Kruiden kunnen uitstekend groeien in de keuken zolang ze maar genoeg licht krijgen. De beste plek voor basilicum, rozemarijn, oregano en tijm planten is voor een keukenraam op het zuiden. Daar heb je het felste licht en de meeste zonuren. Let er wel op dat bij direct zonlicht de plantjes sneller kunnen uitdrogen.
Check elke dag of de planten nog in een laagje water staan en vul zo nodig bij. Zet de planten achter het raam in de zon, zodat ze genoeg licht (drie tot zes uur zon per dag) krijgen, maar de temperatuur niet teveel wisselt. Harde kruiden zoals rozemarijn, tijm, laurier en salie kunnen ook goed buiten overleven.
Uitzaaien. Wil je vroeg genieten van je eigen munt? Dan kun je het beste binnen kweken, bijvoorbeeld in een pot in de keuken of achter het glas op de vensterbank. Verspreid enkele zaadjes over de potgrond en schep er een laag aarde overheen.
Aanplanten kun je zowel in de volle grond doen als in een pot. Let er wel op dat rozemarijn een beschutte plaats, met het liefst veel zon, nodig heeft om goed te kunnen groeien en bloeien. Als grondsoort is droge en goed doorlatende grond het beste. De bloeiperiode van de plant is van maart tot en met mei.
De plant behoudt het hele jaar zijn groene blad en witte en lichtblauwe bloemetjes. Rozemarijn is tamelijk vorstgevoelig waardoor het lastig kan zijn om het buiten te telen. Gelukkig kun je het ook prima onder glas kweken of binnen. Net als van veel andere kruiden, heeft rozemarijn geneeskrachtige werkingen.
Je kunt tijm binnenshuis laten groeien door een klein stukje van een tijmplant die buiten staat te verpotten. Tijm houdt van de volle zon, maar zal ook groeien in het raam op het oosten of het westen.
Over het algemeen is het voorjaar de beste tijd om te zaaien voor mediterrane, eenjarige kruiden of kruiden die je wilt gebruiken in salades. Ook planten doe je het best in het voorjaar.
Koop je toch een kruidenplantje in de supermarkt en wil je deze een goede kans geven? Houd dan het folie er dan omheen als je hem in huis hebt staan. Knip de helft van de stengels eruit en zet ze in een glas water. Wacht tot ze wortels krijgen en plant ze dan in een ruime pot.
Groenten die je prima binnen kunt kweken (en dus niet naar buiten hoeft te verplaatsen) zijn bijvoorbeeld pepers, verschillende soorten sla, tomaten, aubergine, paprika en citroenplantjes. Ook kun je vrijwel alle soorten kruiden binnen kweken.
Hierdoor komt het intense aroma van de kruiden vrij. Het is belangrijk dat je ze niet in te kleine potjes zet. Ze zullen dan snel te weinig water binnenkrijgen. Hou er rekening mee dat sommige plantjes van nature niet zo lang leven: basilicum en koriander groeien maar één jaar en gaan na die periode sowieso dood.
Plaats je vierkantemeterbak op een zonnige plek
Zorg dus altijd dat je plantjes genoeg zonlicht krijgen. Een zonnige plek naast de keukendeur is ideaal, zo heb je je verse groenten en heerlijke kruiden altijd bij de hand. Plant hoge groenten of vrolijke klimmers aan de noordkant van je bak.
Munt: knip je tot net boven de grond af. De plant vormt wortelscheuten die altijd opnieuw uit de grond ontstaan. Tijm: knip je niet helemaal kaal. Haal hier en daar wat scheuten weg, zo vormt de plant snel nieuwe scheuten.
Salie, tijm, rozemarijn, hysop, bonenkruid, currykruid, citroenverbena, laurier, oregano houden van veel warmte en weinig water – geen wonder dat ze het in ons koel klimaat vaak wegkwijnen.
Basilicum houdt van zonlicht, dus plaats de pot op de vensterbank of een andere plek waar hij veel licht krijgt. Maar hij droogt uit wanneer hij in de volle zon staat. De smaak en geur van de plant gedijt het beste als de plant een paar uur per dag (min.