Echter, in de klinische praktijk lijken medicamenten en polyfarmacie sterk geassocieerd met het optreden van een delier. Hierbij kan met name gedacht worden aan: opioïde pijnmedicatie, anticholinerge en dopaminerge medicatie (zie Rudolph et al., 2008), steroïden, immunosuppressiva, psychofarmaca en anti-epileptica.
Als iemand met een delier erg in de war is krijgt die daar een medicijn voor. Meestal is dat het medicijn haloperidol. Hierdoor wordt iemand minder verward. Soms geeft de arts slaappillen (benzodiazepinen) om te zorgen dat iemand met een delier minder bang is of om rustig te worden.
Als iemand veel last heeft van een delier, geven we medicijnen tegen angst en onrust. Bijvoorbeeld haloperidol en lorazepam.
O.a. de volgende factoren kunnen een delier uitlokken: infectie, koorts, dehydratie, elektrolytstoornissen, urineretentie, obstipatie, polyfarmacie en het gebruik van geneesmiddelen met een anticholinerge werking.
Doorsnee allergieremmers (antihistaminica), antidepressiva en medicijnen tegen incontinentie (antimuscarinica) kunnen de ontwikkeling van dementie in gang zetten, althans na langdurig gebruik door ouderen. Dat concludeert een grootschalige studie van de University of Washington.
Echter, in de klinische praktijk lijken medicamenten en polyfarmacie sterk geassocieerd met het optreden van een delier. Hierbij kan met name gedacht worden aan: opioïde pijnmedicatie, anticholinerge en dopaminerge medicatie (zie Rudolph et al., 2008), steroïden, immunosuppressiva, psychofarmaca en anti-epileptica.
Meestal komt een delier wat vaker voor bij ouderen en ook komt het vaak voor bij patiënten in de stervensfase. Ook jongere mensen kunnen een delier krijgen, tijdens een periode van ernstige ziekte. Een delier kan overal optreden: thuis, in het ziekenhuis en in het verpleeghuis.
Een delier komt meestal voor bij mensen die al ziek zijn. Zij hebben bijvoorbeeld een longontsteking of hebben net een grote operatie gehad. Of ze hebben een hersenbeschadiging gekregen door een ongeluk of een hersenbloeding. Een delier hoeft niet altijd te wijzen op een ernstige ziekte.
Zorg voor niet te veel bezoek en liefst niet meer dan één of twee personen tegelijk. Het is belangrijk niet te fluisteren of met elkaar te overleggen, om een gesprek te voeren buiten de persoon met het delier om. Blijf je telkens tot je naaste/de patiënt richten.”
Indien medicamenteuze bestrijding van angst, achterdocht, hallucinaties of hevige motorische onrust is geïndiceerd, is haloperidol het middel van eerste keus, behalve bij patiënten met de ziekte van Parkinson of 'Lewy body'-dementie.
De aanwezigheid van een delier kan wijzen op een ernstige acute lichamelijke ziekte, waarvoor snel medisch ingrijpen noodzakelijk is. Als de uitlokkende factor behandeld wordt en de lichamelijke toestand verbetert, neemt de verwardheid meestal weer af.
Verder heeft een oudere meer kans op een delier bij: Dementie. Het gebruik van bepaalde medicijnen, zoals:Morfine.
Bij ouderen is een delier meestal het gevolg van een lichamelijke ziekte of het gebruik van geneesmiddelen. Symptomen zijn angst, onrust, veranderd gedrag, wisselend bewustzijn, moeite met concentratie en aandacht en hallucinaties. Familieleden geven vaak aan dat de persoon plotseling veranderd is.
Acuut optredende verwardheid kan binnen enkele uren tot dagen ontstaan. Meestal als gevolg van lichamelijke problemen, bijvoorbeeld een infectie. Deze vorm van verwardheid wordt ook wel delirium of delier genoemd.
Stil delier (ook wel: apatisch of hypoactief delier)
Kenmerkend is dat iemand niet of niet normaal reageert. Dit ligt aan angst door de waanideeën en hallucinaties. Juist daarom durft iemand niets meer te doen of te zeggen. Een onrustig en stil delier komen soms ook samen bij één persoon voor.
Bij mensen die (ernstig) ziek zijn komt een delirium regelmatig voor. Op de Intensive Care maakt één derde van een patiënten een delirium mee. Een delirium is geen onschuldig verschijnsel van een ziekte. Het ontstaat wanneer de hersenen niet alle prikkels meer kunnen samenvoegen tot een logisch en samenhangend beeld.
Mogelijke oorzaken van een delier
Ook stress, angst of te weinig slaap kan bijdragen aan het ontstaan of de verergering van het delier.
Een delier ontstaat als het de hersenen niet meer lukt om alle prikkels, die van binnen en buiten het lichaam de hersenen binnenkomen, samen te voegen tot één verhaal. Ze kunnen niet meer van alle informatie een logisch beeld van de werkelijkheid maken. Een delier komt meestal voor bij mensen die al ziek zijn.
Bij een delier raakt iemand in de war. Dit kan onverwachts in een paar uur of in een paar dagen gebeuren. Iemand is verward, praat vaak warrig en kan de aandacht er niet bij houden. Plotseling is het gedrag van uw naaste anders dan u gewend bent: opgewonden en onrustig.
Mensen met een delier leven in een andere werkelijkheid.Ze weten niet meer waar ze zijn en wanen zich soms heel ergens anders. Soms zijn deze waanideeën terug te voeren op vroegere belevenissen. Ze weten daardoor vaak niet meer wat voor dag het is of in welk jaar ze leven.
gedrag: delirante patiënten gedragen zich vaak anders dan normaal gesproken. Hun gedrag is niet doelgericht, vaak impulsief en soms zeer ongepast, vrijpostig of zelfs agressief.
Fluorchinolonen, en met name ciprofloxacine, worden wereldwijd veel gebruikt bij bacteriële infecties: het gaat om breed spectrum antibiotica, goed verdragen en met een goed veiligheidsprofiel. Bij 2% van de behandelde patiënten is er sprake van neurologische of psychiatrische bijwerkingen, waaronder delier.
Een uitlokkende factor is bijvoorbeeld hoge koorts bij een virusinfectie. Een risicofactor heeft te maken hebben met iemands gevoeligheid voor een delier, zoals de nog niet volgroeide hersenen van het jonge kind.
Een delier ontstaat vaak bij patiënten die een infectie hebben en bij patiënten die onder narcose zijn geweest. Een delier leidt vaak tot een langer verblijf in het ziekenhuis, veroorzaakt een grotere kans op het ontwikkelen van dementie en geeft een groter risico op voortijdig overlijden.