Iemand met anorexia nervosa kent net zoals iedereen het 'hongergevoel', maar onderdrukt dit gevoel op verschillende manieren. Het verlangen om mager te zijn overheerst bij iemand met anorexia nervosa. Tevens speelt er een angst om 'dik' te zijn of te worden.
Dat zijn: een negatief zelfbeeld en erg weinig zelfvertrouwen, het gevoel tekort te schieten, de angst om afgewezen te worden en een neiging tot perfectionisme. Ook kunnen mensen met een eetstoornis vaak moeilijk hun emoties uiten of hebben depressieve gevoelens.
Iemand met een eetstoornis praat hier vaak niet gemakkelijk over. Hij of zij zal het probleem verbergen en ontkennen. Niet alleen tegenover de omgeving, maar ook tegenover zichzelf. Onthoud dat iemand met een eetstoornis vaak onwaarheden vertelt over het eetgedrag.
Tegen iemand met een eetprobleem zeggen dat hij of zij "gewoon even moet eten" heeft geen enkele zin. Ook complimentjes geven wanneer iemand weer aangekomen is, kan verkeerd uitpakken.
Met anorexia raak je uiteindelijk ernstig ondervoed en dat heeft grote gevolgen voor het lichaam. Denk aan extreme uitputting, huidproblemen, botontkalking, onvruchtbaarheid, hartritmestoornissen en een lage lichaamstemperatuur. Door ondervoeding en braken kan er een tekort ontstaan aan kalium.
Zorg goed voor jezelf!
Zo geef je het voorbeeld hoe de ander ook meer keuzes voor zichzelf kan maken. Veel mensen met een eetstoornis hebben daar moeite mee. Betrek haar, waar jij dat wilt en wanneer mogelijk, bij de mooie, leuke en gezellige dingen van het leven. Er is zoveel positiefs als zij maar wil en kan zien.
Deze verschijnselen kunnen wijzen op een eetprobleem: Je wordt steeds banger om aan te komen. Je bent steeds meer met eten bezig. Je vindt jezelf dik, terwijl je een normaal gewicht hebt voor je lengte en leeftijd of zelfs te weinig weegt.
De APA-richtlijn beschrijft dat bij het starten van de behandeling of bij starten van gewichtstoename 30-40 kcal per kg lichaamsgewicht per dag (gemiddeld 1000-1600 kcal/dag) wordt gehanteerd. Vervolgens wordt dat opgehoogd tot 70-100 kcal/kg/dag.
Tussen de 5 en 10% van de patiënten overlijdt aan de gevolgen van deze ziektes (door slechte lichamelijk conditie of suïcide). Van alle psychiatrische ziekten overlijden de meeste mensen aan Anorexia Nervosa. De ziektes duren gemiddeld 6-7 jaar, met een spreiding van een half jaar tot een tiental jaren.
Anorexia nervosa
Met anorexia heb je geen goed beeld van je eigen lichaam: je vindt jezelf te dik, maar je bent heel erg mager. Je hebt wel eetlust, maar die negeer je het grootste deel van de tijd. Je lichaam luistert niet naar signalen van honger, of voelt geen honger meer.
De anorexiapatiënten bleken een grotere orbitofrontale cortex en insula te hebben. De orbitofrontale cortex heeft te maken met het krijgen van een verzadigd gevoel na het eten van een bepaald type voedsel. Vermoedelijk zorgt een grotere orbitofrontale cortex ervoor dat mensen met Anorexia sneller stoppen met eten.
De belangrijkste symptomen van anorexia
Je staat regelmatig op de weegschaal, telt calorieën en houdt nauwkeurig bij wat je eet. Je eet veel minder dan je nodig hebt en/of beweegt overdreven veel met als doel gewichtsverlies. Vaak ben je daardoor erg mager. Je hebt extreme angst om dik te worden of aan te komen.
Symptomen anorexia
Voor iemand met anorexia is eten is een bron van angst en spanning. Anorexia is daarmee een zeer ernstige en hardnekkige psychische stoornis.
Anorexia nervosa is een ernstige ziekte met heftige emotionele, sociale en lichamelijke gevolgen. Of je hier last van hebt en in welke mate, hangt af van hoe lang en hoe ernstig je ziek bent.
We speken van anorexia als iemand consequent het lichaamsgewicht op of onder de 85% houdt van het gewicht dat normaal verwacht mag worden. Bij volwassenen komt dit neer op een Body Mass Index (BMI) van maximaal 17,5. Eten en gewicht zijn een obsessie voor je.
Er worden 2 types anorexia onderscheiden: het beperkende type en het purgerende type. Bij het beperkende type anorexia ligt de nadruk op het onder controle houden van het gewicht door (te) weinig te eten en overmatig te sporten. Het purgerende type staat ook wel bekend als het gemengde type.
Cognitieve gedragstherapie wordt voor zowel de behandeling van anorexia nervosa, boulimia nervosa en de eetbuistoornis ingezet maar is voornamelijk bewezen effectief voor de behandeling van boulimia nervosa en de eetbuistoornis.
In principe kun je twee maanden in leven blijven zonder te eten. Maar daarmee is ook alles gezegd, want goed zul je je niet voelen. Zodra je niet meer eet slaan de vermoeidheid en duizeligheid al snel toe.
Er zijn geen medicijnen die je kunnen genezen van anorexia. Medicijnen zullen daarom alleen ingezet worden als ondersteuning van therapieën en andere behandelingen. Als je naast anorexia nog een andere ziekte hebt die je behandeling moeilijker maakt, dan kun je medicijnen krijgen tegen deze bijkomende ziekte.
Hulp: Geef aan dat je er voor je vriend(in), kind of partner bent en dat zij altijd met je kunnen praten. Probeer daarbij open in het gesprek te staan en laat merken dat je de eetstoornis serieus neemt. Motiveren: Probeer hulpverlening te stimuleren, door bijvoorbeeld voor te stellen naar de huisarts te gaan.