Als u het kozijn op gaat meten neemt u de sponningsmaat van het kozijn en telt u er in de hoogte 12 mm bij op. In de breedte meet u de sponningsmaat van het kozijn en trek daar 5 mm vanaf (in verband met de speling die de deur nodig heeft).
Een standaard deur zal vaak tussen 780 mm en 930 mm zijn. In het Bouwbesluit staat dat de dagmaat van een deur minstens 850 mm in de breedte moet zijn en 2300 mm in hoogtematen. De hoogte kan wel anders zijn, maar dat ligt aan de aangrenzende ruimte.
Deurkozijnen zijn vaak 762 mm breed en dit bedekt meestal de openingen tussen de muur en de deur op de meeste standaarddeuren. De reden dat er technisch gezien geen standaardmaat is voor deurkozijnen, is omdat de openingen in een muur nogal kunnen variëren.
Hierbij moet je rekening houten met ongeveer 2,5 mm speling boven, 2,5 mm speling aan de zijkanten van de deur en 5 mm speling onderaan de deur. Deze draainaden zijn nodig zodat de deur goed in het kozijn kan draaien. Je kunt de deur inkorten met behulp van een zaag of een handschaaf.
Speling deurhoogte: We raden een speling van 7 mm in de hoogte aan. Dit betekent ongeveer 2 mm aan de bovenkant van de deur en 5 mm aan de onderkant van de deur. Speling deurbreedte: Voor de speling in de breedte komt dit neer op 5 mm. Ongeveer 1.5 mm aan de hangzijde en 3.5 mm aan de sluitzijde.
Er moet een opening van 2 mm of 3 mm zijn tussen de deur en het kozijn aan beide zijden en de bovenkant. Als u de deur op maat moet zagen, houd er dan rekening mee dat u alle vier de zijden van de deur gelijkmatig moet zagen, indien mogelijk, om een nauwkeurige vorm of patroon te behouden als de deur is gepaneeld.
Een kozijn opmeten voor een nieuwe deur
Hiervoor meet je de hoogte van het kozijn op 2 plaatsen en de breedte op 3 plaatsen. Het opmeten van de sponningmaat geeft je echter niet direct de maat van de deur. Heb je een stompe deur? Dan haal je 5 mm af van de kleinst gemeten breedte- en hoogtemaat.
Meet drie keer binnen het deurkozijn – bovenaan, in het midden en onderaan. De breedste meting bepaalt de breedte van de deur. Gebruik een meetlint om de breedte van de drie delen van het deurkozijn te bepalen. Meet het meetlint langs de breedte van het kozijn van links naar rechts en noteer deze getallen.
Dit doe je door de hoogte van de deur inclusief de opdekrand aan de bovenkant van de deur op te meten. Voor de breedte pak je de achterkant van de deur, de kant zonder opdekrand. Meet de deur op verschillende punten op om er zeker van te zijn dat je geen scheve deur meet.
Het maken van ruwe openingsmaten is eigenlijk heel eenvoudig. Voeg gewoon 2″ toe aan de breedte van de werkelijke deurmaat . U moet 2-1/2″ toevoegen aan de hoogte van de werkelijke deur. Dit geeft u ruimte om het deurkozijn van de ondervloer te plaatsen.
Een standaard deurkozijn is 2 1/4 inch , maar kan oplopen tot 3 inch of meer, afhankelijk van uw persoonlijke stijl en voorkeur. Meestal worden bredere kozijnen gereserveerd voor kamers met veel hogere plafonds (meer dan 12 voet) om ruimte te bieden aan de extra afwerking.
24 of 27 inch (610 of 686 mm): Dit is een klein type deur dat normaal gesproken alleen wordt gebruikt voor krappe interieurs of beperkte ruimtes, zoals een wasruimte, bijkeuken of wasruimte. Deze maat is te klein voor wasruimtes .
Doorgaans zijn deze kozijnen rechthoekig en kies je voor standaard maten zoals 50 bij 60 cm, 60 bij 80 cm, 80 bij 120 cm of 100 bij 150 cm. Deurkozijnen: kozijnen voor deuren zijn mogelijk 78 cm breed en 200 cm hoog, tot wel 103 cm breed en 231 cm hoog. Hierbij is de hoogte doorgaans afhankelijk van de ruimte zelf.
De maat van de nieuwe deur is het makkelijkst te bepalen aan de hand van uw oude deur. Bij een opdekdeur moet de hoogte worden gemeten aan de lange kant met opdekrand. De breedtemaat dient juist te worden gemeten aan de korte kant, dus zonder opdekrand. Bij een stompe deur hoeft geen rekening te worden met randen.
Omdat het bouwbesluit ook een bepaalde vrije breedte verplicht stelt, is de standaard breedte voor deuren in nieuwe woningen 93 cm. Voor oude woningen gelden echter andere regels. Dit verklaart waarom de hoogtematen 201,5 en 211,5 cm en de breedtematen 83 en 88 cm veel worden gebruikt voor de renovatie van woningen.
Deurmaat meten
Meet de breedte van de ruwe opening, van de binnenkant van de wandstud tot de binnenkant van de wandstud (zie de illustratie voor deze meting). Meet dit op drie plaatsen: de bovenkant, het midden en de onderkant van de opening, en gebruik dan de kleinste van deze drie metingen. Trek dan 2″ af van deze breedte.
De keelmaat wordt bepaald door de wanddikte . Veel voorkomende wandcomposities en hun keelmaat: 2-1/2” metalen stud, 1 laag van 5/8” gipsplaat aan beide kanten: 3-3/4” 3-5/8” metalen stud, 1 laag van 5/8” gipsplaat aan beide kanten: 4-7/8”
Totale framegrootte
Het moet in de muuropening passen, maar ook groot genoeg zijn om in de fysieke deur en de speling te passen. Een standaardverschil tussen de grootte van de muuropening en de totale grootte van het frame is 5 mm in de hoogte en breedte . Dit zorgt voor voldoende speling voor het frame om in de opening te passen.
Net als de hoogte van het deurkozijn, meet je ook de breedte van je deurkozijn op verschillende plaatsen. Plaats je meetlint aan de rechterbovenkant en meet horizontaal tot aan de linkerbovenkant.Meet vervolgens de breedte aan de onderkant en meet ook het midden van het kozijn horizontaal.
Als je jouw nieuwe deur gaat afhangen is het wenselijk dat de deur aan de volgende spelingen (draainaden) voldoet: aan de hangzijde een speling van 2 mm.aan de sluitzijde een speling van 3 tot 4 mm.aan de bovenzijde een speling van 2 mm.
De breedte van een binnendeur begint meestal bij 63 cm en loopt op per 5 cm tot ongeveer 83 cm. Voor de ruwbouw opening moet je minimaal 8cm extra voorzien bovenop de breedte van de deur. De standaard deurbreedtes zijn: 63 cm.
De vuistregel is om minstens de helft van de totale deurbreedte vrij te houden. Dit betekent dat als je deuren bij elkaar 2 meter breed zijn, je idealiter minstens 1 meter onbelemmerde ruimte aan elke kant van de deuren zou moeten hebben.
Bij grote binnendeuren met massief houten panelen en zijscharnierende glaspanelen moet er een ruimte van ongeveer 2,5 centimeter tussen de deuren zitten, zodat de deuren kunnen uitzetten of krimpen zonder dat de kozijnen beschadigd raken.
Je meet bovenin, in het midden en aan de onderkant van het te vervangen kozijn. De kleinste maat is leidend bij het meten van kozijnen. Je trekt vervolgens 1 centimeter (0,5 centimeter aan beide kanten) van deze maat af, zodat je voldoende speling hebt.