zie vraag 4).
PAP3b is geen diagnose, geen ziekte. het is een uitslag van een onderzoek. En met deze uitslag is er een (redelijk grote) kans op een voorloperstadium van baarmoederhalskanker. Dat is heel goed te genezen en meestal is er maar en heel beperkte behandeling nodig (een lisexcisie).
Bij een uitslag vanaf Pap 3b wordt de kans groter dat de gynaecoloog bij onderzoek een voorstadium van baarmoederhalskanker vindt. Maar de kans op kanker is nog steeds klein. Het wil alleen zeggen dat je er op tijd bij bent. Een voorstadium is goed en makkelijk te behandelen.
PAP-scores bij uitstrijkje
PAP 2: er zijn enkele afwijkende cellen gevonden, maar een aanvullend onderzoek bij de gynaecoloog is niet nodig. De cellen herstellen zich vanzelf. Wel wordt na zes maanden een nieuw uitstrijkje gemaakt. PAP 3a: er zijn cellen met een matig ernstige afwijking gevonden.
Naar schatting tussen 70 en 80% van de seksueel actieve bevolking krijgt ooit een HPV-infectie. Dit omdat HPV heel gemakkelijk wordt doorgegeven. Je hoeft er zelfs geen seks (in de vorm van penetratie) voor te hebben. Vanaf je eerste partner heb je kans om besmet te raken met het virus.
Er bestaat geen behandeling tegen HPV. Je afweersysteem moet het virus zelf opruimen, net zoals dat gebeurt met een verkoudheidsvirus.
Het virus is niet aanwezig in sperma, speeksel of bloed.
Het papillomavirus wordt vaak al overgedragen wanneer iemand nog maar pas seksueel actief is. Jonge vrouwen met een seksleven worden het meest blootgesteld aan besmettingsgevaar, dat afneemt met de leeftijd.
Behandeling met een crème bij onrustige cellen door HPV
U kunt een crème met imiquimod krijgen. Deze crème maakt de afweer van uw huid sterker. Hierdoor verdwijnen de onrustige cellen. De arts vertelt u hoe lang u de crème kunt gebruiken.
Bij CIN 3 is de kans dat er uiteindelijk baarmoederhalskanker ontstaat groter. Daarom adviseren artsen bij CIN 3 bijna altijd om je te laten behandelen. Zo kun je voorkomen dat CIN 3 overgaat in baarmoederhalskanker. Welke behandeling het meest geschikt is, hoor je van je arts.
Abnormale ontwikkeling, abnormaal uiterlijk en abnormale organisatie van de cellen, wat hen onderscheidt van de normale cellen wat betreft hun grootte, vorm en organisatie in de weefsels. Dysplasie wijst bijna altijd op een precancereuze toestand.