Teveel stikstof is slecht voor de natuur. Planten die van stikstof houden, zoals grassen, brandnetels en bramen, groeien extra hard. Zo verdringen ze kwetsbare planten.
Te veel stikstof slecht voor natuur
Planten die van stikstof houden (zoals brandnetels, bramen en gras), groeien daardoor veel sneller en overwoekeren de planten die minder stikstof nodig hebben (bijvoorbeeld heide, maar ook zeldzame planten in natuurgebieden).
Een eerste effect van veel stikstof is vermesting: plantensoorten van voedselrijke omstandigheden profiteren daarvan. Zo groeien er nu veel brandnetels langs de paden of bramen in de bossen en krijg je pijpenstrootje op de heide, opslag van bomen in het hoogveen en dominantie van riet in het laagveen.
Die leiden ertoe dat planten die houden van veel stikstof, zoals brandnetels en braam, extra hard kunnen groeien. Zij overwoekeren dan vele plantensoorten die juist graag groeien onder stikstofarme omstandigheden. Vaak zijn dit planten waar vlinders en rupsen van afhankelijk zijn, zoals viooltjes of klokjesgentiaan.
Slaan er echter te veel stikstofhoudende stoffen neer, dan leidt dat tot een eenzijdigere natuur: de zogeheten stikstofminnende planten, zoals brandnetels en grassen, groeien sneller en overwoekeren de planten die gedijen in stikstofarme milieus.
De kleine heivlinder en bosparelmoervlinder namen zelfs meer dan 90 procent af, en de argusvlinder, duinparelmoervlinder en het tweekleurig hooibeestje verdwenen volledig." De Nederlandse overheid laat al jaren na om beschermde natuurgebieden te beschermen tegen stikstofuitstoot.
In Nederland stoot de landbouw volgens het RIVM al decennia de meeste stikstof uit, gevolgd door industrie en verkeer. Zeker in de buurt van Natura 2000-gebieden is dat een probleem. De meeste uitstoot van ammoniak komt dan wel van de boeren, maar ze zijn zeker niet de enige die ammoniak uitstoten.
Bekende voorbeelden zijn bramen en brandnetels. Maar ook bijvoorbeeld tankmos doet het bijzonder goed met veel stikstof en zorgt in Nederland samen met algen voor het snel dichtgroeien van de stuifzanden. Doordat sommige planten gaan woekeren, hebben andere planten minder ruimte.
Stikstof (N2) is een kleur- en reukloos gas dat overal om ons heen is. Ongeveer 78% van alle lucht bestaat uit stikstof. Stikstof is van zichzelf niet schadelijk voor mens en milieu.
Vogelsoorten als de korhoen en de tapuit worden ernstig bedreigd, de duinpieper is al verdwenen en ook de boomleeuwerik lijdt volgens het WNF onder de stikstof. Sterke dalers onder de vlinders zijn de kleine heivlinder en het gentiaanblauwtje. Onder de reptielen gaat het slecht met de levendbarende hagedis.
Stikstof is uitermate belangrijk voor planten in het algemeen en voor landbouwgewassen in het bijzonder. Stikstof (N) bevordert de groei van de plant en de fotosynthese. Het is een essentieel bouwelement voor eiwitten en DNA. Een stikstofgebrek of -overmaat heeft vaak gevolgen voor de kwaliteit van het gewas.
Heide wordt gras
Doordat er te veel stikstof neerslaat op heidegebieden, worden de planten daar verdrongen door het pijpenstrootje. Deze grassoort doet het goed op een voedselrijke bodem en profiteert daardoor van de stikstofdepositie.
Veel planten, waarvan de vlinderbloemigen (Leguminosae of Fabaceae) de bekendste zijn, leven in symbiose met bacteriën van het geslacht Rhizobium. Deze bodembacteriën komen voor in speciale stikstofwortelknolletjes (rhizobia), waar ze luchtstikstof omzetten in de stikstofverbinding ammonium.
Planten die van stikstof houden, zoals grassen, brandnetels en bramen, groeien extra hard. Zo verdringen ze kwetsbare planten. Insecten, vogels en andere dieren die afhankelijk zijn van deze planten verdwijnen daardoor ook. Stikstof is van zichzelf niet schadelijk voor mensen en de natuur.
Bomen en planten hebben stikstof nodig om te groeien. Nu is het zo dat er te veel stikstof in de lucht zit. Dat is geen probleem want bomen en planten nemen dit op en zetten het om in zuurstof. Méér stikstof betekent snellere groei en ondergroei.
Als er te veel schadelijke stikstofverbindingen in de lucht, het water of de bodem zitten, overwoekeren die planten andere begroeiing die minder goed gedijt in een stikstofrijke omgeving, zoals heide en zeldzame planten. Met die planten verdwijnen ook de insecten en vlinders die van die planten leven.
“De stikstofemissie is vooral in bepaalde gebieden erg hoog, vooral in noordwest-Duitsland, waar relatief veel veehouderij is”, legt Ehlers uit. Maar omdat Duitsland een veel groter landoppervlakte heeft dan Nederland, is de uitstoot relatief minder.
Waar komt de meeste stikstof vandaan? Twee derde van de stikstofdepositie wordt in Nederland zelf veroorzaakt, aldus schattingen van het RIVM: met name door landbouw, verkeer en industrie. Van die sectoren draagt de landbouw verreweg het meeste bij aan de hoeveelheid stikstof in de natuur.
Stikstofoxiden en ammoniak komen in onze lucht terecht door uitstoot van onze landbouw, verkeer en industrie. Eenmaal in de lucht verspreidt het zich over ons land en Europa. Er gaat 2 keer zoveel stikstof vanuit Nederland naar het buitenland dan er vanuit het buitenland bij ons naar binnen waait.
De meeste planten kunnen stikstof alleen in minerale vorm uit de bodem opnemen. Verbindingen met stikstof komen ook voor in explosieven. Veel chemische verbindingen zoals ammoniak, salpeterzuur, nitraten en cyaniden bevatten stikstof.
De invloed van de mens op de productie van reactief stikstof heeft gevolgen voor het klimaat. Direct doordat het leidt tot de productie van lachgas (N2O), een broeikasgas met een ongeveer driehonderd keer sterker effect dan het broeikasgas koolstofdioxide.
Dat komt vooral omdat Nederland klein en dichtbevolkt is. In landen als Frankrijk of Italië zit er veel meer ruimte tussen landbouwbedrijven en natuurgebieden, en omdat natuurgebieden er veel groter zijn, wordt de kritische depositiewaarde er minder makkelijk overschreden.
Bij het rijden op benzine komt per kilometer 21 gram stikstofdioxide in de lucht. Bij het rijden op diesel is dat 365 gram per kilometer. Ook nieuwe auto's die op diesel rijden, stoten meer stikstofdioxide uit dan elektrische auto's, en ook meer dan auto's die op benzine rijden.
Stikstof is een scheikundig element en CO2 een scheikundige verbinding. Een chemisch element is niet meer splitsbaar. Dat is anders met CO2, wat een verbinding is van het element koolstof (de letter C) met twee elementen zuurstof (de letter O).
"Als het over absolute aantallen gaat, is China veruit koploper in de stikstofuitstoot", zegt hoogleraar Wim de Vries (Universiteit Wageningen). "In delen van het land stoten ze zelfs per hectare veel meer uit dan wij, maar gemiddeld over het hele land is het minder."