De Rijksoverheid en provincies willen de Nedersaksische taal houden en het gebruik aanmoedigen. Zoals het Gronings, Drents of Twents. Het Nedersaksisch is daarom erkend als regionale taal. Het wordt gesproken in Drenthe, Fryslân, Gelderland, Groningen en Overijssel.
In Nederland is de groet moi vooral in Groningen en Drenthe gebruikelijk. Hij is sinds het einde van de 20e eeuw ook in grote delen van Overijssel, met name in Twente (moi(n)), en in de Achterhoek populair.
Het Limburgs en het Nedersaksisch zijn niet-gestandaardiseerde talen. Zo kent het Nedersaksisch verschillende varianten. Zoals het Gronings, het Drents en het Twents.
Het Twents is een dialect van het Nedersaksisch. Nedersaksisch is één van de twee erkende streektalen in Nederland (de ander is het Limburgs). Daarnaast is het Fries al verheven tot de tweede officiële taal van Nederland.
Metworst of boerenworst (harde gekruide worst van varkensvlees en varkensvet) Kozak (een Twentse koek van chocolade, marsepein, biscuit en jam) Krentenwegge (een brood waarbij krenten worden meegebakken) Bakleverworst (een echte Twentse delicatesse van spek, ham en lever)
Het is namelijk een echt Twents woord: de Otto. Waarom wordt het de Otto genoemd? Het is simpelweg het merk van de afvalbak. In de jaren 70 zijn de afvalbakken namelijk geproduceerd en uitgeleverd met het merknaam prominent op de afvalbak.
mam (v.)
9. Deze koekjes zijn slof. Mensen die niet uit Twente komen snappen dit echt niet. 'Sloffe koekjes' betekent: oude koekjes die zacht zijn geworden.
hoes (o.) hoes (o.)
Het Nederlands wordt met het Duits, Engels, Zweeds en Deens gerekend tot de Germaanse talen. De onderlinge verstaanbaarheid tussen deze talen verschilt. Deens en Zweeds zijn onderling het meest verstaanbaar, maar ook Nederlands en Duits zijn over en weer verstaanbaar.
Wat niet weet, wat niet deert. ''t Geen men niet weet, deert het herte niet, van iets geheel onbekends kan men geen smertelijke aandoening hebben' (Tuinman I, 331).
Met bijna 1300 stemmen is 'onmeunig' uitgeroepen tot het mooiste dialectwoord van Overijssel.
Snigge, m., slak. Snok, m., hik.
“Goodgoan “ is de bekendste en mooiste Twentse groet die we elkaar toewensen. Waar je ook gaat of staat; het ga je goed! De uitdrukking is ook een werkwoord: goed gáán!
Haar hond heet Bössel wat kwajongen betekent in het Twents.
Kats an de latten, in het Sallands betekenis helemaal of totaal dood en doodmoe. Ik ben vandaag Kats an de latten.
Te pas en te onpas betekent 'telkens weer, bij iedere gelegenheid'. Vaak klinkt er ook ergernis in door. In een zin als 'De buurman komt te pas en te onpas onze tuin in lopen' bedoel je dat de buurman in jouw ogen te vaak en waarschijnlijk ook op ongelegen momenten in je tuin opduikt.
Bij Twente denk je misschien aan kleinschalig boerenlandschap met glooiende essen en kabbelende beekjes. Wist je dat je in deze regio ook uitgestrekte hoogveengebieden vindt? Twente is daarnaast ook bekend om zijn landgoederen.
Een “Tuffel” is een aardappel in het Twents.
Neem het woord 'soppen', een puur Twents woord dat 'vies maken' betekent in de zin van 'zit niet zo te soppen'. Correct Nederlands is het niet, maar een mooie uiting van ons taalgebruik is het wel. Veel Twentenaren weten niet dat dit puur Twents is.
In de finale versloeg pieneköttel de woorden 'lyyeshearhönne' (lieveheersbeestje in het Hindeloopens) en sókkerkäörkes (muisjes van beschuit in de taal van Venlo).
VideoOLDENZAAL - In Twente gooien we ons afval natuurlijk keurig in de daarvoor bestemde bak. Maar een echte Tukker spreekt niet van een 'afvalcontainer' of 'prullenbak'. Oost-Nederland is het land van de otto en de kliko. Maar waar komt die naam eigenlijk vandaan?
Twente (Nedersaksisch: Tweante, Twente) is een landstreek in het oosten van Nederland, die het oostelijke deel van de provincie Overijssel omvat.
Een apart slag volk. Iedereen die wel eens in het oosten van Overijssel is geweest, heeft het kunnen ervaren: in Twente woont een apart slag volk. Niet dat de Tukkers zich ook maar iets van die typering aantrekken: ze zijn er juist trots op.