Vanaf een jaar of zeven kun je je kind zelf iets simpels leren koken. Denk aan het bakken van pannenkoeken of een eitje. Een fruitsalade of ander koud gerecht klaarmaken, lukt ze nu meestal ook goed zelfstandig. Welke leeftijd je kind ook heeft, zorg er altijd voor dat je in de buurt bent en toezicht houdt.
Vanaf dat je kind drie/vier jaar is, kan hij beginnen met meehelpen in de keuken. Hoe ouder hij wordt, hoe meer je hem (of haar) zelfstandig kunt laten doen. Naast dat het erg gezellig is om samen te koken, is het ook heel educatief: Helpen in de keuken geeft je kind zelfvertrouwen (goed gedaan!).
afwegen, bakken en koken krijgen ze meer zelfvertrouwen in de keuken . Ze worden steeds handiger in deze handelingen. En het draagt bij aan het ontwikkelen van een gezond eetgedrag. Extra voordeel: kinderen die hebben meegeholpen met koken, zullen het vaak ook sneller proeven.
Betere eetgewoontes
Door mee te helpen met de bereiding of door zelf te koken leren kinderen namelijk meer over voeding en gezond eten. Ook voor de smaakontwikkeling is samen koken belangrijk: het blijkt dat kinderen die meegeholpen hebben met koken het ook sneller zelf proeven.
De kookles begint
Al het kookmateriaal en de ingrediënten staan voor je klaar. Je hoeft dus zelf niets mee te brengen. Bij de start van de workshop overloopt de lesgever samen met de groep wat er op het menu staat. Vervolgens maken jullie in kleine groepjes zelf gerechten klaar.
Koken met kinderen versterkt niet alleen hun kookcompetenties maar ook andere (voedsel)vaardigheden. Het draagt ook bij tot de ontwikkeling van motorische vaardigheden zoals snijden, rollen, kneden en roeren (zie verder 'Motorische vaardigheden').
Een baby van 6 maanden mag dingen eten zoals:
Fruit als banaan, mango, perzik, appel, peer, abrikoos, meloen en papaya. Ongezoete pap. Pasta, rijst, brood, en aardappel. Goed gekookte of gebakken vette vis als zalm, of vlees en kip, zolang het goed doorbakken of gekookt is.
Geef je kindje soep.
Vanaf 9 maanden kan je je baby op een kommetje soep trakteren. Bijvoorbeeld een dikke, gepureerde soep van pompoen of bloemkool. Hierdoor krijgt hij extra vocht binnen. Wanneer je aardappel en bijvoorbeeld kleine stukjes vlees toevoegt, kan de soep een warme maaltijd vormen.
Vanaf 9 tot 12 maanden
Ontbijt: borstvoeding of opvolgmelk en ½ à 1 sneetje bruin brood met margarine en beleg, of granenpap van 150-200 ml borstvoeding/opvolgmelk. Fruithapje: kleine stukjes fruit en een bekertje water.
Baby's van 9 tot 12 maanden hebben een gemiddelde slaapbehoefte van 11 uur in de nacht en 3 uur overdag verdeeld over 2 slaapjes. Een mooi schema zou daarom kunnen zijn: Tussen 6:00 en 7:30 start van de dag.
1 snee lichtbruin brood met margarine en eventueel beleg en 165 tot 200 ml borst- of flesvoeding*.
Soms wordt beweerd dat je bepaalde soorten fruit beter niet kunt geven tot je kind bijvoorbeeld 1 jaar is, vanwege de spijsvertering of voedselallergieën. Bijvoorbeeld aardbeien of bessen. Maar alle soorten zijn geschikt.
Waarom geen water? Baby's hebben, tot ze 6 maanden zijn, naast borstvoeding geen ander drinken nodig. Geef je je kind wel water, dan is de kans groot dat het daardoor minder moedermelk drinkt. Jouw melk zit vol met voedingsstoffen die je baby nodig heeft.
En: gewone melk bevat veel eiwit wat nu nog te veel belasting voor die kleine baby-niertjes kan geven. Als je kleintje 8 maanden is, kan een beetje naturel yoghurt of kwark wel, zolang borstvoeding of opvolgmelk maar de melkbasis blijft.
Start met enkele lepeltjes groentepap. Gaat het goed, voer de hoeveelheid dan langzaam op tot gemiddeld 150 gram. Tegen de leeftijd van 1 jaar neemt dit toe tot 250 à 300 gram. De ideale verhouding is: 2/3 groenten en 1/3 aardappelen, deegwaren of witte rijst.
Tussen 4 en 6 maanden kun je je baby een stukje brood geven zonder korst. Maar geef je baby pas brood zonder korst als hij gewend is aan oefenhapjes en ook wat grovere hapjes kan eten. Doop de boterham eventueel in moedermelk of flesvoeding om het wat zachter te maken.
Als jouw kindje zes maanden is, kun je hem brood geven. Een korstje brood om op te sabbelen is voor de meeste kinderen een leuke kennismaking met dit waardevolle product. Geef daarna wat stukjes brood, begin met (licht)bruin brood zonder beleg. Brood dat een dag oud is plakt minder.
De eerste serieuze pogingen werden waarschijnlijk gedaan rond 9500 voor Christus. De oude Egyptenaren maakten toen eetbare bakjes van haver, tarwe, rogge of wat voor graan ze ook maar bij de hand hadden, die ze bakten op hete kooltjes en vulden met honing. Een tartelette zouden de bakkers dat nu noemen.
Bananen zijn goed voor je kindje
En daarnaast is de banaan ook nog eens een kaliumrijke vrucht. Allemaal vitaminen en voedingsstoffen die je kindje nodig heeft om te groeien en gezond te blijven.
Vanaf de leeftijd van 1 jaar mag je je kind tot 300 ml aan zuivelproducten geven. Dit kan koemelk zijn, maar ook karnemelk, yoghurt of sojamelk. Bijvoorbeeld: 150 ml koemelk bij het ontbijt en 150 ml yoghurt als toetje na het avondeten. Je mag yoghurt al geven vanaf de leeftijd van 8 maanden.
Magere of halfvolle yoghurt. Vanaf 8 maanden kan een beetje als toetje wel, zolang borstvoeding of opvolgmelk maar de grootste melkbron blijft.
Maak eerst de groentepap gaandeweg minder vloeibaar, zodat je kind speeksel moet 'bijvoegen'. De tong moet het voedsel heen en weer brengen, wat het kauwen stimuleert. Kan je baby drogere pap eten, begin dan met zachte brokjes in zijn voedsel. Je kan je baby vanaf dan ook eens een stukje brood geven.
Krijgt je kleintje ook vaste voeding, hou dan goed in de gaten dat je schat deze aanbevolen hoeveelheden water of melk binnen krijgt: 130 – 150 ml / kg / dag tot 4 maanden. 120 – 130 ml / kg / dag tussen 4 en 8 maanden. 100 – 110 ml / kg / dag tussen 8 en 12 maanden.