Tip Je conclusie schrijf je in de onvoltooid tegenwoordige tijd als je feiten presenteert en de voltooid tegenwoordige tijd als je verwijst naar het onderzoek dat je hebt gedaan.
In je samenvatting heb je het over je onderzoek dat je al hebt uitgevoerd. Je verwijst daarom naar het afgeronde onderzoek met de voltooid tegenwoordige tijd of de onvoltooid verleden tijd. Feiten en conclusies daarentegen beschrijf je in de onvoltooid tegenwoordige tijd.
Je schrijft je methoden doorgaans in de onvoltooid verleden tijd (de doelgroep werd) en in de voltooid tegenwoordige tijd (de data zijn geanalyseerd). Voor zaken als feiten, definities en een beschrijving van je onderzoeksopzet kun je de onvoltooid tegenwoordige tijd gebruiken (de doelgroep is).
Tips voor het schrijven van je conclusie:
Beschrijf alleen wat je hebt gevonden, zonder interpretatie. Sluit je conclusie af met een krachtige slotzin waarin je kort samenvat wat het antwoord op je hoofdvraag was. Schrijf je conclusie altijd als laatste, zodat je alle benodigde informatie tot je beschikking hebt.
Welke werkwoordstijd gebruik je voor de resultaten, conclusie en discussie? In de resultatensectie presenteer je je bevindingen op basis van je onderzoek. Dit zijn voornamelijk feiten. Je gebruikt dan de onvoltooid tegenwoordige tijd.
Een conclusie is meestal 200 tot 400 woorden lang, maar afhankelijk van de lengte van je scriptie kan je conclusie ook langer zijn. Het is belangrijk dat je je het antwoord op de onderzoeksvraag objectief en beknopt formuleert. Je conclusie komt na je resultaten en voor een eventuele discussie.
De conclusie van je scriptie is een beschrijvende samenvatting van je onderzoek: daarin is geen plaats voor nieuwe informatie. Maak er een goed en lopend verhaal van waarin je een sluitende conclusie geeft van je onderzoek en antwoord geeft op je onderzoeksvraag. Zet dus niet letterlijk de vraag en het antwoord neer!
Een conclusie moet altijd:
Markeer het belangrijkste argument dat in het essay wordt gepresenteerd. Vat het antwoord op de essayvraag samen, zoals aangegeven in de inleiding. Verwijs terug naar de essayvraag om aan te tonen dat deze is beantwoord.
Let op Er is een verschil tussen je resultaten, conclusie en discussie. In je resultaten beantwoord je nog niet de hoofdvraag.Dit doe je pas in de conclusie. Ook ga je nog niet in op subjectieve interpretaties over wat de resultaten betekenen.
Een goed slot van een presentatie bevat eigenlijk drie onderdelen: de samenvatting van de belangrijkste onderdelen, het herhalen van de kernboodschap en de uitsmijter. Onder de uitsmijter verstaan we een knallend einde dat niet snel vergeten wordt.
De inclusiecriteria (en exclusiecriteria) zijn een belangrijk onderdeel van een onderzoeksprotocol. Als ze goed zijn gedefinieerd, vergroten de inclusie- en exclusiecriteria de kansen dat het onderzoek betrouwbare resultaten oplevert. Ook beschermen ze de deelnemers tegen letsel en minimaliseren ze de risico's.
Waar je het in de conclusie bondig hield, ga je er in de discussie dieper op in. Je schrijft je discussie, net als de resultaten en conclusie, hoofdzakelijk in de onvoltooid tegenwoordige tijd.Als je verwijst naar afgeronde zaken (zoals onderzoek dat je gedaan hebt) gebruik je de voltooid tegenwoordige tijd.
De methode schrijf je meestal voornamelijk in de onvoltooid of voltooid tegenwoordige tijd.
In de conclusie beantwoord je de onderzoeksvraag op basis van de resultaten van je onderzoek. In de conclusie mag nooit nieuwe informatie gepresenteerd worden. Daarnaast mag je in de conclusie alleen puur observeren en nog niet interpreteren. Het interpreteren van de resultaten komt pas aan bod in de discussie.
Eindig met een krachtige conclusie
In de conclusie van het essay vat je je standpunt en argumentatie samen. Je hoeft niet de argumenten uitgebreid te herhalen. Houd het kort en geef ook geen nieuwe informatie. Laat wel weten hoe uit jouw argumenten logisch voortvloeit dat je standpunt klopt.
De conclusie begint met een samenvatting van de hoofdvraag of probleemstelling. Vervolgens leg je de conclusies en bevindingen uit die je in je scriptie hebt beschreven. Tenslotte beantwoord je de hoofdvraag en leg je uit door hoe je tot deze conclusie bent gekomen.
S: Een resultaat is wat er is, wat we konden zien. Een conclusie is wat we van het resultaat kunnen leren. 5. S: Conclusies zijn als een samenvatting van alle resultaten .
Introductie conclusie
Je conclusie begint met het herhalen van je onderzoeksvraag en/of hoofdvraag en je deelvragen. Vervolgens geef je beknopt aan hoe je die vragen hebt onderzocht.
Strategieën om te voorkomen
De these voor het eerst in de conclusie formuleren . Een nieuw idee of subonderwerp in uw conclusie introduceren. Eindigen met een herformuleerde these zonder enige inhoudelijke wijzigingen. Sentimentele, emotionele oproepen doen die niet passen bij de rest van een analytisch artikel.
Herhaal je these : herinner lezers aan je hoofdargument. Herhaal je ondersteunende punten: herinner lezers aan je bewijs of argumenten. Sluit alles af door het allemaal aan elkaar te knopen. Schrijf een clincher: laat je lezer met de laatste zin iets hebben om over na te denken.
Een conclusie wordt getrokken op basis van lang nadenken, overwegen, onderzoek doen en geeft vaak antwoord op een gestelde vraag. Die vraag kan soms tussen de regels door staan (dat betekent dat de vraag niet letterlijk gesteld wordt, maar wel aanwezig is in de tekst).
Het herhalen van uw these is slechts een kort eerste deel van uw conclusie. Zorg ervoor dat u uzelf niet simpelweg herhaalt; uw herhaalde these moet nieuwe en interessante taal gebruiken . Nadat u uw these hebt herhaald, moet u niet alleen de belangrijkste punten van uw argument samenvatten.