Bonen - ui, knoflook, venkel, prei, bieslook. Erwten - tomaat, aardappel, ui, knoflook, prei. Knoflook - erwt, bieslook, prei, rabarber, spinazie. Komkommer - aardappel, radijs, koolrabi.
Bieten: dille, erwten, knoflook, komkommer, koolsoorten, koriander, sla, uien.
Welke teelten elkaar best niet opvolgen:
Erwt en boon niet laten opvolgen. Zaai geen bonen na knolselder of witloof. Zet geen wortel na aardappel.
Niet alle kruiden kun je zomaar naast elkaar zetten. Dille en venkel bijvoorbeeld gaan onderling kruisen; de plantjes die hieruit ontstaan hebben veel minder smaak. Om te voorkomen dat jouw kruiden het volgende seizoen een heel andere smaak krijgen, kun je dus maar beter ieder jaar nieuwe zaadjes aanschaffen.
Omdat de bodem al wat uitgeput is na twee jaar aardbeien telen, meng je in het plangat wat gedroogde organische mest. Deze mest heeft als voordeel dat er minder kans is op verbranding als je direct plantjes in het plantgat zet. Een ideale najaarsgroente die je er goed in kan telen is groenlof.
Erwten geven ook stikstof terug in de grond, wat je pompoen zal helpen groeien. Oost-Indische kers zijn ook goede gezelschapsplanten omdat ze bladluizen aantrekken en helpen je courgetteplanten gezond te houden. Pepermunt, oregano en marjolein zijn allemaal handige kruiden om in de buurt van je courgette te planten.
Mocht je zelf zaden willen oogsten van je zelf geteelde paprika's zorg dan dat je een goede afstand aanhoudt tussen je paprikaplant en peperplant – in principe zullen gekruiste nakomelingen altijd pittig zijn (omdat heet 'dominant' is over niet heet).
Een ander voorbeeld van een goede combinatie is bijvoorbeeld wortel en ui. De geur van ui verjaagt namelijk de wortelvlieg. Daarnaast zijn er ook planten die juist minder goed voor elkaar zijn. Je kunt bijvoorbeeld beter geen wortel en tomaat naast elkaar zetten.
Wortels: aardbei, bieslook, bonen, dille, erwten, knoflook, kool, prei, radijs, rammenas, rozemarijn, salie, schorseneren, sla, snijbiet, tomaten, uien, witlof.
Plant de plantui zodanig dat het topje net boven de grond uitkomt. De plantafstand in de rij is ca. 5 cm en tussen de rijen ca. 15 cm.
Je kunt plantuien planten in het voorjaar of in de herfst, tussen september en half november. Het voordeel van planten in het najaar is dat ze al snel wortels krijgen en in het voorjaar snel verder zullen groeien. Al in juni kun je dan oogsten, weken eerder dan wanneer je ze in de lente plant.
Laat je alle bloemetjes en vruchtjes zitten dan krijg je veel aardbeien maar ze blijven vrij klein. Aan elke stengel laat je 3 vruchtjes zitten. Die groeien dan uit tot de mooiste en grootste aardbeien die je maar kan bedenken. Ook dit jaar knip je weer alle uitlopers weg.
Kies voor je uitplant een warme, zonnige plaats. De stevige aardbeiplanten kunnen de hitte van de volle zon makkelijk de baas en zetten alle zonlicht om in heerlijke zoete vruchten. De planten verdragen ook matige wind.
koemestkorrels zijn die ook goed voor aardbeien.
Geef ook liever 1x in de week heel veel water in plaats van elke dag een klein beetje. Zo ontwikkelt je tomatenplant langere, diepere wortels en daarmee een sterker wortelsysteem. Tomaten geef je dus veel water, maar alleen totdat deze beginnen te verkleuren. Geef dan matig water, anders barsten de vruchten!
Tomatenplanten houden van zon, warmte en voed-zame grond. Kies dus een plek uit om de tomaten-planten te laten groeien, die voldoet aan deze voorwaarden. Als je buiten tomaten wilt gaan kweken, zorg dan dat de planten uit de wind staan en het liefst op het zuiden.
We adviseren je om speciale, organische tomatenmest te gebruiken. Die is speciaal afgestemd op de behoefte van de tomaten. Zo voorkom je dat de planten tekorten krijgen. Dit type mest geeft de voedingsstoffen langzaam af.
Deze plant is zeer geschikt voor 'de tuin op het zuiden'. Verlangt een zonnige, warme plek op niet te arme grond en buiten de schaduwzone van bomen en heesters. U kunt haar ook gebruiken in de rotstuin en de stapelmuur.
Aanplanten kun je zowel in de volle grond doen als in een pot. Let er wel op dat rozemarijn een beschutte plaats, met het liefst veel zon, nodig heeft om goed te kunnen groeien en bloeien. Als grondsoort is droge en goed doorlatende grond het beste. De bloeiperiode van de plant is van maart tot en met mei.
De smaak en geur van de plant gedijt het beste als de plant een paar uur per dag (min. 4-6 uur) zon krijgt zonder de plant daar steeds voor te hoeven verplaatsen. De afgeknipte blaadjes basilicum bewaar je het best in een droog keukenpapiertje in de koelkast.