De meest voorkomende schrikkleuren zijn rood, geel en blauw. Sommige kikkers hebben felgekleurde dijen die pas te zien zijn als ze wegspringen.
Schutkleur en vorm
Dieren kunnen dezelfde kleur hebben als de plek waar ze vaak zitten. Dit noemen we een schutkleur. Rupsen hebben bijvoorbeeld precies dezelfde kleur als de blaadjes waarop ze zitten.
Vogels, reptielen, amfibieën en vissen zien mogelijk kleuren waar wij ons geen voorstelling bij kunnen maken. Dat zeggen onderzoekers die experimenten hebben gedaan met wilde kolibries waaruit blijkt dat zij vijf zogeheten 'niet-spectrale kleuren' kunnen zien.
Dieren zijn meesters in het gebruik van camouflage. Ze zorgen ervoor dat hun uiterlijk niet opvalt in hun omgeving. Ze passen zelfs hun bewegingen zo aan, dat ze niet te zien zijn. Een bekende vorm van camouflage is het gebruik van een schutkleur.
Het zichtbare kleurenspectrum is ook anders bij de bij, zo kan de bij geen rood zien maar kan ze wel ultraviolet licht zien (net zoals sommige vogels). Bovendien kan ze gepolariseerd licht waarnemen, dit heeft geen belang bij haar beeldvorming maar wel bij haar navigatie.
Roodgroen en geelblauw – dat zijn de zogeheten 'verboden kleuren'. Iets roodgroens heeft zowel een rode als een groene tint. Dat lijkt onmogelijk, maar dat is het niet. Het botst alleen in onze hersenen.
Want zodra muggen de geur van een potentieel slachtoffer oppikken, blijken ze naar specifieke kleuren te vliegen, zoals rood, oranje, zwart en cyaan (terwijl ze ondertussen kleuren als blauw, wit, groen en paars compleet negeren).
Kameleon
Het is natuurlijk niet verwonderlijk dat dit dier op dit lijstje te vinden is. De kameleon heeft een reputatie als de beste imitator van het dierenrijk. Er zijn meer dan 200 verschillende soorten van dit dier te vinden, en ze kunnen allemaal de kleur van hun huid aanpassen aan hun omgeving.
In principe zijn alle schutkleuren camouflagekleuren. Oftewel, alle kleuren die je helpen om niet op te vallen in je omgeving. In bosrijke omgevingen zijn dit kleuren als mosgroen, bruin en zwart.
Een dier heeft vaak een eigen territorium dat hij afbakent. Dat doen ze bijvoorbeeld met geurtekens (urine, ontlasting of vocht uit speciale klieren) of met krabtekens op bomen. Territoriumgedrag is erop gericht om het gebied tegen binnendringende soortgenoten te verdedigen.
Daag een vreemde hond nooit uit
Kijk een vreemde hond nooit recht in de ogen, want daarmee daag je hem uit. Het niet recht aankijken, is een effectieve non-verbale vorm van communicatie om een toch al gestreste, angstige of agressieve hond niet verder over de rooie te jagen.
Ónze ogen zijn gevoelig voor rood, groen en blauw. Maar met rood, groen en blauw kun je geen UV mengen. De meeste vogels hebben vier soorten kegeltjes: rood, groen, blauw én UV! Zij kunnen dus meer kleuren zien dan wij!
een vorm van camouflage: de kleur (of vorm) valt weg tegen de achtergrond of het landschap. Vorm van adaptatie om het organisme te beschermen tegen predatie of vraat. Bijvoorbeeld: wandelende tak.
Een hoop diersoorten gebruiken camouflage om ervoor zorgen dat zij niet gezien worden. Dit gebeurt meestal met behulp van schutkleuren. Naast het hebben van schutkleuren zijn er nog andere manieren waarmee dieren zich kunnen camoufleren. Prooidieren kunnen hiermee voorkomen dat zij opgegeten worden.
De schutkleur beschermt de vlinder tegen roofdieren. Zijn oogvlekken schrikken bovendien vijanden af.
Hoe en wat ziet een vis? Camouflage voor je omgeving en om met rust gelaten te worden is voor mij zeker waar. Net als het dragen van kleding die vies mag worden. Camouflage zodat de vis mij niet ziet is denk ik wel belangrijk als je veel dicht op het water zit en jezelf daarbij veel verplaatst.
Camouflage werkt in twee richtingen. Prooien maken zichzelf onzichtbaar voor roofdieren om niet als lekkere hap te eindigen. Maar ook predatoren doen aan camouflage om ervoor te zorgen dat ze ongemerkt kunnen toeslaan. Hoe ze dat doen, is voor elk dier anders.
Bonte kleuren zijn mogelijk ontwikkeld omdat felle, opvallende kleuren de dieren helpen hun soortgenoten te herkennen wanneer er veel andere soorten in de buurt zijn. De spectaculaire kleuren worden echter ook wel voor andere communicatiedoeleinden gebruikt.
Als dieren zo op elkaar lijken, elkaar nadoen of nabootsen, noemen we dat mimicry. Mimicry komt veel in de natuur voor, maar veruit het meeste bij insecten. Er zijn bijvoorbeeld vlinders met grote bangmakende-staar-ogen op de vleugels, zweefvliegen met wespenstrepen, rupsen die net op slangen lijken...
Herkauwers doen dit bijvoorbeeld wel. Ze hebben van nature een lang darmstelsel - denk maar aan de koe met vier magen - dat gras en planten afbreekt. In het dierenrijk word je dus als vegetariër geboren, of niet.
Door rook van een kaars, fakkel of wierook blijven insecten juist op een afstand. Witte kleding stoot insecten af.
Effect blauw licht
Van die stoffen is bekend dat ze een negatief effect hebben op insecten”, zegt ze. Dit effect van blauw licht was al bekend uit de literatuur en vanuit haar vorige werk aan Universiteit Leiden.
Muggen houden niet van de geur van lavendel, citroengras, rozemarijn, munt en kattenkruid. Het voordeel van lavendel is dat het niet alleen helpt bij het verjagen van muggen, maar het er ook voor zorgt dat je beter slaapt!
Paars is de moeilijkste kleur voor het oog om te onderscheiden en de moeilijkste kleurstof om in de natuur te vinden. In het oude Rome werden de schelpen van 12.000 zeeslakken vermalen om slechts 1,5 g pure paarse kleurstof te maken. Omdat paars weinig voorkomt geeft het een gevoel van luxe en rijkdom.