MRI-scan. Bij een MRI-scan moet het deel van het lichaam dat wordt onderzocht in het midden van de magneet (tunnel) liggen. Tijdens het onderzoek klinken er harde, kloppende geluiden. Hiervoor krijgt de patiënt oordoppen in en/of een koptelefoon met muziek op.
Binnen in het magneetveld worden kleinere magneetvelden aangetrokken en afgestoten. Op die manier kan men het orgaan of lichaamsdeel volledig in kaart brengen. Per MRI-beeld wordt dat proces meer dan tienduizend keer herhaald. En dat snel schakelen zorgt voor het ratelende geluid.
Net als bij gewone magneten en radiogolven voelt u hier niets van. Wel hoort u tijdens de opnamen een kloppend/tikkend geluid. Het tikkende geluid is niet continu, maar duurt steeds opnieuw enkele minuten, en het verschilt in sterkte en tempo. U kunt het kloppende/tikkende geluid van de MRI hier beluisteren.
Tijdens een MRI-scan komen er geluiden vrij van boven de 100 dB! Zeker bij langere scans kan je dus gehoorschade oplopen – kijk maar in de onderstaande tabel. Daarom moet het geluid worden gedempt tot een veilig niveau van 85dB.
onderzoeken die gebruik maken van röntgenstralen, zoals de klassieke röntgenopname of de CT-scan, onderzoeken op basis van geluidsgolven, met andere woorden de echografie, en technieken die werken met magneetvelden, de MRI.
Nadelen zijn: een CT-scan betekent een relatief sterke stralingsbelasting: een onderzoek met een CT-scan staat ongeveer gelijk aan 200 röntgenfoto's. het is een kostbaar onderzoek. er is contrastmiddel nodig om de bloedstroom beter af te beelden.
Een echografie is een onderzoek met geluidsgolven. Deze golven hoor je niet. De weerkaatsing (echo) van de golven maakt organen en weefsels zichtbaar op een beeldscherm. Zo kan de arts de organen in het lichaam beoordelen en een mogelijke tumor en/of uitzaaiingen zien.
Langdurige blootstelling aan MRI-scanner heeft gevolgen voor de gezondheid. De magnetische velden kunnen op lange termijn invloed hebben op het gehoor, bloeddruk en slaap. Bij een MRI-scan wordt er een foto gemaakt van het lichaam zodat de arts je binnenkant goed kan bekijken.
Een CT-scan geeft een arts een compleet overzicht van bijvoorbeeld het gehele boven- en onderlichaam. Een MRI daarentegen laat meestal maar een beperkter deel van het lichaam zien, bijvoorbeeld alleen de onderbuik en toont organen meer op detailniveau.
Een CT-scanner geeft via röntgenstraling informatie over de structuur van weefsels. Een PET-scan brengt juist de stofwisseling van weefsels in beeld. Met de PET/CT-scan kan zowel de aard als de plaats van de afwijking nauwkeurig worden vastgesteld.
Elektromagnetische straling is in principe niet gevaarlijk. Wel zijn sommige mensen hypersensitief voor deze vorm van straling en kunnen dan ook vage klachten krijgen (zoals hoofdpijn, duizeligheid en slapeloosheid) bij langdurige blootstelling door mobieltjes, computers en soortgelijke apparaten.
Zorg ervoor dat u vóór de contrasttoediening kleding draagt waar geen metaal in zit. De MRI-scan wordt op een andere verdieping gemaakt. In de metaalvrije kleding moet u dus een deel van het ziekenhuis door. Let op: na het onderzoek mag u de gehele dag geen auto meer rijden.
Door de beelden van de MRI-scan krijgt de radioloog een goed beeld van de mogelijke aanwezigheid van bijvoorbeeld ontstekingen, tumoren, fracturen, cysten en slijtage (artrose). Hierdoor kan een MRI-scan inzicht geven in de eventuele oorzaak van klachten zoals (chronische) pijn vanuit je organen en gewrichten.
Tijdens het MRI-onderzoek wordt energie, in de vorm van radiopulsen, het lichaam in gestuurd. Hierdoor kunt u een warm gevoel ervaren, vooral rondom het te onderzoeken gebied. Het is belangrijk dat u tijdens de scan stil ligt en ontspant. Beweging verstoort namelijk het resultaat van de scan.
Nee. Een contrastmiddel is niet schadelijk voor de gezondheid. Wel is het belangrijk dat de nieren en de schildklier goed functioneren. Hierdoor kan het contrastmiddel het lichaam verlaten.
Terwijl de tafel verschuift, maakt de CT-scan een aantal foto's. Op een foto is telkens een ander stukje van het orgaan of weefsel afgebeeld. Deze foto's maken een tumor en eventuele uitzaaiingen zichtbaar. Ze laten ook zien hoe groot de tumor is en welke vorm deze heeft.
“Bij CT wordt een dosis röntgenstraling gebruikt die vele malen hoger is dan bij een gewone röntgenfoto. Röntgenstraling is schadelijk en richt zijn schade aan op het moment van toediening. Als standaard zou je kunnen aanhouden dat iemand niet meer dan drie maal per jaar CT-onderzoek mag ondergaan.
De röntgenstralen geven een zwart, grijs of wit computerbeeld: weefsels die veel röntgenstralen absorberen geven witte beelden, terwijl weefsels die weinig straling absorberen zwarte beelden laten zien.
Een MRI-scanner is een apparaat dat met een magnetisch veld, radiogolven en een computer gedetailleerd foto's van de binnenkant van uw lichaam maakt. De scan maakt lengte- en dwarsdoorsnedes van uw lichaam. Hij laat een eventuele tumor of uitzaaiing zien.
Een groot verschil is dat een CT gebruik maakt van röntgenstraling, terwijl de MRI een sterk magnetisch veld en radiogolven gebruikt. Bij een MRI-scan wordt geen gebruik gemaakt van röntgenstraling, maar van een sterk magnetisch veld en radiogolven.
Neemt u kleding mee die geschikt is om in de MRI te kunnen dragen. Wel: metaalvrije kleding zoals een joggingbroek, legging, pyjamabroek (zonder rits of metalen delen) en een dun truitje of T-shirt met lange mouwen. Niet: kleding met een rits, haakjes, knopen, glitters, lovers, opdruk en korte mouwen.
Mogelijke klachten bij uitzaaiingen zijn: botpijn, misselijkheid, hoofdpijn, benauwdheid en vermoeidheid. Bij uitzaaiingen zijn er behandelingen mogelijk die uw leven verlengen en klachten verminderen, bijvoorbeeld bestraling tegen pijn.
Hoe worden uitzaaiingen ontdekt? Naar uitzaaiingen wordt gewoonlijk niet systematisch gezocht. Meestal worden uitzaaiingen ontdekt door klachten zoals pijn (botpijn, pijn in de borst, ochtendhoofdpijn), benauwdheid, kortademigheid en/of misselijkheid.
Terwijl de tafel verschuift, maakt de CT-scan een aantal foto's. Op een foto is telkens een ander stukje van het orgaan of weefsel afgebeeld. Deze foto's maken een tumor en eventuele uitzaaiingen zichtbaar. Ze laten ook zien hoe groot de tumor is en welke vorm deze heeft.