Servicekosten zijn kosten die bovenop de kale huur van een woning komen. Denk dan bijvoorbeeld aan gas, water en elektra. Ook schoonmaak, tuinonderhoud, stoffering, gebruik van meubilair en kosten van de huismeester vallen hieronder. Dit zijn kosten die je mag doorbelasten aan je huurder.
Servicekosten zijn kosten voor bijvoorbeeld schoonmaak, tuinonderhoud of een huismeester. Ook kan in de servicekosten een bedrag zitten voor zaken als gordijnen, vloerbedekking of meubels. U betaalt deze kosten bovenop de kale huurprijs. Voor welke zaken u servicekosten betaalt, dat staat meestal in uw huurcontract.
De regelgeving bepaalt wat er kan worden doorgerekend aan de huurder, zelfs al staat er iets anders in het contract. Energieverbruik en kleine herstellingen kunnen bijvoorbeeld worden doorgerekend aan de huurder. Kosten van de syndicus kunnen voor 34% worden doorgerekend en kosten voor een conciërge voor maximum 75%.
Als huurder van een zelfstandige wooneenheid ben je gebruiker van de woning. Dit betekent dat je bepaalde belastingen, zoals afvalstoffenheffing en rioolheffing, zelf betaalt. Andere belastingen, zoals de OZB, betaalt de verhuurder. Sinds 2006 mag een verhuurder deze kosten ook niet meer doorberekenen aan een huurder.
Een verhuurder moet de TTB aanvragen en deze vervolgens via de servicekosten doorberekenen aan de huurder(s). Zowel de verhuurder als de huurder kunnen een zaak bij de Huurcommissie starten als ze het niet eens worden over de (verrekening van de) TTB.
Welke kosten horen NIET bij een huurhuis
Het huren van een huis heeft een aantal voordelen. Zo draai je niet zelf op voor kosten aan bijvoorbeeld onderhoud van de woning. Ook bepaalde belastingen en verzekeringen zoals OZB, opstalverzekering en eigenwoningforfait zijn niet voor de huurder.
Een verhuurder mag maximaal 5% administratiekosten in rekening brengen over de servicekosten. Woontij wijkt hiervan af door helemaal geen administratiekosten in rekening te brengen.
De huurder staat in voor de kosten van het gebruik van de woning: nieuwe batterijen voor de rookmelders, reparatie van lekkende kranen, onderhoud van de centrale verwarming, tuinonderhoud … De huurder betaalt maandelijks de huurprijs die in het contract werd vastgelegd.
Als huurder heb je te maken met 4 verschillende soorten gemeentelijke belastingen. Deze belastingen zijn: de afvalstoffenheffing, waterschapsbelasting, rioolheffing (niet in elke gemeente) en zuiveringsheffing.
Alle loodgieters- en elektricienkosten die hierbij gemaakt worden, moeten worden betaald door de huurder. Het is ook de huurder die ervoor moet zorgen dat alle zekeringen en schakelaars goed blijven werken.
Als dusdanig doorgerekende kosten: wanneer een btw- belastingplichtige aan hem gefactureerde kosten in eigen naam doorrekent zonder dat deze aanrekening kadert in een andere prestatie, geldt de commissionairsfictie.
Huurders betalen afvalstoffenheffing, rioolheffing en waterschapsbelasting. Dit is voor zaken als het ophalen van huisvuil, het afvoeren van vuil water in het riool en het zuiveren van drinkwater. Met de Lokale lasten calculator kunt u per gemeente uw gemeentelijke belastingen en waterschapsbelasting uitrekenen.
Woningeigenaren moeten aan de gemeente onroerendezaakbelasting betalen volgens deze wet. Hoe hoger de WOZ-waarde van een eigen huis, hoe hoger de belasting. Huurders hoeven deze belasting niet te betalen. Maar ook voor huurders is de WOZ-waarde van belang: die telt namelijk wél mee bij de bepaling van de maximale huur.
Als huurder bent u verantwoordelijk voor het dagelijks onderhoud. Denk aan een nieuwe wc-bril of een leertje in de kraan. Lost de verhuurder de problemen niet op? Vraag dan de Huurcommissie om uw huur te verlagen.
Een badkamer of toilet moeten minimaal 35 jaar in gebruik zijn, een keukenblok minimaal 20 jaar. Als er al besloten is, dat een woning gesloopt gaat worden, vervangen we uiteraard niet.
Hygiëne: De keuken moet voldoen aan de hygiënenormen. Dit houdt in dat de keuken schoon en vrij van schimmel of ongedierte moet zijn. Functionele gebreken: Als er sprake is van functionele gebreken, zoals een kapotte koelkast of oven, dan is de verhuurder verplicht deze te repareren of te vervangen.
Dit is de kale huurprijs, een bedrag voor stoffering en/of meubilering en bij appartementen ook een bedrag voor de servicekosten. Deze kosten zitten in vrijwel alle situaties bij de gestoffeerde en ook de gemeubileerde huurwoningen in de huurprijs.
Hierdoor is er een concrete regeling. De kosten voor huurder en verhuurder worden als volgt opgesplitst: Verhuurder: betaalt voor grote herstellingen veroorzaakt door overmacht of slijtage.Huurder: betaalt onderhoud en kleine herstellingen.
Hoe hoog mogen servicekosten zijn? Kale huur is onderhevig aan maximale verhogingen die bij wet geregeld zijn. Voor servicekosten bestaat er (nog) geen wettelijk maximum, waardoor je als verhuurder alle gemaakte kosten mag doorberekenen aan je huurder.
Verhuurders mogen alleen kosten waar een concrete prestatie van de verhuurder tegenover staat, als administratiekosten in rekening te brengen. Een bedrag van circa € 13,50 voor een naamplaatje is dus redelijk, maar andere kosten of diensten worden al gauw beschouwd te behoren tot de normale woningexploitatie.
De huurprijs: De huurder betaalt maandelijks de huurprijs die in het contract werd vastgelegd. Maandelijkse kosten voor gedeelde ruimtes: In een appartementsgebouw betaalt de huurder mee voor het licht, de verwarming en het onderhoud van de traphal, de gedeelde inkom, de bergruimte …
Volgens het NIBUD is het slim om zo'n 10 procent van je netto maandinkomen te sparen. Dat is de manier om een buffer op te bouwen. Volgens het Centraal Planbureau (CPB) ligt het modaal inkomen in 2024 op 44.000 euro bruto per jaar, of ongeveer 2900 euro netto per maand.
Uw verhuurder mag alleen verhuurkosten rekenen als de nieuwe huurder er iets concreets voor terug krijgt. Bijvoorbeeld een naamplaatje. Er moet dus sprake zijn van een tegenprestatie. Het opstellen van een huurcontract valt daar niet onder.