Welke letters leert je kind in kern 3? In kern 3 van Veilig leren lezen kim-versie leren de kinderen de letters d, oe, z, ij en h. De kinderen oefenen het lezen en maken van woordjes die bestaan uit van één lettergreep met die letters die ze kennen, zoals kaas, eet en nee.
Wij volgen in groep 3 de methode van Zwijsen: Veilig Leren Lezen. Deze methode bestaat uit 12 kernen en elke kern heeft zijn eigen thema. In elke kern worden een aantal letters en/of taalmoeilijkheden aangeboden. Iets verder op deze pagina leest u hier meer over.
Zo moet een kind in groep 3 eenvoudig logisch kunnen redeneren, veel informatie kunnen verwerken en opslaan in het geheugen en aandacht kunnen vasthouden. Ook moet het de Nederlandse taal voldoende beheersen om instructies te kunnen volgen en gedragsregels aan te leren.
In groep 3 leert je kind lezen, schrijven en rekenen. De manier van leren wordt anders. Waar kinderen in de kleuterklas nog vooral handelend bezig waren, gaan ze nu vaker werken in werkboekjes. Van letters maken met klei, naar letters schrijven in een schriftje.
De eerste letters die je kind leert in groep 3
De eerste letters die je kind leert zijn de letters i, k, m, s. Ook leert je kind in kern start om met die letters korte woordjes te maken en te lezen zoals: ik, kim en mis.
De kernen start tot en met 6 duren elk in ieder geval 2 weken. Dat is in totaal 14 weken. De kernen 7 tot en met 11 duren 3 weken.
Toch werkt het beter om elke dag 15 minuten te lezen, dan twee keer per week een uur. De aandachtsspanne is (zeker bij jonge kinderen) nog vrij kort. En met elke dag oefenen blijft het leesproces goed op gang.
We spreken de klanken niet uit als hoofdletters in het alfabet, maar als ah, bu of mm. Uitzonderingen zijn de c en x. Het is van belang dat de kinderen de klanken op de goede manier uitspreken.
Plezier maken, kinderen laten ervaren dat boeken, letters en leren lezen leuk is, dat kan wel. Als kinderen ervaren dat leren leuk is, doen ze het graag en oefenen ze veel. Aan spelletjes, boeken en educatieve oefensites geen gebrek.
Tot 1986 was het helder: werd je kind vóór 1 oktober zes jaar, dan ging hij door naar groep 3. Nu is er geen harde grens meer. De leerkracht moet bij alle kinderen zelf inschatten of ze klaar zijn voor groep 3.
Eind groep 3 begint jouw kind al echt te lezen. Om dit goed te ondersteunen zijn kinderboeken met leesniveau AVI E3 een prima ondersteuning.
Redenen voor een verlengd kleuterjaar zijn bijvoorbeeld: Nog niet toe zijn aan de cognitieve eisen van groep 3. Een zwakke werkhouding: het kind speelt nog erg graag. De motorische, emotionele en sociale vaardigheden van het kind zijn nog onvoldoende 'gerijpt' (Bouwman, 2016)
In kern 3 van Veilig leren lezen kim-versie leren de kinderen de letters d, oe, z, ij en h. De kinderen oefenen het lezen en maken van woordjes die bestaan uit van één lettergreep met die letters die ze kennen, zoals kaas, eet en nee.
In groep 2 wordt bovendien een begin gemaakt met het leren van letters. Op veel scholen staat er elke week een letter centraal in groep 2: de letter van de week. Bij de overgang naar groep 3 kan je kind zijn eigen naam schrijven en 'verklanken' (de naam in klanken verdelen K-oe-n) en kent hij vaak al zo'n 15 letters.
De meeste kinderen leren lezen in groep 3 van de basisschool. Eerst zijn dit korte, klankzuivere woordjes. Vanaf groep 4 neemt de gemiddelde lengte van woorden en zinnen toe en worden het taalgebruik en de verhaallijnen complexer. Daarnaast is er meer aandacht voor begrijpend lezen.
Schoolkind. Een schoolkind is een kind dat (basis)onderwijs geniet. In Nederland zit een schoolkind in groep drie tot en met acht van de basisschool.
In groep drie leert je kind eerst om letters te herkennen, en daarna om woordjes en eenvoudige zinnen te lezen. Kinderen leren lezen tussen vijf en acht jaar. Je ziet verschillende fases in het leren lezen.
Welke letters leert je kind in kern 2? In kern 2 leren de kinderen de volgende vijf letters: n, t, ee, b en oo. Sommige kinderen verwarren de b met de d (de d wordt in kern 3 geleerd).
Wat leert je kind in kern 7? Vanaf kern 7 ligt het accent op verschillende woordtypen. We oefenen nog regelmatig met woorden van één lettergreep die bestaan uit een medeklinker, een klinker en weer een medeklinker, zoals 'pauw', en woorden met alleen een medeklinker aan het begin of aan het eind, zoals 'kou' en 'eik'.
In deze kern leert je kind de woorden: bank en licht. Ook woorden met twee medeklinkers vooraan (zoals 'zwaan') en achteraan (bijvoorbeeld 'kast') komen uitgebreid aan bod. Daarnaast oefent je kind met samenstellingen en leert je kind woorden met een open klinker achteraan lezen, bijvoorbeeld: 'ga', 'zo' en 'nu'.
Aan het eind van groep 2 moet je kind in staat zijn om tot 20 te tellen. Ook moet het onder de 10 op de juiste volgorde kunnen terugtellen en kunnen lezen. Je kind leert bovendien de rangtelwoorden (eerste, tweede enz.) tot en met de 10.
De rode sommen zijn de dubbelen (bijvoorbeeld 3 + 3 en 5 + 5). De oranje sommen zijn sommen met 5 (bijvoorbeeld 5 + 1 en 1 + 5). De paarse sommen samen 10 (bijvoorbeeld 2 + 8 en 7 + 3). De lichtblauwe sommen zijn samen 5 (bijvoorbeeld 2 + 3 en 5 + 0).