De aarde draait in vrijwel 24 uur om haar eigen as. Dat doet ze tegen de wijzers van de klok in. Kijk je vanuit een ruimteschip boven op de noordpool naar de aarde (zie tekening hieronder) dan draait de aarde dus linksom of te wel van west naar oost.
Zo draait de aarde tegen de klok in om haar as en tegen de klok in om de zon. Tot nog toe wisten astronomen niet waarom deze voorkeur bestaat. Volgens UvA-astronoom Rico Visser spelen kiezelstenen een cruciale rol.
De Aarde draait in een licht excentrische baan rond de Zon. Eén rondgang (een siderisch jaar) duurt ongeveer 365,25636 dagen. Daardoor lijkt de Zon vanaf de Aarde gezien ten opzichte van de sterren met ongeveer 1° per dag naar het oosten te bewegen.
De aarde draait om zijn as. Om één keer helemaal rond te draaien heeft de aarde 23 uur, 56 minuten en 4 seconden nodig.
Door de draaiing van de aarde om de zon staat de zon twee keer per jaar loodrecht boven de evenaar. Dat is het moment van een seizoenswissel. Wanneer de zon verder naar het zuiden beweegt wordt het in Nederland herfst, wanneer de zon verder naar het noorden beweegt wordt het juist lente.
Een dag heeft 24 uur. Dat is niet zomaar door iemand bedacht, maar gebaseerd op de rotatiesnelheid van de aarde. Onze planeet doet er namelijk grofweg 24 uur (oftewel 86.400 seconden) over om een rondje om de eigen as te draaien.
Op 23 september begint de astronomische herfst. Rond 23 september staat de zon precies boven de evenaar waardoor dag en nacht overal op aarde even lang duren. Daarom begint de herfst meestal op 22 of 23 september. Officieel loopt de herfst van 21 september tot en met 20 december.
Als de ene helft verlicht wordt, ligt de andere helft in de schaduw. Maar de grens tussen waar het dag is en waar nacht verschuift de hele tijd.En dat komt omdat de aarde draait. Op iedere plek is het daardoor een periode dag - en een periode nacht.
Bij ons op het noordelijk halfrond komt de zon op in het oosten, ze bereikt haar hoogste punt in het zuiden en gaat onder in het westen. In het zuidelijk halfrond komt de zon (en de maan, de planeten en de sterren) op in het oosten. Het hoogste punt wordt echter bereikt in het noorden.
Op school heb ik geleerd dat de omlooptijd van de Maan om de Aarde 27 dagen, 7 uur en 43 minuten bedraagt, en dat dat ook dat de tijd is die de Maan nodig heeft om een maal om zijn eigen as te draaien. Dit is de reden waarom wij vanaf de Aarde altijd dezelfde kant van de Maan zien.
Verder draait de Aarde heel snel om haar as, net als een tol die een beetje schuin staat. De mensen rond de evenaar verplaatsen zich van west naar oost met een snelheid van 1.670 km per uur. (Bij de polen is die snelheid lager.)
De aardbaan is de baan waarlangs de aarde zich voortbeweegt rond de zon. Alle hemellichamen in het zonnestelsel, inclusief planeten zoals de aarde, draaien rond het massamiddelpunt van het zonnestelsel. De zon maakt 99,76% van deze massa uit, en daarom bevindt het massamiddelpunt zich heel dicht bij de zon.
De planeten blijven in een mooie baan om de zon heen omdat ze vastgehouden worden door de aantrekkingskracht van de zon. Doordat de aarde om de zon heen draait en vastgehouden wordt door de aantrekkingskracht valt de aarde niet naar beneden.
De aarde draait in ongeveer 365 dagen om de zon heen. Dit noemen wij een jaar. Omdat de aarde er eigenlijk iets meer dan 365 dagen over doet, hebben wij één keer in de vier jaar een schrikkeljaar.
De aarde draait in ongeveer 24 uur om de eigen as. En onze planeet is daarin natuurlijk niet alleen. Ook bijvoorbeeld Mercurius tolt om de eigen as heen. Maar het kleine planeetje doet daar een stuk langer over: zo'n 59 aardse dagen.
Rond midwinter komt de Zon niet links van je op en gaat ze niet rechts van je onder, maar ze beweegt van linksvoor naar rechtsvoor, een veel kortere boog: iets meer dan 90°, in plaats van 180°. De Zon bevindt zich dan ook slechts circa 8 uur per dag boven de horizon, in plaats van 12.
Op de zon kan je ook steeds afgaan, ook al heb je geen kompas. Rond de middag staat de zon ongeveer in het zuiden, dit is op haar hoogste punt. Zo weet je dus dat aan de andere kant het noorden ligt. 's Ochtends staat de zon in het oosten en s' avonds in het westen.
De aarde draait met een gekantelde as ten opzichte van de zon, en in de zomermaanden is de Noordpool naar de zon gericht. Daarom gaat de zon voor enkele weken niet onder boven de poolcirkel. In Noorwegen is Spitsbergen de plek waar de middernachtzon het langst te zien is.
Om 18.25u staat de zon precies in het westen en vanaf dat moment valt er dus weer zonlicht op een noordgevel.
De ligging van de gebieden verklaart waarom het niet donker wordt. Hoe dichter bij de Noordpool, hoe langer het in de zomer licht blijft. Echt 24 uur licht blijft het alleen vlak bij en ten noorden van de poolcirkel. Hoe verder je van de poolcirkel af bent, des te langer de nacht is.
Zijn de nachten op de evenaar gedurende alle jaargetijden even lang? Ja, op een plaats op de evenaar duurt een nacht altijd 12 uur (en de dag dus ook).
Een dag op basis van de klok duurt precies 24 uur.
In oktober volgt wel een forse temperatuurdaling naar 13 graden aan het einde van de maand. Vooral aan het begin van de maand kan het nog wel een enkele keer 20 graden worden. Maar het is ook de maand waarin de eerste vorst zich meestal aandient. In november daalt de middagtemperatuur verder naar een graad of 8.
Het werelddeel Australië ligt aan de andere kant van de aardbol. De periodes zomer en winter zijn daar precies omgedraaid met de seizoenen die wij in Nederland kennen. In de maanden december tot en met maart is het in Australië zomer terwijl het bij ons dan winter is.
De wisselende jaargetijden zoals we die in Europa kennen, zijn niet overal ter wereld hetzelfde. Ten noorden van de poolcirkel is de zon gedurende een deel van de zomer 24 uur per dag op, terwijl hij zich een deel van de winter niet laat zien. Zo is het ook ten zuiden van de zuidelijke poolcirkel.