Vogels profiteren het meeste van bomen die behalve als uitkijkpost ook als voedselbron functioneren. Dat zijn vooral de bomen die bessen dragen zoals meidoorn, lijsterbes/meelbes en krentenboompje.
Laat dood hout en bladafval liggen. Dit komt vogels goed van pas om hun nesten mee te bouwen. Ook stukjes wol, katten- en hondenhaar worden wel eens verwerkt in vogelnesten. Plant struiken, bomen en hagen.
Vogels zoeken naar eiwitrijk voedsel om hun veren te laten groeien zodat ze extra warmte hebben in de winter. Dus, door insecten naar je tuin te lokken, zullen vogels vanzelf volgen. Plant bijvoorbeeld planten als de lavendel, de meidoorn, engelwortel of een vlinderstruik.
Vogels houden van voedsel, veiligheid en overzicht. Bomen bieden in die zin meer dan heesters en vaste planten. In bomen nestelen vogels gewoon liever dan op andere plaatsen. Dit wil niet zeggen dat ze in een tuin zonder bomen geen plekje vinden.
Vogels schrikken van geluid en weerkaatsing. Een speciaal vogelschriklint gebruik je als vogelverschrikker om je pas ingezaaide gazon beschermen. Knoop het lint vast aan takken, schuttingen of (bamboe) paaltjes.
Weinig voedsel in de tuin
Vogels hebben voedsel nodig om te overleven, dus als er in de omgeving geen voedsel is, zullen ze waarschijnlijk niet naar een vogelhuisje komen. Het kan dus helpen om in de omgeving van je vogelhuisje extra vogelvoer aan te bieden.
Struiken waar de mussen dol op zijn; meidoorn, berberis, hulst, vuurdoorn,vlierbes, lijsterbes. Alle prik- of bessenstruiken worden zeer gewaardeerd. Ook de Gelderse roos en het Amerikaans krentenboompje zijn zeer geliefd.
Merels, houtduiven en spreeuwen zijn dol op de blauwzwarte bessen. En de nectarrijke bloemen trekken veel insecten als bijen, hommels, zweefvliegen en vlinders, tot laat in het najaar. Als de klimop een mooie dichte haag vormt, is het ook nog eens een uitstekende broedplek voor merels en heggenmussen.
Vogels komen vooral naar de tuin wanneer ze in hun natuurlijke biotoop moeilijk aan voedsel geraken. En naar de tuin komen, is voor veel vogels een drempel, want van nature zijn de meeste vogels bang van mensen. Daarnaast zien we vaker dan vroeger zachte winters, ook in de landen ten noorden van ons.
Het ideale moment om een nestkast schoon te maken is direct na het uitvliegen van de jongen, voor de volgende broed. Als dat niet lukt dan kunt u het beste wachten tot het najaar, wanneer de eerste nachtvorst is geweest.
Laag, in de luwte van groenblijvende naaldbomen en in dichte hagen en riet. Daar zijn ze beschermd tegen regen en wind. Daarbij geldt: hoe lager hoe warmer. Holenbroeders, zoals mezen, schuilen ook in holtes.
Het is meestal niet zo dat ze de invliegopening groter willen maken. Mezen pikken namelijk vaak tegen de nestkast zonder dat er stukjes hout worden verwijderd. Het kan zijn dat een koolmees met dit geluid andere mezen wil laten weten dat deze kast al bezet is.
Wat kan je doen? Leg een grasveldje aan (grasmatten of graszaad), want in het gras vinden vogels insecten en merels jagen er op wormen. Gebruik boomschors of grind voor paden. Kies voor dichte bomen en struiken: die bieden beschutting, veiligheid en voedsel.
Vogels hebben ook een hekel aan harde, vreemde geluiden. Muziekinstallaties met harde muziek jagen vogels weg, maar ook geïmiteerde geluiden van roofvogels stellen de andere vogels niet op prijs. Vogels hebben bovendien een hekel aan sterke geuren, zoals: peper.
– Ze zijn dol op gedroogde meelwormen. Let wel op dat ook andere vogels als eksters dit een lekker maal vinden. – Plant heesters met bessen die ze lekker vinden, zoals kardinaalsmuts of hulst. – Als je op vaste tijden voedsel geeft, dan is de kans groot dat je de roodborst vaker te zien krijgt.
De kleur blauw schrikt namelijk vogels af en hierdoor wordt vogelsterfte door verstikking voorkomen. Er wordt gedacht dat vogels de blauwe netten zien als water, waardoor ze er niet in de buurt komen.
Je kunt gebruik maken van een vogelverschrikker, een roofvogel van plastic en bewegende voorwerpen zoals ballonnen, vlaggetjes en molentjes. Misschien is het je wel eens opgevallen dat wanneer je een beweging maakt om de vogels weg te jagen, ze daar al gauw van schrikken.
4. Maak gebruik van geur: Vogels hebben een sterke reukzin. Maak gebruik van geuren die vogels afstoten, zoals pepermuntolie of azijn.