Bij mannen is het percentage werkenden het hoogst bij de 35- tot 45-jarigen.Bij vrouwen is dit aandeel het hoogst bij de 25- tot 35-jarigen. De arbeidsparticipatie van jongeren (15 tot 25 jaar) en ouderen (55 tot 75 jaar) is lager dan van de middenleeftijden (25 tot 55 jaar).
Van de mannen werkt een groter deel dan van de vrouwen. In het derde kwartaal van 2023 was de nettoarbeidsparticipatie onder vrouwen 69,0 procent, onder mannen was dit 77,4 procent. Het verschil in arbeidsdeelname tussen mannen en vrouwen varieert per leeftijdsgroep.
Ongeveer 314.000 van de 9 miljoen personen in de beroepsbevolking (3,4%) waren werkloos. Bijna 9 miljoen mensen hadden betaald werk (werkzame beroepsbevolking). Ruim een half miljoen meer mannen (4,8 miljoen) dan vrouwen (4,2 miljoen) hebben betaald werk (CBS StatLine (externe link) (opent in een nieuw venster)).
Werkende mannen werkten in 2021 gemiddeld 39,4 uur per week, werkende vrouwen 29,2 uur. In 2013 werkten zowel mannen met 38,8 uur als vrouwen met 27,4 uur een fractie minder. Het verschil tussen mannen en vrouwen is iets afgenomen.
Mannen vaakst in technische beroep, vrouwen in zorg- en welzijnsberoep. Zo'n 8 op de 10 werkenden in technische beroepen, ICT-beroepen en transport- en logistiekberoepen is een man. Ook hebben meer mannen dan vrouwen een management- of agrarisch beroep.
Liesbeth Staats reist naar België, Frankrijk en Finland, drie landen waar verreweg de meeste vrouwen wel fulltime werken. In België is het verschil met Nederland al enorm. Werkende moeders noemen zichzelf ploetermoeder omdat zij naast hun baan vaak ook voor het huishouden en de zorg opdraaien.
Het gemiddelde inkomen van een werkende vrouw kruipt naar het inkomen van een werkende man toe. Werkende vrouwen verdienden in 2020 gemiddeld 33.800 euro per jaar; mannelijke werkenden 52.300 euro.
Meeste moeders werken 20 tot 35 uur per week
De meeste moeders met kinderen jonger dan 18 jaar werken 20 tot 35 uur per week. Met het jongste kind op de middelbare school werken iets meer moeders 35 uur per week of meer (voltijds) dan met het jongste kind jonger dan 13 jaar.
De doorsnee man in Nederland verdient 7,4 procent meer dan de doorsnee vrouw. Twee jaar geleden was dat verschil nog 5 procent en dat was toen een daling ten opzichte van twee jaar daarvoor. Dat het verschil nu is toegenomen komt doordat mannen er sinds 2021 gemiddeld meer op vooruit zijn gegaan dan vrouwen.
Vrouwen in de beroepsbevolking waren in het derde kwartaal van 2023 vaker werkloos dan mannen: respectievelijk 3,8 en 3,5 procent. Vergeleken met hun mannelijke leeftijdsgenoten was de werkloosheid wel lager onder jonge vrouwen tot 25 jaar en - in mindere mate - onder vrouwen van 45 tot 55 jaar.
Eind december 2022 waren dit 149.200 WW-uitkeringen. Het aantal WW-uitkeringen nam ten opzichte van vorig jaar toe met 7,8%, oftewel 160.780 WW-uitkeringen. Dit aantal is relatief laag ten opzichte van voorgaande jaren. De WW-ontwikkeling verschilt per sector.
3,2 miljoen personen behoorden niet tot de beroepsbevolking
De totale bevolking van 15 tot 75 jaar, 13,3 miljoen mensen, kan worden onderverdeeld in de beroepsbevolking en de niet-beroepsbevolking. De beroepsbevolking was 10,1 miljoen personen groot, de niet-beroepsbevolking 3,2 miljoen.
Zo is van de 55- tot 60-jarigen 81% aan het werk, terwijl dat bij de 60- tot 65-jarigen 64,6% is. De stijging van de arbeidsparticipatie in de afgelopen tien jaar is wel groter bij de hogere leeftijdsklassen.
55-plussers op de arbeidsmarkt
81% van de 55- tot 60-jarigen had in 2022 betaald werk. In 2013 was dit nog 71%. 65% van de 60- tot 65-jarigen had in 2022 betaald werk. In 2013 was dit nog 45%.
In totaal waren er in Nederland in 2019 zo'n 9 miljoen werkenden. Meer dan de helft van hen, 4,6 miljoen Nederlanders, werkte voltijds (35 uur of meer). Acht procent van de werkenden draaide gemiddeld meer dan 40 uur per week.
Hoeveel uur werken is het best? Volgens geluksexpert Dan Buettner is 30 à 35 uur per week werken het ideale aantal uren om het meest gelukkig te zijn. Hij analyseerde onderzoeken waar in totaal meer dan 20 miljoen mensen wereldwijd meededen en deed zelf onderzoek in de gelukkigste landen ter wereld.
Bij 15 procent van de paren met minderjarige kinderen werkt één partner voltijds, terwijl de ander niet werkt. Die paren bestaan meestal uit een man met en een vrouw zonder betaald werk. Kleiner van omvang is het aantal paren waarbij beide ouders voltijds (11 procent) of beide in deeltijd werken (9 procent).
Om de hamvraag te beantwoorden: in 2022 verdient iemand met een modaal inkomen 38.000 euro bruto op jaarbasis, aldus het Centraal Planbureau. Netto houdt iemand met een modaal salaris 2.500 euro per maand over, bij een bruto salaris van ruim 3.100 euro.
Zonder het vakantiegeld mee te tellen, is het modaal salaris in 2023 € 3.086 bruto per maand. Dat is per maand ongeveer € 2.550 netto.
Dit blijkt uit de doorrekeningen die HR-dienstverlener Visma | Raet jaarlijks uitvoert, direct na het bekendmaken van de Rijksbegroting door het (demissionair) kabinet op Prinsjesdag. Medewerkers die in 2023 twee keer modaal verdienen (6.172 euro), krijgen er volgend jaar netto 70,59 euro per maand bij.
Bij de geboorte van het eerste kind gaat 45 procent van de moeders minder werken of stopt. De helft van de bevolking (16 jaar of ouder) vindt dat moeders met kinderen jonger dan 4 jaar twee of drie dagen zouden moeten werken. Bijna 20 procent ziet het liefst dat moeders dan helemaal niet werken.
51% van de vrouwen is niet financieel onafhankelijk (volgens de overheid ben je financieel afhankelijk als je 100% van het minimumloon verdient) (Ministerie OCW, Emancipatienota, 2018-2021). 15% van de vrouwelijke statushouders heeft na 5 jaar betaald werk, tegenover 33% van de mannelijke statushouders (KIS, 2018).