Je kind van 4 jaar kan:
de cijfers 1 t/m 5 herkennen. besef hebben van de begrippen meer – minder, veel – weinig, erbij – eraf, groter – kleiner, dikste – dunste, voor – naast –op. groepjes herkennen van 2 en 3 zonder te tellen. de vormen cirkel, vierkant, driehoek, rechthoek benoemen.
en van oorzaak en gevolg (waar blijft de roltrap als hij wegglijdt?) Vaak legt een kleuter verbanden die niet kloppen. Het hoogtepunt van deze magische periode ligt tussen vier en vijf jaar. Pas als kinderen zes à zeven jaar zijn, kunnen ze het verschil beter maken tussen werkelijkheid en fantasie.
Als je kleine ongeveer 1 jaar oud is, kan je hem al een paar getallen leren. Hij kan dan na verloop van tijd het telwoord herkennen, maar weet nog niet dat het een hoeveelheid aangeeft. Pas nadat je kindje zijn tweede verjaardag heeft gevierd, begrijpt hij de betekenis van de eerste getallen en hoeveelheden beter.
Elk kind is anders en heeft een andere ontwikkeling. Tellen is een vaardigheid die zich geleidelijk aan ontwikkelt, met vallen en opstaan. Gemiddeld leren kinderen tellen vanaf de leeftijd van 2 jaar, maar het is een proces dat duurt tot het kind 5 à 6 jaar is.
Bij peuters is de ontwikkelingsvoorsprong al iets duidelijker te herkennen. Zo is een hoogbegaafde peuter zeer ondernemend, motorisch erg vaardig en zelfstandig. Daarnaast hebben ze een goede ruimtelijke oriëntatie en ontwikkelen ze snel het begrip voor bijvoorbeeld kleuren, cijfers en hoeveelheden.
Vanaf de leeftijd van 2 jaar speelt emotioneel begrip een grote rol in empathisch gedrag. Hoewel emotioneel begrip al langzaam ontwikkelt tijdens de eerste levensjaren, is het pas rond het derde levensjaar zodanig ontwikkeld dat gesproken kan worden van begrip.
Algemeen. De wereld van kinderen van 4 tot 12 jaar wordt steeds groter. Doordat ze buitenshuis in contact komen met andere volwassenen, kinderen en leeftijdsgenoten, leren ze zichzelf steeds beter kennen. Ze gaan zichzelf vergelijken met anderen waardoor ze inzicht krijgen in waar ze goed in zijn.
Veel ouders kiezen ervoor hun kind(eren) vanaf ongeveer 9 jaar een huissleutel mee te geven naar school. Ze kunnen op die leeftijd alleen naar huis lopen en kunnen altijd naar binnen; ook als je er als ouder even niet bent.
In groep 1 gaat dat leren nog met kleine stapjes en spelenderwijs. Tellen, kleuren en vormen benoemen, iets vertellen in de kring, samen spelen, rijmen, luisteren naar een verhaal: voor kleuters valt er heel wat te leren.
Een kind van 4 jaar kan goed zijn evenwicht bewaren en kan hinkelen. Hij kan een kleine bal vangen en hij begint te oefenen met activiteiten als fietsen (zonder zijwieltjes) en rolschaatsen. Hij vindt het erg leuk om te rennen, te springen en te klimmen.
Je peuter van 2,5 jaar oud is een spons als het gaat om taal. Zijn woordenschat neemt snel toe, soms met meer dan tien woorden per week. Met 18 maanden kende je kindje nog maar zo'n tien woorden, nu gaat hij al richting de 750 woorden. Je kletskous gaat taal steeds beter begrijpen.
In het schema ontwikkelingsaspecten en om- gevingsinteractie worden de volgende ontwik- kelingsgebieden onderscheiden: lichamelijke ontwikkeling, motorische ontwikkeling, cogni- tieve ontwikkeling, seksuele ontwikkeling, per- soonlijke ontwikkeling en sociaal-emotionele ontwikkeling.
De belangrijkste ontwikkelingsgebieden zijn de lichamelijke-, motorische-, cognitieve-, sociale-, emotionele– en de spraak- en taalontwikkeling. Lees alles over de groei en ontwikkeling kleuter en schoolkind.
Scharnierleeftijd. De leeftijd van 7 jaar wordt beschouwd als een scharnierleeftijd (Delfos). Het leven van je kind voor en na die leeftijd is fundamenteel verschillend. Zodra je kind kan lezen en schrijven, komt hij in de wereld van de volwassenen terecht.
4. Sociaal-emotionele ontwikkeling. De afgelopen jaren ging je kind steeds meer nadenken over zichzelf, wat hij wel en niet kan, hoe hij eruitziet, hoe hij zich voelt, wat hij wil. Achtjarigen gaan zichzelf vergelijken met andere kinderen; ik kan niet zo hoog springen als hij, maar ik kan wel beter voetballen.
Kinderen van 5 jaar worden zich steeds bewuster van hun eigen 'ik'. Daarnaast ontwikkelen ze empathie, ze kunnen zich steeds beter inleven in anderen. Je kunt dit zien doordat ze bijvoorbeeld andere kinderen troosten. Tegelijkertijd zijn peuters nog erg egocentrisch, waardoor ze elkaar bijvoorbeeld duwen.
Als gastouder bied je opvang aan kinderen binnen uiteenlopende leeftijdsgroepen. Erg belangrijk hiervoor is een gedegen kennis van de sociaal-emotionele en cognitieve ontwikkeling per leeftijdsfase.
Cognitieve ontwikkeling
Tussen 6 jaar en 7 jaar maakt je kind een grote sprong in zijn cognitieve ontwikkeling, omdat hij concreet leert denken. Hij denkt nog wel in plaatjes: wat hij leert, moet hij voor zich kunnen zien. kan getallen herkennen en schrijven en heeft begrip voor 'erbij' en 'eraf'.
Kinderen en jongeren krijgen soms te maken met ingrijpende veranderingen, trauma's of moeilijke (thuis)situaties. Als ze daar problemen van ondervinden, of als dit invloed heeft op hun gedrag, spreken we van sociaal- emotionele problemen of gedragsproblemen.
Hoogbegaafdheid bij kinderen geven kenmerken als perfectionisme, faalangst, intense emoties, het diepe nadenken, bezig zijn met volwassen vraagstukken en het vele vragen stellen? Dan is het belangrijk om te onderzoeken in hoeverre er inderdaad sprake is van hoogbegaafdheid.
Hoogbegaafden hebben vaak een hoog rechtvaardigheidsgevoel. Jonge kinderen hechten al veel waarde aan beloftes en gaan diepgaandere vriendschappen aan. In de klas is te merken dat deze kinderen veel moeite hebben met 'onrechtvaardige' beoordelingen en straffen.
Hoogbegaafde kinderen hebben een IQ van 130 of hoger. Ook zijn ze creatief in de manier waarop ze denken en hebben ze veel doorzettingsvermogen. In de praktijk wordt alleen het IQ gebruikt om te 'meten' of een kind hoogbegaafd is. Dat komt doordat doorzettingsvermogen en creatief denken moeilijker te meten zijn.