Vragenlijsten, registratieformulieren, schalen, beoordelingslijsten, protocollen: in onderzoek zijn dit allemaal meetinstrumenten. Ze zijn bedoeld om de realiteit op de een of andere manier om te zetten in iets meer formeels, een concept, een code, een cijfer, een reeks getallen, verbanden, al of niet gekwantificeerd.
Wat zijn onderzoeksinstrumenten? In kwantitatief onderzoek bestaan de onderzoeksinstrumenten -of meetinstrumenten- uit de vragenlijsten of observatieschema's waarmee je de afhankelijke variabelen meet.
Hulpmiddel om metingen of waarnemingen te doen, bijvoorbeeld thermometer of vragenlijst.
Een meetinstrument in de zorg is een verzamelnaam van checklists en methodes die een verpleegkundige gebruikt duidelijkheid te krijgen over de situatie van de cliënt. De uitkomst van een meeting kan een trigger zijn voor een bepaalde interventie.
Een meetinstrument wordt gebruikt om gegevens te verzamelen. Het voordeel daarvan is dat je data krijgt waarvan aan kunt geven "zo heb ik het gemeten", maar er zit nogal wat verschil in kwaliteit van meetinstrumenten. Hoe kies je de juiste? Het gebruik van een meetinstrument is niet altijd nodig.
Met de inzet van meetinstrumenten kunnen gegevens worden verzameld om daarmee de kwaliteit rond specifieke zorg (bijvoorbeeld een operatie) te meten en om sturing te geven vanuit de instelling of inspectie.
Analyse-instrumenten zijn onderzoeksinstrumenten die je kunnen helpen bij het verkennen en kiezen van het juiste beleidsinstrument en het onderzoeken van de gevolgen daarvan. Daarnaast kan het je helpen bij de vraag hoe dat instrument dan het beste in de praktijk kan worden gebracht.
Bij betrouwbaarheid gaat het om hoe consistent een methode iets meet. Hierbij is het van belang dat de uitkomsten hetzelfde zijn als je de meting of het gehele onderzoek op exact dezelfde wijze nog een keer uitvoert (reproduceert of repliceert).
Bij validiteit gaat het om het meten wat je beoogt te meten. Bij betrouwbaarheid daarentegen gaat het om de vraag of je onderzoeksresultaten hetzelfde zouden zijn als je het onderzoek op dezelfde wijze nogmaals uitvoert.
Bij kwalitatief onderzoek verzamel en analyseer je niet-numerieke data (zoals tekst, video of audio) om concepten, meningen of ervaringen (beter) te begrijpen. Je kunt dit type onderzoek gebruiken om inzicht te krijgen in een al vastgesteld probleem of om ideeën op te doen voor nieuw onderzoek.
Enquêteren (kwantitatief onderzoek) is een goede methode om informatie te verzamelen voor het beschrijven van een studiepopulatie die groter is dan direct te observeren is. Hiervoor wordt een deel van de studiepopulatie benaderd die representatief is voor de gehele studiepopulatie.
Definitie van empirisch onderzoek
Empirische kennis is kennis die voorkomt uit wetenschappelijke ervaringen (onderzoek). Bij empirisch onderzoek beantwoord je je onderzoeksvraag door systematisch data te verzamelen met behulp van een empirische onderzoeksmethode.
Een instrument is valide als het daadwerkelijk het begrip meet dat het beoogt te meten. Daarom is het bij de ontwikkeling van een instrument belangrijk om kennis te hebben over het te meten begrip.
Waarom Klinimetrie? Minder administratieve handelingen en daardoor meer focus op (para)medische zorg en behandeling.
Onder klinimetrie worden meetinstrumenten (zoals vragenlijsten, observatie en performance testen) verstaan die als diagnostisch, prognostisch of evaluatief middel ten dienste staan van de fysiotherapeut.
Bij diagnostische meetinstrumenten is het doel het stellen van de diagnose. Deze meetinstrumenten dienen dus vooral specifiek te zijn.
De DOS-schaal (Delirium Observatie Screening) is een hulpmiddel om te bepalen of er sprake is van een delier. De schaal bestaat uit dertien vragen waarop gescoord wordt met een ja (1 punt) of nee (0 punten), tenzij anders aangegeven wordt.
Complexiteit van zorg wordt bepaald door patiëntgebonden factoren en factoren die met het zorgproces samenhangen, zoals het aantal zorgverleners dat bij de patiënt betrokken is. Om effectief te kunnen zijn moet de zorg aansluiten bij de context van de patiënt, zijn of haar mogelijkheden en omstandigheden.
Meten en meetkunde zijn twee verschillende domeinen. Het onderscheid is dat meten gaat over tellen en maten (meter, liter, kilo, et cetera) en meetkunde over je oriënteren in de ruimte, zoals kaarten lezen, plattegronden bekijken en maken, en spiegelen.
Bij een keuring wordt het meetinstrument, referentie of anderszins onderworpen aan een onderzoek waarbij het meetmiddel getoetst wordt aan vooraf opgestelde specificaties.
Bij een meting moet je altijd de grootheid en de eenheid noemen. Op die manier voorkom je dat iemand niet begrijpt wat je met een bepaalde meting bedoeld.