We richten ons op de meest voorkomende Franse werkwoorden en hun vervoegingen in vier tijden: présent (tegenwoordige tijd), passé composé (voltooid tegenwoordige tijd), imparfait (onvoltooid verleden tijd) en futur simple (toekomende tijd).
Eenentwintig Franse tijden voor werkwoorden is veel, maar het is niet nodig om ze allemaal in één keer te onthouden. We geven je een beknopte uitleg van de verschillende Franse werkwoordstijden in de passé (verleden tijd), présent (heden) en futur (toekomstige tijd).
De indicatif présent is een wijs en tijd van het werkwoord in het Frans. Het is de tegenwoordige tijd (le présent) van de indicatief, of onvoltooid tegenwoordige tijd. De vervoeging verschilt bij regelmatige en onregelmatige werkwoorden.
Je kunt er alle Franse werkwoorden vervoegen (alle groepen) in elke tijds- en aspectvorm: Présent, Passé composé, Imparfait, Plus-que-parfait, Passé simple, Passé antérieur, Futur simple, Futur antérieur, Past, Present, Future, etc.
De imparfait is de werkwoordstijd (tempus) die in het Frans wordt gebruikt voor de onvoltooid verleden tijd. Hij wordt dus gebruikt om te zeggen hoe iets vroeger was of dat men iets vaak deed.
We richten ons op de meest voorkomende Franse werkwoorden en hun vervoegingen in vier tijden: présent (tegenwoordige tijd), passé composé (voltooid tegenwoordige tijd), imparfait (onvoltooid verleden tijd) en futur simple (toekomende tijd).
We maken een onderscheid tussen tegenwoordige, verleden en toekomende tijden.We maken ook een onderscheid tussen onvoltooide en voltooide tijden: tijden zonder voltooid deelwoord tegenover tijden met een voltooid deelwoord (zoals gesnurkt, gebleven).
FRANS - DE MOOIST GESPROKEN TAAL
Als er een taal is die wereldwijd unaniem wordt erkend om haar schoonheid, dan is het wel het Frans. Volgens verschillende informele online enquêtes lijkt er over de hele wereld een algemene verliefdheid te bestaan voor gesproken Frans.
Voorbeeld: Ik zal wachten= j'attendrai. De meest voorkomende onregelmatige werkwoorden hebben ook een onregelmatige vorm van de futur, bijvoorbeeld ik zal hebben = j'aurai OF ik zal zijn = je serai.
Le conditionnel is de Franse 'zou'-vorm. Le conditionnel is dus de onvoltooid verleden toekomende tijd. Vaak praat je in de conditionnel over iets wat je zou doen of zou willen doen in de toekomst. “Ik zou zo graag op vakantie willen!”
Hoe maak ik deze tijd ? Onderwerp +vervoeging “ se ” + hulpwerkwoord + voltooid deelwoord + uitgang voltooid deelwoord. Elles – Zij ( Vrouwelijk meervoud ). Normaal heb je geleerd dat de Franse 2 hulpwerkwoorden hebben ( avoir en être ).
Vervoeging futur proche
In het Nederlands heet de futur proche de onvoltooid tegenwoordig toekomende tijd. Hiervoor gebruikt het Nederlands het werkwoord 'gaan', bijvoorbeeld: “ik ga zwemmen”. In het Frans wordt de futur proche op dezelfde manier gevormd: aller + infinitief.
De conditionnel présent in het Frans wordt in het nederlands de voorwaardelijke wijs genoemd.
Er zijn veel manieren om te vragen: "Hoe laat is het?" Astronomen kunnen de standaardtijd van de zon, de gemiddelde zonnetijd, de siderische tijd, de universele tijd of de Juliaanse datum en de vele aangepaste vormen daarvan gebruiken. Astronomen beschrijven drie verschillende soorten schemering, de tijdsvereffening, 24 tijdzones en een astronomische dag.
De toekomende tijd in het Frans (le futur simple) wordt gebruikt voor het beschrijven van handelingen die binnenkort uitgevoerd zullen worden. L'année prochaine, j'apprendrai le chinois. apprendre, futur Volgend jaar ga ik Chinees leren.
Savoir betekent gewoon iets weten, zoals een feit of hoe je iets kunt doen.