Met het meten van circuitimpedanties worden de metingen Zi en Zs bedoeld. Dit is de impedantie van de foutstroomketen. Zi is de impedantie tussen L en N, Zs is de impedantie tussen L en PE. Zs wordt ook wel Zloop, Zschl of Z L-PE genoemd.
Voor het meten van de circuitimpedantie wordt kortstondig een belasting tussen fase en nul aangebracht. In die situatie loopt de stroom door de fasegeleider, de nul en aarde en meten we het gedrag van het gehele circuit.
NEN1010 Keuring: de metingen
Hierbij onderzoeken we onder andere beschermings- en aardleidingen, de isolatieweerstand, de doorslagvastheid en vereffeningsleidingen. Ook checken we of stroomketens op een veilige manier zijn gescheiden en of de voeding automatisch uitschakelt.
Wilt u een controle op de (brand)veiligheid van uw elektrische installatie? Laat dan een SCIOS Scope 10 inspectie uitvoeren. Gaat het om de check van zonnestroom-installaties? Dan is de SCIOS Scope 12 inspectie wat u nodig heeft.
Het verschil is namelijk dat een scope keuring is gericht op de arbeidsveiligheid van een installatie en scope 10 is gericht op de brandveiligheid. Wanneer je een scope 8 keuring goed hebt ondergaan, voldoe je aan de eisen van de Arbowet.
De multimeter test continuïteit door een beetje stroom via de ene meetpen door het apparaat te sturen en vervolgens te meten of deze stroom bij de andere meetpen aankomt. Als de meetpennen verbonden zijn—door een continu circuit, of doordat ze elkaar direct aanraken—loopt de teststroom door.
kan ik dat niet zelf opmeten? Als je ergens een aardingsmeter kan vastkrijgen kan je dat ja. Met een multimeter kan je dat niet.
- Zet de megger in de stand: "Riso". - Plaats 1 meetpen op het metalen gestel en de andere op de ene poot van de stekker, vervolgens op de andere poot en tot slot op de randaarde. - Het meten van de isolatieweerstand moet altijd geschieden met de schakelaar van het te meten toestel in de "IN" stand.
Aardpen meten
Een aardpen meet je door een gekende stroom aan te leggen tussen de aardpen en de hulpelektrode. Je meet vervolgens met een aardpen meter de spanning tussen de 2e hulppen en de aardelektrode. De pen verplaats je minimaal 3 keer, zodat de betrouwbaarheid van je meting toeneemt.
Volgens de wet moet de weerstand op een installatie minimaal 1000 Ohm per volt aan bedrijfsspanning zijn. Voor een installatie met een enkele fase van 230V, moet de isolatieweerstand dus minimaal 230.000 Ω of 230 kΩ zijn. Bij krachtgroepen met 3 fasen is de minimale isolatieweerstand trouwens ook 230 kΩ.
TT-stelsel in huisinstallaties
In een TT-stelsel is een punt van de voedingsbron rechtstreeks met aarde verbonden en zijn de metalen gestellen in de installatie verbonden met aardelektroden die elektrisch onafhankelijk zijn van de aardelektroden van de voedingsbron.
Meggers of isolatieweerstandsmeters worden in de praktijk meestal gebruikt voor het meten van isolatieweerstanden of lekweerstanden (in de installatietechniek).
In situ-meetsystemen
Bij een in situ-meting neemt het bedrijf of de meetinstantie geen monster uit het emissiekanaal. De meetapparatuur meet direct in het emissiekanaal.
TN (geaarde neuter)
Bij dit systeem is de neutrale draad van het netwerk geaard, waardoor de aarde fungeert als terugleiding voor elektrische stroom. Dit systeem is het goedkoopste van de drie en wordt gebruikt voor de meeste huishoudelijke toepassingen.
Hoe weerstand aardpen meten? De weerstand van een aardpen kan gemeten worden met een weerstandsmeter. Het is belangrijk dat de weerstand niet te hoog is, bij woningen is dit vaak 166 Ohm.
Hou de rode meetpen tegen het ene metalen uiteinde van de kabel en de zwarte meetpen tegen het andere.Als de multimeter piept, is de kabel nog goed. Het getal op de display geeft de weerstand van de kabel aan.
Aardingsweerstand, ook wel spreidingsweerstand genoemd, is de contactweerstand van de aard-elektrode of aardingslus met de omliggende aarde. Dit moet om veiligheidsredenen zoals blikseminslag zo klein mogelijk zijn. Binnen een huishoudelijke installatie mag de weerstandswaarde nooit groter zijn dan 30 Ohm.
Wat moet je niet doen met een multimeter? Niet meten bij spanning of stroom: Meet nooit spanning of stroom in een circuit zonder eerst de stroombron uit te schakelen en ervoor te zorgen dat er geen spanning aanwezig is. Meten in een live circuit kan gevaarlijk zijn en kan elektrische schokken veroorzaken.
Om de lekstroom te meten kan je een ampere meter (multimeter) tussen je aarde draad plaatsen. Je meet dan de stroom die dus via je je apparaten lekt naar de aarde. Je kan heel makkelijk meten welke apparaten er lekken door ze in of uit te schakelen.
Bij een Scope 12 keuring wordt de elektrische veiligheid van je hele PV- (ofwel Photovoltaic) installatie gecontroleerd. Van zonnepanelen tot aan het aansluitpunt met je netbeheerder. Experts inspecteren hierbij de zonnepanelen, kabels, omvormers en schakelkasten.
Scope 1: directe CO2-uitstoot, veroorzaakt door eigen bronnen binnen de organisatie. Het betreft de uitstoot door eigen gebouwen-, vervoer- en productie-gerelateerde activiteiten. Scope 2: indirecte CO2-uitstoot, door opwekking van ingekochte en verbruikte elektriciteit- of warmte.
NEN 1010 beschrijft de veiligheidsrichtlijnen voor elektrische laagspanningsinstallaties. Deze norm geeft eisen voor ontwerp, installatie en inspectie om veiligheid te waarborgen. Ontdek meer over de toepassing en voordelen.