EMDR. EMDR is een behandeling om minder last te hebben van nare dingen die u heeft meegemaakt (trauma). Bij een dissociatieve stoornis gaat een EMDR-behandeling meestal op deze manier: U denkt terug aan een gebeurtenis waar u veel last van heeft.
Tegen dissociatie op zichzelf bestaat geen medicatie. Wel kan medicatie een indirecte invloed hebben op dissociatie, zowel in positieve als in negatieve zin. Het kan bijvoorbeeld dissociatie versterken waardoor je (nog) minder contact voelt met jezelf of met je omgeving.
In alle gevallen geldt: probeer zelf rustig te blijven, laat iemand niet alleen, benoem wat je doet en praat op een duidelijke maar vriendelijke toon. Het is ook fijn als je zelf iets van dissociatie weet. Begrijpen wat er met iemand gebeurt, en dit misschien ook uit kunnen leggen, geeft rust.
Sommige mensen hebben tijdens hun eerste aanval het gevoel dood te gaan. In een mildere vorm hebben mensen het gevoel er niet helemaal bij te zijn. Vaak zeggen patiënten zich bewust te zijn van de mensen om hen heen, maar niet met hen te kunnen praten.
In het kort: Dissociatie is een beschermingsmechanisme dat je in staat stelt om nare ervaringen en de herinneringen daaraan te ontlopen. Bij dissociatie zijn bepaalde functies in de hersenen verstoord, zoals het bewustzijn, geheugen of de waarneming van de omgeving.
De symptomen van dissociatie
Het voelt alsof iemand buiten zijn eigen lichaam staat. Gedachtes, emoties en gevoelens worden dan uitgeschakeld. Op deze manier beschermt men zichzelf van de situatie. Dit kan niet alleen gebeuren op het moment zelf, maar kan ook nadat iemand een traumatische ervaring heeft opgelopen.
Kenmerkend voor alle dissociatieve stoornissen is dat de (emotionele) verbinding met een ander vaak erg wisselend is en/of soms afwezig. En dat er vaak sprake is van traumatische ervaringen, waardoor iemand zich vaak angstig, verward, boos of gevoelloos voelt.
Een dissociatieve identiteitsstoornis kan niet worden verholpen met medicatie. Echter, omdat DIS vaak samengaat met andere aandoeningen, zoals angst of depressie, kan de arts ervoor kiezen om de symptomen van deze aandoeningen te verlichten met medicijnen.
Een dissociatieve stoornis kan overgaan. Bijvoorbeeld als u nare ervaringen uit het verleden helemaal kunt verwerken. Het kan ook zijn dat de klachten wel minder worden, maar niet helemaal weggaan.
Dissociëren kan worden beschouwd als een vorm van afweer dat iemand in staat stelt extreme angst of stress te verdragen. Dit gebeurt door het loskoppelen van (aspecten van) de traumatische gebeurtenis en de bijbehorende belevingen waarmee de patiënt aan de traumatische ervaring kan ontsnappen.
Een dissociatieve stoornis is een psychische ziekte. Iemand heeft daarbij soms het gevoel 'los te raken' van zichzelf of van de omgeving. Dit heet dissociatie. Iemand lijkt dan niet te merken wat er om hem heen gebeurt en is afwezig.
Dissociatieve fugue
Een patiënt kan op de vlucht slaan, soms naar een heel andere regio, of een andere identiteit aannemen. Vaak is een verbaasde gelaatsuitdrukking een symptoom. Het vluchtgedrag wordt meestal veroorzaakt door een trauma of stress.
Bij mensen met een eerste psychotische episode is nog geen onderzoek gedaan naar dissociatie. Benieuwd hoe dit zit? Dissociatie is een (tijdelijke) verstoring van de integratie van bewustzijn, geheugen, identiteit, cognities of perceptie. Uit eerdere studies blijkt dat dissociatie vaak voorkomt bij mensen met psychose.
Dissociatie is op zich geen erfelijke aandoening. Bij de manier waarop kinderen leren omgaan met angst spelen ervaringen een belangrijke rol. Ervaringen wat een kind meemaakt, hoe een kind geleerd wordt om om te gaan met angst en hoe een kind ziet dat anderen in de omgeving omgaan met angsten.
Psychotherapie is een effectieve behandelmethode voor psychische klachten en problemen waarbij gesprekken tussen cliënt en behandelaar centraal staan. Het is een parapluterm voor allerlei therapievormen die een psychotherapeut kan inzetten voor de behandeling van psychische klachten.
Bij derealisatie of depersonalisatie is er sprake van een verstoring in het bewustzijn, waarbij iemand zichzelf of zijn omgeving als onwerkelijk en vreemd ervaart. Dit duiden we met een meer algemene term aan als dissociatie, wat betekent dat je op afstand komt te staan van je bewustzijn.
pathologische dissociatieve verschijnselen zijn veelal traumagerelateerde verschijnselen zoals (functionele) amnesie, fugue in het heden en identiteits-fragmentering. Deze symptomen wijzen wel in de richtig van een dissociatieve stoornis. Dan moet er ook sprake zijn van lijden/problemen in dagelijks functioneren.
De ervaring van 'bevriezen' of 'verdoven' wordt wel beschreven als een zich fysiek, mentaal en emotioneel verlamd voelen door een bepaalde consternatie. De bevriezing zorgt dat je niet de enormiteit hoeft te voelen van wat er met je gebeurt. In die zin ligt het dus dicht bij dissociatie.
Minstens twee van jouw identiteiten nemen jouw gedachten, gedrag en gevoelens regelmatig over. Je hebt geen controle over of bewustzijn van de wisselingen. Je hebt 'gaten' in je geheugen (amnesie). Grote gebeurtenissen, maar ook gewone dagelijkse bezigheden of boodschappen, kun je je niet meer herinneren.
Jaarlijks krijgen ongeveer 4000 mensen in Nederland de diagnose Dissociatieve identiteitsstoornis. Dissociatieve stoornissen worden vaker bij vrouwen dan bij mannen gediagnosticeerd, maar dissociatieve symptomen komen in de bevolking evenveel voor bij mannen als vrouwen.
Als je last hebt van dissociatie kan het voelen alsof je gedachten, gevoelens, herinneringen en lichamelijke gewaarwordingen niet van jezelf zijn (depersonalisatie). Ook kunnen de wereld en de mensen om je heen kunnen heel vreemd aanvoelen (derealisatie). Je tijdsbeleving kan anders zijn dan normaal.
Het kan beschouwd worden als een soort afweermechanisme dat iemand in staat stelt extreme angst of stress te verdragen. Wanneer iemand bij traumatische ervaringen dissocieert kan het zijn dat er later ook gedissocieert wordt wanneer er geen gevaar is.
Bij derealisatie ervaar je gevoelens van vervreemding en onwerkelijkheid met betrekking tot je omgeving en andere mensen. Mogelijke oorzaken zijn onder andere ziekte, slaaptekort en alcohol- en/of drugsgebruik.
Mensen met DIS kunnen een scala aan klachten en problemen hebben. Hun leven is vaak volledig ontregeld. Er zijn ook mensen met DIS die kunnen blijven functioneren. Hoewel ook zij leven met de zware last van vroegkinderlijk trauma, houdt het overlevingsmechanisme dat DIS heet hen nog altijd overeind.