De Bes wordt ook geschreven als B♭. De Duitse muziektheorie hanteert voor de B de benaming H en voor de Bes de benaming B.
We gebruiken de eerste 7 letters van het alfabet om de muzieknoten een naam te geven: A, B, C, D, E, F en G. Als je die op een piano speelt, gebruik je de witte toetsen, en die noemen we de stamtonen. In het rijtje A B C D E F G klinkt A het laagst, en G het hoogst.
F# is de noot tussen F en G. Ab is de noot tussen G en A.
De G (ook wel sol, of so genoemd) is een muzieknoot die een hele toon hoger ligt dan de F en een hele toon lager dan de A. Op een piano-klavier ligt de G bij de drie zwarte toetsen steeds tussen de eerste en de tweede zwarte toets. Bij een zessnarige gitaar is de vierde snaar gestemd in G.
De B (ook wel si, of ti genoemd) is een muzieknoot die een hele toon hoger ligt dan de A en een halve toon lager dan de C. Op een pianoklavier ligt de B steeds direct na de groep van drie zwarte toetsen. De vijfde snaar van een klassieke gitaar is gestemd op de B.
C , ook do genoemd, is de naam van een van de stamtonen en de grondtoon van de toonladder in C-majeur (Do groot). In de westerse muziek wordt met de do meestal gerefereerd aan de centrale do of C4 (eengestreept octaaf).
Veel muziekstukken hebben één of meerdere 'vaste voortekens', ook wel voortekening genoemd (in het Engels: key signature). Dat zijn kruisen of mollen die aan het begin van de notenbalk vermeld worden.
D, ook re genoemd, is een stamtoon die een hele toonafstand hoger ligt dan de C en een hele toonafstand lager dan de E. Op een pianoklavier ligt de D telkens tussen de twee zwarte toetsen. De derde snaar van een klassieke gitaar is gestemd op de D.
De Guidonische lettergrepen zijn de oud-Latijnse benamingen van de zes tonen van het hexachord, ut-re-mi-fa-sol-la, een groep van zes opeenvolgende tonen uit de diatonische toonladder. De zes benamingen werden in de 11e eeuw bedacht door Guido van Arezzo.
De E (ook wel mi genoemd) is een muzieknoot die een hele toon hoger ligt dan de D en een halve toon lager dan de F. Op een pianoklavier ligt de E telkens na de twee zwarte toetsen. De eerste en de zesde snaar van een klassieke gitaar zijn gestemd op de E.
Zelfstandig naamwoord. De toon “fis” klinkt in de getempereerde stemming gelijk aan de tonen “eïsis” en “ges”.
In een akkoordenschema wordt het A mineur akkoord met Am aangegeven. Het Am akkoord heeft dezelfde grondtoon als het A majeur akkoord, maar heeft een veel droeviger ondertoon. Dit komt door het verzetten van een van de tonen, die normaal een terts is (de toonafstand tussen een toon en de daaropvolgende derde toon).
Een halve noot duurt in een 4/4 maat 2 tellen (volgens het onderste cijfer). Staat er een punt achter, dan komt de helft erbij.
Een muzieknoot noteer je op de lijnen (dan loopt de lijn door de noot heen) of tussen de lijnen van de notenbalk. Deze komen overeen met de witte toetsen van de piano. Hoe hoger de noot klinkt, hoe hoger deze op de notenbalk staat. Hoe lager de noot klinkt, hoe lager op de notenbalk.
Bij het lezen van bladmuziek is dit niet anders: eerst leer je de namen van de noten en dynamiektekens, herken je de verschillende klanken en vervolgens begin je pas eenvoudige muziekstukken te spelen. Zorg dat je alle noten van elkaar kunt onderscheiden, zonder hierbij na te moeten denken.
Je kunt noten weergeven op een notenbalk met een F sleutel die hoger zijn dan de centrale C. En soms worden noten op een notenbalk met F sleutel gespeeld met de rechterhand. De hoogste noot op de bovenste lijn is de A die vlak onder de centrale C ligt op het pianoklavier (een kleine terts onder de centrale C).
Hoewel de "si" dus niet fout is, wordt "ti" tegenwoordig over het algemeen meer als correct gezien.
Het interval tussen de eerste en de achtste toon in een toonladder heet een octaaf. Het woord octaaf is afkomstig van het Griekse woord okta, dat acht betekent. De twee noten waartussen een octaaf klinkt hebben dezelfde naam; een octaaf klinkt bijvoorbeeld tussen een a en de eerstvolgende a daarboven of -onder.
Do – Re – Mi – Fa – Sol – La – Si – Do
Het eerste wordt o.a. in Nederland en Duitsland gebruikt. Het tweede wordt o.a. in België en Frankrijk gebruikt. Bovenstaande kun je ook gebruiken om te vertalen, want C = Do, D = Re enz.
Het G majeur piano akkoord, afgekort als G, wordt gevormd door de noten G, B en D samen te spelen. G majeur is opgebouwd uit de grondtoon G, de grote terts B en de kwint D uit de G majeur toonladder.
De C staat links van elke set van twee zwarte toetsen. Er zijn 8 C's op een piano met 88 toetsen, 6 C's op een piano met 76 toetsen, 6 C's op een toetsenbord met 61 toetsen en 5 C's op een toetsenbord met 49 toetsen.
Waar deze sleutel begint, op de 2e lijn van onderaf, is de lijn waar de G genoteerd wordt. Deze sleutel kun je herkennen aan de letter die erin verstopt zit: het is afgeleid van de letter G. Deze G sleutel wordt gebruikt voor de noten van de rechterhand bij piano en keyboard.
Diatonische toonladders van de majeur ladderIn de toonladder van C Majeur zitten 7 tonen.
Zelfde verhaal bij de toonladder van Ges. Die zou worden Ges As Bes B Des Es F (Ges). Maar C mag niet ontbreken en B mag niet dubbel gebruikt worden. Het is de 6e kwintverschuiving omlaag, dus er moeten 6 mollen in voorkomen.
De Toonsoort As: In de toonsoort van As hebben we 4 mollen, dit zijn de Bes, Es, As en Des. Dat betekent dat de tonen B, E, A en D verlaagt wordt naar een Bes, Es As en Des. Dus staat er vooraan bij de muzieksleutel 4 mollen, dan weet je vanaf nu dat het muziekstuk in de toonsoort As is geschreven.