De namen van hun koningen zijn zuiver Keltisch. Dat lijkt er op te wijzen dat bij de Eburonen tenminste de hogere klasse Keltisch was of althans "gekeltificeerd" (dat wil zeggen de taal en de gebruiken van de Kelten had overgenomen).
Die Kelten werden al snel veroverd door de Oude Belgen, vermoedelijk een semi-Germaanse stam met een Keltische taal. Uit plaatsnamen leidt men af dat de inwoners van het noorden van België in de Romeinse tijd Germaans-Keltische stammen waren die Keltische dialecten spraken.
Hoewel het Nederlands grotendeels op het Germaans is terug te voeren zijn er nog wat Keltische woorden in aan te treffen, bijvoorbeeld ambt, ambacht, kar en gijzel-. Ook de namen van metalen zoals ijzer en lood zijn waarschijnlijk op de Kelten – die als smeden beroemd waren – terug te voeren.
De Belgae ten zuiden van de Ardennen waren in hoofdzaak van Keltische afkomst, ten noorden van de Ardennen van Germaanse, maar allen hadden ze een (gedeeltelijke) Germaanse afkomst.
Gallia Belgica
De bewoners, de Belgae of Belgen, worden door Caesar omschreven in Commentarii de bello Gallico: “Gallië is verdeeld in drie delen, waarvan er één bewoond wordt door de Belgen, een ander door de Aquitaniërs, een derde door hen die zichzelf in hun taal Kelten noemen, maar die wij Galliërs noemen.
Inleiding - Romeinen, Kelten en Germanen
Visigoten, Ostrogoten, Vandalen en Franken rekenen we tot de Germaanse stammen met een eigen taal, godsdienst en cultuur. De Keltische stammen werden door de Romeinen Galliërs genoemd. De stammen verschilden onderling sterk maar hadden een gemeenschappelijke taal.
in het Spaans wordt galo vaak gebruikt als synoniem voor Frans. Galliërs, ook bekend als Kelten, waren de bewoners van Gallië en een groot deel van overig Europa.
De meeste mannen droegen, net als de vrouwen, hun haar in een staart of vlecht. Bijna alle mannen hadden een snor. De armere Kelten droegen ook een baard terwijl de rijkere de wangen scheerden. De Kelten droegen meestal kleding gemaakt van wol of linnen.
Op hun hoogtepunt in de 4de eeuw v. Chr. bewoonden zij de Britse eilanden, het Iberisch schiereiland (Basken, Galiciërs), Centraal-Turkije en een stuk land dat van Frankrijk tot Roemenië liep. Keltische talen worden nu alleen nog gesproken in Ierland, Schotland, Man, Wales, Cornwall en Bretagne.
De Franken waren een federatie van reeds eerder bekende Germaanse stammen, die rond het midden van de 3e eeuw na Christus tot stand kwam. Wellicht verbonden deze stammen zich onder Saksische druk nabij de limes langs de Rijn van het Romeinse Rijk.
De Frisii en de Friezen
Naar huidige inzichten stammen de tegenwoordige Friezen niet af van de Frisii van Tacitus, maar van landverhuizers uit de 5e en 6e eeuw die de kust van Nederland en Duitsland koloniseerden. Er is geen aantoonbaar bewijs voor continuïteit in de bewoningsgeschiedenis van het noorden van Nederland.
Het Fries is een West-Germaanse taal (vgl. hierbij de karakterisering van de Germaanse taalfamilie) die door ongeveer 400 000 mensen in de provincie Friesland wordt gesproken. Het is nauw verwant met het Nederlands maar vertoont ook een aantal frappante overeenstemmingen met het Engels, vooral op lexicaal niveau.
De Germanen is een verzamelnaam voor de volken en stammen uit de oudheid die een Germaanse taal spraken, zoals de Bataven, de Gothen, de Saksen en de Friezen. Ze ontwikkelden een eigen alfabet in runen. Lange tijd leefden ze in Europa naast de Romeinen en Kelten, van wie ze ook grote gebieden innamen.
Julius Caesar bijvoorbeeld beheerste het Grieks volledig.
Het Waals. Ooit was het Waals de voertaal bij uitstek in een groot deel van het huidige Wallonië. Het was een bloeiende cultuurtaal vanaf de dertiende eeuw (mogelijk zelfs vroeger) en werd toen al onderscheiden van het (toenmalige) Frans, al werd het Waals toen nog niet Waals genoemd maar 'Roman'.
Vlamingen zijn de inwoners van het huidige gewest Vlaanderen. De term 'Vlaming' kan vervolgens ook betrekking hebben op verschillende groepen en personen: Een lid van de Vlaamse Gemeenschap. Een inwoner van het Vlaams Gewest.
Dit is met name te zeggen over de taal. Gebieden waar Keltische talen nog steeds gesproken worden zijn Ierland (Iers), Schotland (Schots-Gaelisch), Wales (Welsh) en Frankrijk (Bretons).
Onder Keltische talen verstaan we het Schots Gaelisch, het Iers, het Manx, het Wels, het Cornisch, en het Bretons. De eerste drie talen behoren tot het zogenaamde Gaelisch Keltisch en de laatste drie tot het wat jongere Brythonisch of Brits Keltisch.
De triquetra is een Keltische knoop. Bij de Kelten staat de triquetra voor leven, dood en de wedergeboorte, alsook de drie natuurkrachten: land, lucht en zee.
De Kelten waren meerdere volken en stammen die Keltische talen spraken, zoals de Galliërs, de Ieren en de Britten. Ze bewoonden vanaf de zevende eeuw grote gebieden in Europa en waren zeer bekwaam in de bouwkunst en smeedkunst.
Met de Germanen wordt een verzameling volkeren en stammen aangeduid die rond het begin van onze jaartelling een Germaanse taal spraken. De Germaanse talen behoren tot de Indo-Europese taalfamilie. Destijds woonden Germanen in Scandinavië en op de Noord-Europese Laagvlakte.
Verwijst naar de stijl en periode die wordt geassocieerd met de Kelten, een vroeg Indo-Europees volk dat zich over Europa verspreidde van de Britse eilanden en het noorden van Spanje tot het oosten van Transsylvanië, de kusten van de Zwarte Zee en Galatia in Anatolië, van het 2de millennium tot de 1ste eeuw v.
De Germanen geloofden niet alleen in Wodan, maar ook in andere goden en godinnen. Wodan was wel de belangrijkste god. Vanaf ongeveer het jaar 700 namen veel Germanen een andere godsdienst aan: het christendom.
Het dorp van Asterix en Obelix (of Gallisch dorp , of dorp van de onherleidbare Galliërs ) is een fictief dorp in Armorique en speelt een centrale rol in de Franse stripreeks Asterix . In dit dorp wonen de helden van de serie Asterix en Obelix , evenals andere hoofdpersonen.