In totaal is er bij dit ongeval meer de helft van het radioactieve jodium (ruim 4.000 PBq) en ongeveer een derde deel van het radioactieve cesium (ca.130 PBq) vrijgekomen. Bijna de helft van het radioactief jodium bestond uit Jodium-131, dat een halveringstijd heeft van 8 dagen.
De stralingsniveaus in de kerncentrale van Tsjernobyl en het nabijgelegen gebied (met inbegrip van de stad Pripyat) varieerden van 0,1 tot 300 Sieverts per uur (bijna een miljard – 1.000.000.000 keer meer dan de gebruikelijke natuurlijke achtergrondstraling gemeten in microSieverts – μSv).
De kernramp van Tsjernobyl is de grootste kernramp die ooit heeft plaatsgevonden. Het ongeval gebeurde op 26 april 1986 nabij de Oekraïense (toen nog deel van de Sovjet-Unie) steden Tsjernobyl en Pripjat, vlak bij de grens met Wit-Rusland. Reactor 4 van de kerncentrale explodeerde bij dit ongeluk.
Door de ontploffing kwam er veel radioactieve straling vrij, die aan vele duizenden mensen het leven heeft gekost. Meer dan 35 jaar na de ramp is het stralingsniveau in het gebied rond Tsjernobyl nog altijd gevaarlijk hoog. Er ligt dus nog een hoop radioactief materiaal in het gebied.
De overblijfselen van reactor nr. 4 zullen nog lange tijd radioactief blijven. De isotoop die verantwoordelijk is voor het merendeel van de externe dosis gammastraling bij de kerncentrale Tsjernobyl is cesium-137, dat een halveringstijd heeft van ongeveer 30 jaar.
Het leven is niet gemakkelijk voor de Tsjernobyl-zwerfdieren. Niet alleen moeten ze de strenge Oekraïense winters doorstaan, maar ook dragen ze vaak verhoogde niveaus van straling in hun vacht en hebben ze een verkorte levensverwachting.
Behandeling. In principe bestaat er geen behandeling tegen de directe effecten van ioniserende straling. Slechts de secundaire effecten kunnen eventueel bestreden of beperkt worden. Het maakt overigens verschil of de bestraling lokaal of over het gehele lichaam plaatsvond.
Directe effecten treden op kort nadat iemand is blootgesteld aan een hele hoge dosis radioactiviteit (vanaf 1 gray). Zo iemand kan stralingsziekte oplopen. Dit uit zich in misselijkheid, diarree en een toenemend tekort aan bloedlichaampjes. De kans op bloedingen en infectieziekten is hierdoor groter.
De bij radioactiviteit vrijkomende straling kan chemische veranderingen veroorzaken in materie en dus ook in menselijke cellen. Het gaat dan om somatische weefselbeschadiging of van DNA-moleculen waardoor de erfelijke informatie wordt aangetast. Het lichaam zal proberen het beschadigde DNA te repareren.
Bij de meeste onderzoeken wordt gebruik gemaakt van Technetium 99m. De hoeveelheid radioactiviteit van deze stof halveert iedere 6 uur. Daarnaast scheidt het lichaam deze stof via de natuurlijke weg uit. Hierdoor is de radioactieve stof slechts enkele dagen in uw lichaam aanwezig.
Tot op de dag van vandaag wonen en werken er zevenduizend mensen in de omgeving van de voormalige centrale, terwijl een veel kleiner aantal bewoners ondanks de risico's naar omringende dorpen is teruggekeerd.
Echt serieus wordt het rond de 4000 millisievert. Als een persoon dan niet wordt behandeld, kan hij binnen twee maanden sterven. Bij 10.000 millisievert zal iemand in een of twee weken dood zijn aan interne bloedingen. Het dubbele daarvan tast het centrale zenuwstelsel aan en leidt binnen enkele uren tot de dood.
De symptomen van stralingsziekte zijn hoofdpijn en vermoeidheid bij lichte vormen. Bij zeer zware gevallen treden zwaardere symptomen op, zoals misselijkheid, overgeven en uiteindelijk de dood binnen een paar weken. Iedereen die wordt blootgesteld aan een extreem hoge dosis straling krijgt stralingsziekte.
Op het hoogtepunt van de ramp was de stralingsdosis aan de rand van het reactorterrein 400 mSv per uur. Binnen de 20 km veiligheidszone rond Fukushima was de straling opgelopen tot ongeveer 7 mSv per jaar. Een groter gebied tot een straal van 30 km werd ontruimd en afgesloten voor verdere bewoning.
Wie vier uur in een vliegtuig zit, krijgt ongeveer evenveel straling in zijn lijf als tijdens een x-ray van de tandarts. Dat heeft nieuw onderzoek uitgewezen. Voor iemand die af en toe op reis gaat met het vliegtuig, kan die kosmische straling op zich weinig kwaad.
Maar als je goed naar de gids luistert is er niets aan de hand. Je mag bijvoorbeeld geen dingen aanraken, want poppen, knuffels en boeken zijn wel met radioactieve straling besmet. Tijdens de excursie krijg je een geigerteller mee die automatisch gaat piepen als je in de buurt komt van veel straling.
Radioactieve of beter gezegd ioniserende straling delen we in in alfa-, bèta- en gammastraling. Alfastraling is de gevaarlijkste van de drie. Alfastraling bestaat uit de kernen van heliumatomen die met 10.000 tot 20.000 km/s rondrazen.
Om jezelf te beschermen tegen de andere radioactieve stoffen en tegen de stralen die worden uitgezonden, moet je schuilen: blijf binnen en houd ramen en deuren gesloten. Jodiumtabletten zijn het meest efficiënt als ze op het juiste moment worden ingenomen. Volg hiervoor de aanbevelingen van de overheid.
De straling van WiFi tegenhouden of verminderen in huis is mogelijk. Plug een vaste pc aan de kabel in plaats van gebruik te maken van het WiFi netwerk. Dit is veiliger, is soms sneller, en kost nog minder energie ook. Straling wordt tegengehouden door aluminiumfolie.
De industrie ontdekte dat er in iedere sigaret 0.04 picocuries polonium 210 zit. Hoewel dat een zeer kleine hoeveelheid is, wordt de kans op longkanker door dit te inhaleren vergroot.
Overheidsmaatregelen bij een kernongeval
jodiumtabletten uitdelen en adviseren deze op een bepaald tijdstip in te nemen; besluiten tot evacuatie van een bepaald gebied; mensen vragen te gaan schuilen. Dit houdt in: binnen blijven of naar binnen gaan en deuren, ramen en alles wat als ventilatie werkt, sluiten.
Kaliumjodide is een vorm van jodium die gemakkelijk door het lichaam wordt opgenomen. Het behoort tot de groep van schildkliermiddelen. Ieder jodiumtablet bevat 65 mg kaliumjodide. Door jodiumtabletten te slikken, raakt uw schildklier verzadigd met stabiel jodium (ongevaarlijk jodium).
Nee, straling kun je niet zien of voelen. Alleen met speciale meetinstrumenten kan worden vastgesteld of ergens straling is.
Hoofdpijn, allergieën, slapeloosheid, depressie, hartkloppingen en oververmoeidheid: duizenden mensen zeggen deze klachten te krijgen door de straling van zendmasten, wifi, mobiel bellen en appen. Het wordt Elektro Hypersensitiviteit (EHS) genoemd, maar het wordt door de wetenschap niet erkend.
Het voornaamste risico van grote doses straling is het ontstaan van kanker. De hoeveelheden straling die gebruikt worden bij een röntgenonderzoek zijn te klein om aan te tonen dat hierdoor kanker ontstaat.