Je plaatst een dampscherm altijd aan de warme kant van de ruimte. Wanneer je het dak isoleert, breng je het dampscherm dus als laatste aan. Isoleer je de zoldervloer, dan plaats je het dampscherm als eerste (zodat het in contact staat met de warmere kamer eronder).
Toepassen dampopen folie
Een dampopen folie pas je toe aan de buitenzijde van de bouwschil. Hij is dampopen, maar volledig regendicht. Het doel van deze folie is om de isolatiematerialen of de constructie delen te beschermen tegen de infiltratie van vocht.
Hoe moet je een dampscherm aanbrengen? Een dampscherm moet je altijd plaatsen aan de binnenzijde van je hellend dak. Dus tussen je isolatie en Gyproc® platen en bevestig je op het Metal Stud® of Plagyp®-systeem. De folie is meestal een polyamide folie en moet volledig lucht- en dampdicht zijn.
De locatie van het dampscherm bij een plat dak is afhankelijk van het type dak. Er zijn twee soorten platte daken: warm dak en een koud dak. Bij een warm dak worden de isolatie en het dampscherm aan de buitenkant geplaatst, bij een koud dak is dat aan de binnenkant van het gebouw.
Een dampscherm is een dampremmende folie die perfect waterdicht is (niet te verwarren met een dampopen folie!), zodat het vocht dat in de vorm van condens in de lucht aanwezig is, niet door het scherm kan dringen.
Waar het dampscherm plaatsen? Je plaatst een dampscherm altijd aan de warme kant van de ruimte. Wanneer je het dak isoleert, breng je het dampscherm dus als laatste aan. Isoleer je de zoldervloer, dan plaats je het dampscherm als eerste (zodat het in contact staat met de warmere kamer eronder).
Met een vochtregulerend dampscherm vermijd je luchtlekken in de gebouwschil. En dat is belangrijk voor een goede isolatie én ventilatie. Door luchtdicht te bouwen, verkrijg je bovendien een energiezuinige woning die voldoet aan de EPB-eisen.
Isoleren van een plat dak
Wordt gewerkt met isolatiemateriaal dat niet voorzien is van een gecoate aluminiumlaag dan moet gebruik gemaakt worden van een waterdampdichte plastic folie, zoals PE folie of beter Miofol 125 AV (rechtstreeks op het dakbeschot).
Wanneer de waterdamp kan doordringen in de isolatie zal er condensatie komen in de isolatie. Na verloop van tijd kan dit schade veroorzaken zoals verrotting, vlekken en een slechtere isolatiewaarde. Om dergelijke problemen te vermijden is de plaatsing van een dampscherm dan ook cruciaal.
Wanneer je geen dampscherm zou toepassen bij bijvoorbeeld het isoleren van het dak, dan gaat condensvocht zich in de loop der tijd ophopen tussen het isolatiemateriaal en het dak. Dat is zeer ongewenst want hierdoor kunnen niet alleen allerlei schimmels ontstaan maar wordt ook de dakconstructie aangetast.
Het onderdak (4) zit onder de dakbedekking en boven de isolatie. Het onderdak beschermt je isolatie tegen insijpelend water. Het is regendicht, maar wel dampopen. Anders kan het vocht niet naar buiten verdampen.
Kortom: de belangrijkste reden om damp-open isolatiefolie te gebruiken bij het isoleren van uw woning, is om de onderliggende isolatie te drogen en te beschermen tegen vocht van buitenaf. Hierdoor blijft het materiaal in goede staat en behoudt het zijn isolatiewaarde.
Om te beginnen moet u altijd dampremmende folie aanbrengen aan de binnenkant (oftewel de 'warme zijde') van de constructie. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld damp-open folie, dat altijd aan de buitenkant (de 'koude zijde') moet worden aangebracht.
Dampdoorlatende folie wordt aangebracht aan de koude kant (de buitenzijde) van een constructie, op zowel daken als gevels. De folie wordt tussen de (dak)bedekking en het isolatiemateriaal geplaatst.
Damp-open folie brengt u altijd aan de koude kant aan en dampremmende folie aan de warme kant. Laat de folie overlappen bij de naden om te voorkomen dat er alsnog vocht in de constructie trekt via de kieren. Om zeker te zijn van uw zaak doet u er ook verstandig aan de naden af te plakken met een goede tape.
Bij het dubbel isoleren van een plat dak is deze methode echter allesbehalve aangeraden. De dakconstructie zit namelijk niet mee in de isolatieschil en staat dus bloot aan grote temperatuurschommelingen. Dat kan schade veroorzaken door het krimpen en uitzetten.
De isolatie van het plat dak wordt langs de binnenzijde van de dakconstructie aangebracht, onder het dakbeschot. In geval van een houten roostering wordt het isolatiemateriaal tussen de balken aangebracht. De draagconstructie met de waterwerende laag (beton, hout, PVC, EPDM, roofing,..)
Dampremmende folie en PIR
Afhankelijk van de plek waar u de PIR isolatieplaten gaat gebruiken is er soms een dampremmende folie nodig om het isolatiemateriaal droog te houden. Condens vanuit uw woning mag het isolatiemateriaal niet constant belasten omdat anders het vocht in de muren of het plafond kan gaan zitten.
Dakisolatie en luchtdichtheid
Het dak van de woning is goed luchtdicht te isoleren door deze te voorzien van isolatie en deze laag vervolgens af te sluiten met polyethyleen folie of een andere klimaatfolie. Let er dan wel op dat de foliebanen elkaar voldoende overlappen (zo'n 10 cm) en dat de naden goed zijn afgeplakt.
Om bijvoorbeeld houtrot in het dak te voorkomen is het van belang dat het vocht kan verdampen. Wanneer de buitenzijde van het dak dampremmende laag heeft is het van belang dat de binnenzijde van het dak is voorzien van klimaatfolie.
Met nietjes of spijkertjes kun je glaswol vastzetten. Let wel op dat het materiaal niet nat wordt. Hoewel glaswol waterafstotend is, neemt de isolatiewaarde af als het nat is.
Een spantendak kun je op verschillende manieren isoleren: met samendrukbare dekens of matten van minerale wol of een ander soort isolatiemateriaal, zoals cellulose of houtwol. Deze materialen zijn eenvoudig op maat te snijden en je kunt ze gemakkelijk tussen de spanten van het dak klemmen.