Wie doet wat? In ons zintuigstelsel werken verder vooral de organen die onze zintuigen vormen samen: oren, ogen, tong, neus, en huid. In ons hormoonstelsel werken organen die hormonen aanmaken samen. In ons luchtwegstelsel zijn vooral onze beide longen actief.
Het skelet beschermt de inwendige organen, zoals de schedel de hersenen, de ruggenwervels het ruggenmerg en de borstkas het hart en de longen.
De hersenen en het ruggenmerg vormen samen het centrale zenuwstelsel. Vanuit het centrale zenuwstelsel lopen zenuwen door de rest van je lichaam, bijvoorbeeld naar de voeten en de handen. Die zenuwen horen bij het perifere zenuwstelsel.
Dit zijn het integumentum, het skelet, het spierstelsel, het zenuwstelsel, het endocriene stelsel, het cardiovasculaire stelsel, het lymfestelsel, het ademhalingsstelsel, het spijsverteringsstelsel, het urinestelsel en het voortplantingsstelsel (vrouwelijk en mannelijk).
De lever ligt onder het middenrif en behoort tot het Spijsverteringsstelsel. Omliggende organen zijn de galblaas de alvleesklier en de maag. In het menselijk lichaam wordt de lever beveiligd door de ribben en door de buikholte.
Ons ademhalingsstelsel bestaat uit de mond, neus, luchtpijp en longen. De luchtpijp is verbonden met de longen, door middel van vertakkingen die we bronchiën noemen. Die bronchiën spelen een belangrijke rol bij onze ademhaling. Lucht die we inademen, gaat via de luchtpijp naar de bronchiën en zo de longen in.
Het bloedvatenstelsel van de mens bestaat uit het hart en de bloedvaten. De functie van het bloedvatenstelsel is om bloed rond te pompen door het gehele lichaam, zodat alle cellen en weefsels van het lichaam worden voorzien van zuurstof en brandstoffen.
Het sympatische zenuwstelsel zorgt voor actie, het parasympatische zenuwstelsel zorgt voor rust. Het autonome zenuwstelsel wordt aangestuurd door de hypothalamus. De hypothalamus bepaalt de balans tussen het sympatische en het parasympatische zenuwstelsel.
De borstholte (thorax) ligt beschermd in de beenderige kooi van de ribbenkast, het borstbeen en de wervelzuil; zij bevat onder andere de longen, het hart, de slokdarm en de luchtpijp.
De groepen spieren zijn de hoofdspieren, nekspieren, rugspieren, borstspieren, buikspieren, armspieren en beenspieren.Daarnaast worden ook de peesscheden en slijmbeurzen tot dit orgaanstelsel gerekend.
Bot is, na tandbeen, het hardste lichaamsweefsel.
Je middenrif is een grote spier. Hij heeft de vorm van een omgekeerd soepbord. In je borstholte zit onder andere je hart en longen.In je buikholte onder andere je maag, darmen en lever.
Verder worden verschillende organen in het menselijk lichaam door het skelet beschermd tegen beschadiging van buitenaf: De schedel beschermt de hersenen, de ogen en het binnen- en middenoor. De ribbenkast beschermt de longen, het hart en belangrijke bloedvaten. Het sleutelbeen en schouderblad beschermen de schouder.
Het uitscheidingsstelsel omvat de nieren, blaas en urinewegen. Samen zorgen ze voor de afvoer van afvalstoffen en overtollige stoffen.
Je hart is het enige orgaan van het bloedsomloopsysteem. Bloed gaat van het hart naar de longen om zuurstof te krijgen . De longen zijn onderdeel van het ademhalingssysteem. Je hart pompt vervolgens zuurstofrijk bloed door de slagaders naar de rest van het lichaam.
Werking van het hart. Het hart is een holle spier in onze borstkas dat ons bloed doorheen het lichaam pompt. Het vormt samen met de slagaders en de aders onze bloedsomloop. Het hart pompt zuurstofrijk bloed naar de spieren en organen.
Het bestaat uit de neus, de mond, de luchtpijp, de luchtpijpvertakkingen en de longen, w.o. de bronchioli en longblaasjes of alveoli. In de longblaasjes vindt de gasuitwisseling plaats, waarbij zuurstof vanuit de lucht wordt opgenomen in het bloed en koolstofdioxide wordt afgegeven aan de lucht.
In onze neus en keel zit slijmvlies dat slijm maakt. Slijm zorgt voor verschillende dingen. Zo helpt het bijvoorbeeld bij praten en het doorslikken van eten. Ook zorgt het ervoor dat viezigheid, zoals stof dat in je luchtpijp komt, wordt afgevoerd.
Je lichaam heeft elf orgaanstelsels: het skelet, het spierstelsel, het ademhalingsstelsel (je ademhalingswegen en je longen), het hart en vaatstelsel, het verteringsstelsel (je slokdarm, maag en darmen), het zenuwstelsel (je hersenen, ruggenmerg en zenuwen), het voortplantingsstelsel (een baarmoeder, eierstokken en ...
De lever ligt aan de rechterkant van je lichaam boven in de buikholte vlak achter de ribben. De lever is belangrijk voor de spijsvertering. De lever bestaat uit onderdelen (stukjes). Als een deel van de lever wordt weggehaald, kan de lever weer aangroeien.
De alvleesklier kan onderverdeeld worden in drie gedeelten: de kop: dit deel ligt rechts en midden van de buik, dicht tegen de 12-vingerige darm aan; het midden: het 'lichaam' van de alvleesklier bevindt zich achter de maag; de staart: dit deel ligt dicht bij de milt in de linker bovenbuik.
In het menselijk lichaam is de lever beveiligd door de onderste ribben van de borstkas, rechtsboven in de buikholte. Met een gewicht van anderhalve kilogram is het na de huid het zwaarste orgaan.