Het tweede wordt o.a. in België en Frankrijk gebruikt. Bovenstaande kun je ook gebruiken om te vertalen, want C = Do, D = Re enz.
C , ook do genoemd, is de naam van een van de stamtonen en de grondtoon van de toonladder in C-majeur (Do groot). In de westerse muziek wordt met de do meestal gerefereerd aan de centrale do of C4 (eengestreept octaaf).
We gebruiken de eerste 7 letters van het alfabet om de muzieknoten een naam te geven: A, B, C, D, E, F en G. Als je die op een piano speelt, gebruik je de witte toetsen, en die noemen we de stamtonen. In het rijtje A B C D E F G klinkt A het laagst, en G het hoogst.
De Guidonische lettergrepen zijn de oud-Latijnse benamingen van de zes tonen van het hexachord, ut-re-mi-fa-sol-la, een groep van zes opeenvolgende tonen uit de diatonische toonladder. De zes benamingen werden in de 11e eeuw bedacht door Guido van Arezzo.
Hierbij moeten wij wel vermelden dat in muziekscholen en klassieke opleidingen niet met letters maar met noten het spelen van piano aangeleerd wordt. Als we het gaan vergelijken staat de C voor de do, D voor de re, E voor de mi, …
Het eerste do-re-mi lettergrepen systeem dat Guido van Arezzo had bedacht was gebaseerd op een oude hymne waarbij de laatste notennaam een "SI" was (een afkorting van het Latijn "Sancte Ioannes" = Heilige Johannes). In de loop van tijd zijn er echter verschillende wijzigingen aangebracht aan deze notennamen.
Do – Re – Mi – Fa – Sol – La – Si – Do
Het eerste wordt o.a. in Nederland en Duitsland gebruikt. Het tweede wordt o.a. in België en Frankrijk gebruikt. Bovenstaande kun je ook gebruiken om te vertalen, want C = Do, D = Re enz.
De G (ook wel sol, of so genoemd) is een muzieknoot die een hele toon hoger ligt dan de F en een hele toon lager dan de A. Op een piano-klavier ligt de G bij de drie zwarte toetsen steeds tussen de eerste en de tweede zwarte toets. Bij een zessnarige gitaar is de vierde snaar gestemd in G.
De Bes wordt ook geschreven als B♭. De Duitse muziektheorie hanteert voor de B de benaming H en voor de Bes de benaming B.
De klassieke toonladder kan elke (aspirant) zanger uit zijn hoofd noemen. Do Re Mi Fa Sol La Ti Do, overeenkomstig met de tonen C, D, E, F, G, A, B, C. Deze zing je van laag (de eerste Do) naar hoog (de laatste Do). Probeer hierbij te letten op het zuiver houden van je stem.
De c-sleutel is een gestileerde letter C. Op de lijn die door het midden van deze sleutel loopt wordt de eengestreepte c (c´) of do genoteerd.
De B (ook wel si, of ti genoemd) is een muzieknoot die een hele toon hoger ligt dan de A en een halve toon lager dan de C. Op een pianoklavier ligt de B steeds direct na de groep van drie zwarte toetsen. De vijfde snaar van een klassieke gitaar is gestemd op de B.
Het is de C-toets die vlak voor je ligt. Op een piano met 88 toetsen is de centrale C de vierde C die je kunt tellen vanaf links gerekend. Een andere manier om deze muzieknoot te vinden is door de toetsen te tellen. Op een piano met 88 toetsen is dit de 24e witte toets van links.
Een muzieknoot noteer je op de lijnen (dan loopt de lijn door de noot heen) of tussen de lijnen van de notenbalk. Deze komen overeen met de witte toetsen van de piano. Hoe hoger de noot klinkt, hoe hoger deze op de notenbalk staat. Hoe lager de noot klinkt, hoe lager op de notenbalk.
De C-sleutel is een teken aan het begin van de notenbalk dat de toonhoogte van de genoteerde noten bepaalt. De noot op de lijn die door het midden van de sleutel loopt is de toon c.
Sommige mensen leren het snel, anderen hebben er iets meer moeite mee. Het notenschrift is een vrij eenvoudig en logisch systeem. Iedereen kan dit leren begrijpen. Of het moeilijk is ligt ook aan het niveau wat je wilt leren lezen.
Een halve noot duurt in een 4/4 maat 2 tellen (volgens het onderste cijfer). Staat er een punt achter, dan komt de helft erbij.
Je kunt noten weergeven op een notenbalk met een F sleutel die hoger zijn dan de centrale C. En soms worden noten op een notenbalk met F sleutel gespeeld met de rechterhand. De hoogste noot op de bovenste lijn is de A die vlak onder de centrale C ligt op het pianoklavier (een kleine terts onder de centrale C).
G7 akkoord spelen
Dit is een akkoord dat spanning opbouwt, die wordt opgeheven op het moment dat een C akkoord daarop volgt. Met het G7 akkoord kun je dus goed door moduleren naar de toonladder van C. Zo speel je het G7 akkoord op de piano: G B D F.
De linker zwarte toets van het groepje van drie zwarte toetsen, zit tussen de F en de G in. Deze zwarte toets krijg je door de F te verhogen of de G te verlagen. Vanaf de F is deze toets met een halve afstand verhoogt. De toets krijgt dan de naam Fis.
De F (ook wel fa genoemd) is een toon die een halve toonsafstand hoger ligt dan de E en een hele toonsafstand lager dan de G. Als de toon zich in een laag octaaf bevindt, wordt de naam in het Nederlands met een hoofdletter geschreven (F), in een hoger octaaf schrijft men f, al dan niet met toegevoegd teken.
De zwarte toetsen zijn de halve stapjes tussen de tonen. Deze heten kruizen of mollen. Zo komt het dat elk octaaf bestaat uit 7 witte toetsen en 5 zwarte.
De Cis is een met een halve toonafstand verhoogde stamtoon C. In de gelijkzwevende stemming is het dezelfde toon als de Des (D♭), een met een halve toon verlaagde D. De Cis wordt geschreven als C♯ of in eenvoudige typografie als C#.