Er wordt gebruikgemaakt van een korte naald die geplaatst wordt in een plooi in de huid die met de vingers wordt gemaakt. De buik is hiervoor erg geschikt. Voorbeelden hiervan zijn de toediening van insuline door diabetici en de toediening van methotrexaat door mensen met reumatoïde artritis.
Een intramusculaire injectie is bijvoorbeeld een vaccinatie. Maar ook vitamines en pijnstilling worden veelal intramusculair geïnjecteerd. Ook in de onderstaande gevallen wordt vaak gekozen voor een intramusculaire injectie: – Als het geneesmiddel snel in het bloed opgenomen moet worden.
De buik is een goede plek om te spuiten. Als er in de buik wordt gespoten, is het verstandig om dit in een huidplooi te doen. Rond de navel moet niet worden gespoten omdat in dit gebied vrij veel zenuwen en bloedvaten lopen, waardoor het injecteren pijnlijker kan zijn. Houd altijd 3 vingers afstand rond de navel.
Onderhuids de pijn verlichten. Wanneer een palliatieve patiënt niet meer in staat is morfine oraal in te nemen, kun je het ook subcutaan injecteren. Die techniek is een eenvoudig alternatief voor een intraveneuze of intramusculaire injectie en is minder belastend voor de patiënt.
Subcutane injecties worden toegediend in het onderhuidse vetweefsel, waar de vloeistof langzaam wordt opgenomen. Intramusculaire injecties gaan direct in het spierweefsel en de vloeistof komt snel in de bloedsomloop.
Complicaties/Bijwerkingen
Na het spuiten kan een blauwe plek ontstaan. Deze verdwijnt na enkele dagen. Ontstekingen op de plaats van injectie. Allergische reactie op het toegediende medicijn.
Waar nooit geïnjecteerd mag worden: - In een geopereerde buik of been. - Door vocht gezwollen injectiegebied of trombosegebied. - Lipodystrofie b.v. lipohypertrofie (verdikking van het onderhuids vetweefsel) of lipoatrofie ( putjes in het onderhuids vetweefsel).
Oxycodon is een morfineachtige pijnstiller (opiaat). Het heeft een sterke pijnstillende werking. Artsen schrijven het voor bij hevige pijn, zoals pijn na een operatie of pijn als gevolg van kanker. Artsen schrijven het ook voor in de zorg voor mensen die niet meer beter worden (palliatieve zorg).
Subcutaan (onderhuids), intramusculair (in de spier) 5-20 mg, gewoonlijk 10 mg per keer, indien nodig elke 4 uur toegediend. Epiduraal (buiten de hersenvliezen en in het ruggenmergvlies) Aanvankelijk 5 mg, zo nodig na 1 uur 1-2 mg, veelal tot totaal 10 mg per dag (=24 uur).
Zorg tijdens de handeling voor voldoende licht. Indien een canule is ingebracht, dient deze 3 keer per dag te worden doorgespoeld met 2 ml NaCl 0,9 % en te worden gecontroleerd op subcutaan lopen, flebitis, doorgankelijkheid.
Insuline injecteren doe je meestal met een insulinepen. Dat is een injectiespuit met een heel dun naaldje. Insuline spuit je in vlak onder de huid, in het onderhuidse vet. Dat heet 'subcutaan'.
Aanbevolen naald(en) subcutaan:
Voor loodrechte subcutane injecties wordt een dunne naald gebruikt: 0,4 – 0,6mm. Grijze, bruine, oranje, paarse of blauwe naald. De lengte van de naald is afhankelijk van de gebruikte techniek en van de dikte van de huid: Voor loodrechte subcutane injecties: 5 – 12mm.
5 Subcutane injectie
De hoeveelheid te injecteren vloeistof mag nooit meer dan twee milliliter zijn. En er worden vaak alleen vloeistoffen toegediend die een langzame resorptie moeten hebben, bijvoorbeeld insuline, heparine en morfine.
De NHG-Standaard Anemie adviseert intramusculaire toediening van vitamine B12 om pernicieuze anemie te behandelen.
Zorg dat alle vloeistof in het onderste deel van de ampul zit. Houdt (met een gaasje) de bovenkant van de ampul tussen duim en wijsvinger, met uw duim op de aangegeven stip. Breek de ampul van u af open. Duw/draai de roze naald op de spuit, steek de naald voorzichtig in de ampul en trek de vloeistof op in de spuit.
Het in slaap brengen gebeurt met behulp van een slaapmiddel (midazolam), meestal in combinatie met een sterke pijnstiller (morfine). Pijn kan veroorzaakt worden door de ziekte, maar ook als gevolg van het stilliggen.
Meestal is de patiënt gewoon thuis. Gemiddeld duurt het een tot drie dagen voor de patiënt overlijdt. Hoe langer het duurt, hoe minder positief mensen zijn. Patiëntenfederatie Nederland onderstreept het belang van duidelijke informatie voor patiënten en hun naasten.
Tramadol is een morfineachtige pijnstiller (opiaat). Het heeft een sterke pijnstillende werking. Artsen schrijven het voor bij plotselinge of langdurige hevige pijn.
Tramadol is één van de zwakkere opiaten. Oxycodon is een sterker opiaat, net als morfine. De werking van oxycodon is dus beter dan die van tramadol. Behalve de werking zijn ook de bijwerkingen en het risico op verslaving hoger bij oxycodon versus tramadol.
De opioide werking van Tapentadol is sterker dan die van Tramadol. Tramadol remt echter niet alleen de opname van noradrenaline, maar ook die van serotonine, een andere signaalstof in de hersenen. Welk medicijn voor u het meest geschikt is, kan de arts voor u bepalen.
Gelijktijdig gebruik van alcohol of andere centraal depressieve stoffen (zoals anesthetica, antipsychotica, anxiolytica, hypnotica en sedativa) kan de depressieve werking van tramadol op het centrale zenuwstelsel versterken (meer kans op ademhalingsdepressie, versterkte sedering).
Er kan een bloeddruppeltje ontstaan op de injectieplaats. Een pleister is meestal niet nodig. Let op: Wrijf na het injecteren niet over de injectieplaats. Dit kan blauwe plekken verergeren of veroorzaken.
De buik is de voorkeursplaats voor oplosbare humane insuline (Regular®), omdat opname daar het snelst plaatsvindt. De opname van oplosbare humane insuline kan bij bepaalde personen traag zijn (bij ouderen, bij personen die weinig of niet bewegen, ...).
Maximaal 2 ml/ toediening !