De kleur van de rook uit de schoorsteen zegt iets over het stookgedrag. Witte rook is als regel een teken van goede verbranding. Donkergrijze rook geeft het signaal af, dat de verbranding steeds onvollediger is. Zwarte en dikke vette rook wijst op een hoog roetgehalte.
Als de kachel te hard brandt, of teveel warmte afgeeft, kunt u de zuurstoftoevoer verminderen door de secundaire luchtstroom lager te zetten. Of - indien aanwezig- u kunt de smoorklep gebruiken. Beter is echter steeds zoveel hout toe te voegen dat de kachel niet te heet wordt.
Zorg altijd voor de juiste luchttoevoer. Als u begint met stoken zet u de luchttoevoer schuif volledig open. Als de blokken goed vlam hebben gevat mag de luchttoevoer schuif op ongeveer 75% open staan. Smoor het vuur niet en zet de luchttoevoer schuif pas dicht als het vuur volledig is gedoofd.
Het stoken van nat hout zorgt voor onvolledige verbranding. Bovendien geeft nat hout veel minder warmte af en leidt het stoken van nat hout eerder tot roetaanslag en schoorsteenbranden. Stook geen hout dat geverfd, gebeitst of geïmpregneerd is. Het verbranden van afval is in Nederland wettelijk verboden.
Droog hout geeft een hol geluid al u twee stukken tegen elkaar aanslaat. De barst van droog hout is gemakkelijk te pellen. Nat hout is vaak nog groen van kleur. Vochtgehalte droog hout is 20% of minder.
Gekliefd hout in standaardmaat droogt tot ongeveer 28% in één jaar en tot onder de 20% bij twee jaar drogen. Er bestaan in de handel goedkope en eenvoudige toestelletjes om dit vochtgehalte te meten. Zo weet je exact wanneer het hout zijn gewenste droogtegraad heeft bereikt.
Er gelden geen landelijke regels vanuit het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal). Sinds 1 januari 2022 gelden voor nieuwe kachels Europese emissie-eisen (Ecodesign). In de Wet milieubeheer (artikel 10.2) staat dat het verboden is om afvalstoffen te stoken.
Controleer regelmatig of u goed stookt.
Kleurloze rook wijst op een goede verbranding. Gekleurde rook (wit, grijs, zwart, blauw) duidt er op dat de verbranding slecht is. De vlam in de houtkachel moet heldergeel zijn en niet flakkeren. Een oranje, onregelmatige vlam duidt op een niet volledige verbranding.
Op eigen verantwoording is het technisch wel mogelijk de kachel de nacht door te laten branden. Voorwaarde is dat u een voldoende geïsoleerde schoorsteen heeft. U vult de kachel met voldoende hout en stookt hier goed vuur in door de zuurstofregelaar uit te trekken.
Laat het hout opbranden - laat de kachel rustig branden met de luchttoevoer volledig open. Op een gegeven moment zal er alleen nog maar as zijn. Wanneer er ook geen vlammen meer uit het as te zien zijn, is het tijd om de kachel bij te vullen.
Zorg voor voldoende ventilatie door de ventilatieroosters of een raampje open te zetten. Het vuur kan dan lucht (zuurstof) aantrekken en de rook kan via de schoorsteen naar buiten. Controleer of je goed stookt: een goed vuur heeft gele, gelijkmatige vlammen en er komt bijna geen rook uit de schoorsteen.
Kleur van rook
Dit kan komen door een slecht trekkende schoorsteen, te weinig luchttoevoer, te natte brandstof of voor het toestel ongeschikte brandstof. Witte of kleurloze rook wijst er op dat het verbrandingsproces optimaal verloopt.
De uitdrukking 'witte rook' betekent dat iets kan doorgaan doordat er een beslissing is genomen. Het vindt zijn oorsprong in het katholicisme, waar witte rook aangeeft dat er een nieuwe paus is gekozen. De verkiezing van de paus gaat met dagelijks twee stemrondes. De stembriefjes worden na elke ronde verbrand.
Hout van fruitbomen geeft het mooiste vuur met de minste rook. Eik en beuk branden lang, geven mooie vlammen, en de kooltjes gloeien lang na. Zachtere houtsoorten (populier of wilg) branden minder lang maar geven sneller warmte, en je vuur laait hoger op.
Kijk naar de kleur van de vlam
Gele, gelijkmatige vlammen zul je zien wanneer je goed stookt. Oranje vlammen geven aan dat de verbranding van het hout niet optimaal is.
Wanneer de luchttoevoer geopend wordt, krijg je een ontzettend hete, blauwe vlam. De moleculen in het aardgas reageren dan met zoveel zuurstofmoleculen als mogelijk is. Dat is een volledige verbranding. Er ontstaat koolstofdioxide (CO₂) en water, maar geen roet.
Een rode, gele of oranje vlam komt door een lage temperatuur, een blauwe of witte vlam wordt veroorzaakt door een hogere temperatuur.
De HETA SL 8 is misschien wel de schoonst stokende productie kachel ooit. De SL8 heeft een uitstoot van minder dan 3mg fijnstof en dat is 13 (!) keer lager dan de nieuwe norm die in 2020 ingevoerd wordt.
Nee, een houtkachel is niet verboden en op dit moment zijn er geen plannen om het stoken van hout te verbieden. Echter worden de eisen van houtkachels wel steeds strenger. De hoofdreden hiervoor is dat uit onderzoek blijkt dat de uitstoot van schadelijke stoffen vanuit deze kachels en haarden nog te hoog ligt.
In tegenstelling tot het stoken van gas kan een houtkachel 100% besparen, aangezien deze CO2-neutraal kunnen zijn. Op jouw energierekening is een besparing van wel 50% mogelijk. Jaarlijks begint men vaak met dezelfde missie, namelijk het besparen op de gaskosten.
Vergeet de mythe dat enkel eik en beuk geschikt zijn voor brandhout. Alle hout is brandbaar, ook dat van coniferen. Enkel, coniferen bevatten harsen die moeilijker drogen, die ook door en door droog moeten zijn om niet aan te laden in de schouw, en die dus meer geduld vergen vooraleer ze brandhout zijn.
Openhaardhout wordt zogenaamd “droog” genoemd als het vochtigheidspercentage onder de 20% is. Vanaf dit moment is het haardhout droog genoeg om direct te kunnen stoken. Als het vochtigheidspercentage meer dat 20/25% is, dient u het openhaardhout nog langer te laten drogen.
Het brandhout mag een vochtigheidspercentage hebben tot maximaal 20 procent. Vers gekapt hout heeft een vochtigheidsgehalte van ongeveer 50 procent. Na een jaar drogen daalt dit tot ongeveer 28 procent en na 2 tot 3 jaar drogen heeft het hout het geschikte vochtigheidspercentage van 20 procent of minder.