Op welke leeftijd spreek je duidelijk? Als je kind begint met praten is het logisch dat het nog niet alle klanken goed uitspreekt. Wanneer je kind 3 jaar is zou het alle klanken goed uit moeten spreken en bij 4 jaar spreekt het verstaanbaar voor buitenstaanders.De /r/ is een uitzondering, die verwerf je als laatste.
De meeste baby's tussen de 7 en 12 maanden benoemen hun ouders als “mama” of “dada”. De eerste woordjes (anders dan mama of dada) leren de meeste baby's rond 19 maanden. Tegen de tijd dat je kleintje 2 jaar is, praat hij of zij in zinnen van 2 tot 4 woorden.
Taal en spraak bij kinderen van 18 tot 24 maanden
Tegelijkertijd kan hij/zij steeds meer woordjes begrijpen en zeggen, maar nog niet alle klanken goed uitspreken. Een tweejarig kind zegt minimaal vijf tot tien woordjes. Eén enkel woord kan verschillende betekenissen hebben (één-woordzinnen).
Je kind begint de eerste woordjes te zeggen als het één tot anderhalf jaar oud is. Als je kind vier jaar wordt, kan het al (eenvoudige) zinnetjes maken. Wanneer je dagelijks veel aandacht besteedt aan praten met je kind en luisteren, dan leert het steeds beter praten.
Op de leeftijd van ongeveer twee tot drie jaar, is je kind er klaar voor om zelf liedjes te zingen en het ritme te volgen. Gedurende deze tijd gebruikt je kind zijn stem om te zingen en te neuriën. Op het moment dat je kindje geleerd heeft zich wat langer te concentreren, dan kunnen jullie nieuwe liedjes leren.
Als je kind 3 jaar wordt, gaat hij zijn zinnen steeds verder uitbreiden, tot vier- en vijf-woordzinnen. Je kleine kan op deze leeftijd al ongeveer 1.000 woorden zeggen, en hij begrijpt er 1.250. Onder die woorden zijn ook abstracte begrippen, zoals gevoelens en bijvoeglijk naamwoorden.
Woorden en zinnen leren gebruiken
Je kind leert steeds meer bij. Natuurlijk heeft ieder kind zijn eigen tempo. Maar de meeste peuters van tweeënhalf jaar gaan zinnen van drie woorden begrijpen en maken zelf woordcombinaties, zoals: 'Kijk, poes! ' Als je kind drie jaar is, dan gebruikt het 'drie- tot vier-woord-zinnen'.
Een reden waarom baby's als eerst 'papa' zeggen, is omdat het makkelijker voor ze is. In de meeste talen zijn de klanken van het woord papa makkelijker voor baby's uit te spreken dan de klanken van het woord mama. Dit is een reden waarom je een kind eerder 'papa' zult horen zeggen dan 'mama'.
Je dreumes van 1 – 1,5 jaar kan:
eenvoudige aanwijzingen begrijpen. rond 18 maanden ongeveer 19 woorden zeggen. eenvoudige woordjes ombuigen tot één woord (izdat?)
Een dreumes van achttien maanden begrijpt zo'n tweehonderd woorden en korte zinnen, denk aan 'waar is je schoen' of 'pak de bal'. Het spreekt rond de vijftig woorden. Een dreumes begint nu te brabbelen en leert de eerste woordjes. Een taalontwikkelingsstoornis is dan wat makkelijker te herkennen.
Een taalontwikkelingsstoornis is een stoornis in het leren van taal. Sommige kinderen zijn laat met praten. Ze beginnen bijvoorbeeld pas op 3-jarige leeftijd met het praten in zinnen. Er is dan sprake van een vertraagde taalontwikkeling, wat niet perse problematisch hoeft te zijn.
Jouw kind van 2 jaar praat nog niet omdat hij of zij gewoon nog niet zover is, zonder dat daar een reden voor is. Ongeveer 10 tot 15% van de tweejarigen is wat later met praten zonder dat er iets aan de hand is. Er kan sprake zijn van een taalontwikkelingsstoornis (TOS).
Dat komt gewoonweg omdat de andere woorden nog niet bekend zijn. Ook spreekt je kindje de woorden nog niet goed uit: hij laat klanken weg of vervangt ze door andere. Eerst kent je kind nog maar enkele losse woordjes, maar vanaf het moment dat hij er een stuk of vijftig kent, kan het opeens heel snel gaan.
De meeste kinderen leren lopen aan de hand tussen 8 en 15 maanden. Gemiddeld zet een kind zijn of haar eerste losse stapjes rond 14 à 15 maanden. De leeftijd waarop een kind zelfstandig begint te stappen, verschilt enorm. Het is niet abnormaal als je kind pas alleen loopt als hij of zij 18 maanden is.
Een kind van 18 maanden gebruikt gemiddeld 50 woordjes, terwijl een kind van 2 jaar gemiddeld 200 woordjes gebruikt. Vervolgens gaat het kind woorden combineren tot korte 2-woords zinnetjes (zoals "jas aan" of "papa bal"), korte zinnetjes produceren en steeds meer vragen stellen.
De echte eerste woordjes
Er zijn ook kinderen die vóór hun eerste verjaardag al met hun eerste woordjes komen. Na het allereerste woordje (vaak 'mama' of 'papa') volgen vaak snel meer woordjes, bijvoorbeeld 'bal' of 'au'. Je kleine ontdekt dat hij door middel van zijn woordjes en geluidjes dingen duidelijk kan maken.
Uit verschillende onderzoeken blijkt dat kinderen van 10 maanden gemiddeld tussen de nul en 20 woorden begrijpen, kinderen van 13 maanden gemiddeld 50 woorden, kinderen van 14 maanden gemiddeld 100 woorden en kinderen van 2 jaar en 6 maanden zelfs 615 woorden.
Met 16 maanden zeggen de meeste peuters zes of zeven woorden. Deze woordjes zullen tussen het gebrabbel door steeds beter hoorbaar worden. Hij zal ook steeds meer gebaren gaan maken om iets duidelijk te maken en naar bekende voorwerpen kijken als hij de naam hoort, als teken van herkenning.
Veel kinderen, vooral jongens, praten weinig tot de laatste helft van hun tweede levensjaar. Als je kind achttien maanden oud is, bestaat zijn woordenschat uit ongeveer vijftien woorden. Nu zijn vier à vijf woorden voldoende. Waarschijnlijk begrijpt hij al wel veel van wat je zegt.
Het is onderzocht onder 900 kinderen rond de leeftijd van 1 tot 2 jaar. En er is een duidelijk winnaar: er wordt vaker als eerste 'papa' gezegd dan 'mama'. Dat komt met name omdat de klank van de letter 'p', de 'puh' of 'pah', makkelijker te zeggen is voor een kleintje.
Een baby hoort je wel praten, maar verstaat het nog niet. Hij leert wel geleidelijk aan de betekenis van de woorden te begrijpen. Zo zal een baby bijvoorbeeld wenen als hij honger heeft omdat hij het nog niet kan zeggen in woorden (dus op een non-verbale manier) .
Bij peuters is de ontwikkelingsvoorsprong al iets duidelijker te herkennen. Zo is een hoogbegaafde peuter zeer ondernemend, motorisch erg vaardig en zelfstandig. Daarnaast hebben ze een goede ruimtelijke oriëntatie en ontwikkelen ze snel het begrip voor bijvoorbeeld kleuren, cijfers en hoeveelheden.
Een taalachterstand kan ontstaan als een kind zijn moedertaal weinig hoort of spreekt. Door meer taalaanbod, haalt het kind de achterstand vaak weer in. Bij een taalontwikkelingsstoornis is er meer aan de hand. Er is iets mis met het aangeboren vermogen om taal te leren.
Vanwege het gedrag van je peuter in deze fase wordt deze periode nogal eens de 'peuterpuberteit' genoemd. Je peuter is bezig met de ontwikkeling van zijn eigen persoonlijkheid. Hij is vaak dwars en koppig, maar kan ook ontzettend veel plezier hebben, of onzeker zijn. Hij valt van de ene emotie in de andere.