Schulduitsluitingsgronden en rechtvaardigingsgronden zijn beide strafuitsluitingsgronden. De wettelijke schulduitsluitingsgronden zijn: ontoerekeningsvatbaarheid, overmacht, en noodweerexces, uitvoering van een wettelijk voorschrift, en een onbevoegd gegeven ambtelijk bevel.
Rechtvaardigingsgronden zien op de wederrechtelijkheid, schulduitsluitingsgronden op de schuld. Dit onderscheid is met name van belang voor de volgorde van beoordeling. Schulduitsluitingsgronden komen pas aan de orde als vaststaat dat de gedraging wederrechtelijk is.
Het Wetboek van Strafrecht (Sr) onderscheidt twee categorieën strafuitsluitingsgronden: rechtvaardigingsgronden en schulduitsluitingsgronden. Voor het opleggen van een straf dient (onder meer) het feit strafbaar te zijn. Rechtvaardigingsgronden zijn gronden die de strafbaarheid van het feit wegnemen.
De klassieke rechtvaardigingsgronden zijn overmacht, noodweer, handelen ter uitvoering van een wettelijk voorschrift en handelen ter uitvoering van een bevoegd gegeven ambtelijk bevel.
Een uitzonderingsgrond in het strafrecht die tot gevolg heeft dat een handeling niet (langer) strafbaar is. Een reden hiervoor kan zijn omdat er geen sprake is van schuld van de verdachte of vanwege het feit dat er een rechtvaardigingsgrond is voor de handeling.
Psychische overmacht is een schulduitsluitingsgrond. De verdachte is hierdoor niet meer strafbaar voor wat hij gedaan heeft. Alleen wanneer het gaat om een culpoos delict, zal een geslaagd beroep op psychische overmacht tot vrijspraak moeten leiden.
De eerste rechtvaardigingsgrond is overmacht als noodtoestand. Dit is vastgelegd in artikel 40 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Hierin staat dat iemand niet strafbaar is als hij een feit heeft begaan waartoe hij door overmacht is gedrongen.
Noodweer is een strafuitsluitingsgrond die is opgenomen in art. 41 van het Wetboek van Strafrecht. Bij noodweer gaat het tegelijkertijd om zelfverdediging als om rechtsordeverdediging tegen een wederrechtelijke aanval.
Ontoerekeningsvatbaar. Deze schulduitsluitingsgrond staat in artikel 39 Wetboek van Strafrecht. Er zijn drie belangrijke vereisten voor het uitsluiten van schuld op grond van ontoerekeningsvatbaarheid. Allereerst moet er sprake zijn van een gebrekkige ontwikkeling of ziekelijke stoornis van de geestvermogens.
Rechtvaardigingsgronden zijn omstandigheden waardoor een strafbaar feit, op basis waarvan een verdachte normaal gesproken veroordeeld zou kunnen worden, zijn wederrechtelijke karakter verliest.
Welke van de strafuitsluitingsgronden zal bij de agressiemisdrijven vaak door advocaten worden aangevoerd? Noodweer (zelfverdediging) of noodweerexces, psychische overmacht. De verdachte heeft zichzelf met geweld verdedigd.
Noodweer is verdediging in een situatie, waarin men onverhoeds wordt aangevallen en waarin alleen zelfverdediging agressie kan afweren.
Wanneer een verdachte een strafbaar feit heeft gepleegd en dit bewezen kan worden, moet de rechter vervolgens beoordelen of de verdachte hiervoor ook strafbaar is.
De wettelijke schulduitsluitingsgronden zijn: ontoerekeningsvatbaarheid, overmacht, en noodweerexces, uitvoering van een wettelijk voorschrift, en een onbevoegd gegeven ambtelijk bevel.
Bij een geslaagd beroep op noodweer moet aan een aantal vereisten worden voldaan. Allereerst moet er sprake zijn van een ogenblikkelijke aanranding, deze aanranding moet ook wederrechtelijk zijn. En het moet gaan om verdediging van eigen of eens anders lijf, eerbaarheid of goed.
Wanneer de verdachte volstrekt geen keuzemogelijkheid had en dus genoodzaakt was om strafbaar te handelen, spreken we van absolute overmacht. Dit is een schulduitsluitingsgrond.
Een schulduitsluitingsgrond is een omstandigheid waardoor de verwijtbaarheid (schuld) van een verdachte aan een bepaalde feitelijke handeling ontbreekt.
Van ontoerekeningsvatbaarheid is sprake als het strafbare feit niet of slechts in verminderde mate aan de verdachte kan worden toegerekend. Redenen om het feit niet of in verminderde mate toe te rekenen zijn een gebrek in de ontwikkeling of een ziekelijke stoornis in de geestvermogens.
Je gaat dan in je noodweer te ver, maar je doet dat onder invloed van een hevige emotie. Je kunt dan voor de rechter een beroep doen op 'noodweerexces'. Als de rechter dat beroep terecht vindt, zal hij geen straf opleggen.
' Bij noodweerexces gaat het in de regel om hevige emoties, waardoor het niet mogelijk is om kalm en rationeel te reageren. Een beroep op noodweer is dan niet meer mogelijk, omdat de dader dan vanuit een heftige gemoedsbeweging heeft gehandeld en de noodzakelijke grenzen van de verdediging heeft overschreden.
Bij doen plegen is de pleger niet strafbaar, maar is de deelnemer volledig strafbaar. Van uitlokking is sprake als iemand een ander aanzet tot het plegen van een delict, waarbij die ander wel zelf verantwoordelijk is voor zijn daden.
Volgens de wet is er sprake van overmacht als een partij er helemaal niets aan kan doen dat hij zijn verplichting niet nakomt. Het is niet zijn schuld en het valt hem niet toe te rekenen. Nakoming van de overeenkomst kan dan in alle redelijkheid niet meer worden verlangd. Denk bijvoorbeeld aan een natuurramp.
strafrecht: Latijn: de verdachte treft het verwijt dat hij zichzelf opzettelijk of onachtzaam in een gevaarlijke situatie ...
Ontslag van alle rechtsvervolging betekent in het strafrecht dat de rechter besluit dat een verdachte niet veroordeeld kan worden, hoewel het ten laste gelegde strafbare feit wél bewezen is. Dit is dus iets anders dan vrijspraak, waarbij het ten laste gelegde feit níet bewezen is.