Veelgestelde vragen. Kan het gebruik van sociale media leiden tot een negatief zelfbeeld? Ja, onderzoek heeft aangetoond dat het gebruik van sociale media kan bijdragen aan een negatief zelfbeeld, vooral als gebruikers zichzelf voortdurend vergelijken met anderen (Fardouly et al., 2015).
Het gebruik van social media kan een negatieve invloed hebben op het dagelijks leven. Met name jongeren ervaren een achteruitgang in concentratie en uitgerustheid. Vaak zijn zij bang om dingen te missen. Social media kunnen zowel sociaal als asociaal zijn.
Een zelfbeeld ontstaat in de loop van je leven door de ervaringen die je meemaakt, de omgeving waarin je opgroeit en de mensen waar je mee opgroeit. Als deze ervaringen negatief zijn geweest, omdat je bijvoorbeeld bent gepest of vaak bent buitengesloten, ontwikkel je hiermee vaak een negatief of laag zelfbeeld.
Zelfbeeld weerspiegeld in Instagram
Hebben ze bijvoorbeeld een positief zelfbeeld, dan is de kans groter dat ze zich positief bevestigd zien in deze Instagrambeelden en zichzelf online op dezelfde manier presenteren. Op deze manier bouwen ze aan hun zelfvertrouwen.
Steeds meer onderzoek laat zien dat social media gebruik behoorlijk negatieve effecten kan hebben op de mentale gezondheid, vooral bij jongvolwassenen. Wie veel op de socials zit kan bijvoorbeeld last krijgen van een laag zelfbeeld, depressie, eenzaamheid en andere verschijnselen waardoor je je ongelukkig voelt.
Social media speelt een grote rol in het leven van veel mensen. Via social media onderhoud je contacten met je vrienden en blijf je op de hoogte van wat anderen doen. Dat is leuk en gemakkelijk. Maar het gebruik van social media kan ook zorgen voor stress en psychische klachten.
Het gebruik van social media heeft ook nadelen. Een nadeel is het gebrek aan privacy. Als je iets via social media deelt, kunnen anderen het weer met anderen delen. Iedereen kan dat bericht lezen, terwijl het de meeste mensen helemaal niets aangaat.
Door een positief zelfbeeld heb je een goed gevoel over jezelf. Daardoor is het gemakkelijker om angst te overwinnen en uitdagingen aan te gaan. Een positief zelfbeeld maakt je minder afhankelijk van de goedkeuring van anderen.
Social media kan onder andere het zelfvertrouwen vergroten, sociale steun geven, maar ook lotgenoten in contact brengen met elkaar. Jongeren geven daarnaast aan het fijn te vinden om met onbekenden, in een niet-oordelende en anonieme omgeving, over hun problemen te praten.
Een gezond zelfbeeld is een realistisch beeld van wie je bent en bevindt zicht tussen twee uitersten. Namelijk aan de ene kant, iemand met een laag zelfbeeld die denkt niets te kunnen en die zichzelf alsmaar naar beneden haald.
Hoeveel zelfvertrouwen je hebt, hangt voor een belangrijk deel af van ervaringen uit je verleden. Hoe vaker je hebt gemerkt dat je iets goed kunt, hoe makkelijker het is om te geloven dat het je nog een keer lukt. Ook steun en complimenten van anderen, zoals van je ouders en vrienden hebben invloed op je vertrouwen.
Een groot voordeel van social media is dat het de mogelijkheden tot delen, communiceren en vergelijken aanzienlijk vergroot. Dat zorgt ervoor dat tieners zich nog meer kunnen bezighouden met de dingen die ze altijd al belangrijk vonden: hun geheimen, reputatie, uiterlijk en onzekerheden.
56 procent van de jonge mannen en 74 procent van de jonge vrouwen heeft minstens wekelijks negatieve gedachten over hun eigen uiterlijk. Vorig jaar was dat een stuk lager: toen had 37 procent van de mannen en 60 procent van de vrouwen er last van.
We maken onderscheid tussen twee soorten zelfbeeld: een uiterlijk zelfbeeld ('public self') en een privézelfbeeld ('private self'). Het openlijke, uiterlijke zelfbeeld is gericht op acceptatie door anderen en bestaat meestal uit een gunstige versie van zichzelf.
Als je bijvoorbeeld veel bent gepest of niet voldoende het gevoel hebt gekregen dat je goed genoeg bent, leidt dit vaak tot een negatief beeld over jezelf. Daarnaast hebben traumatische ervaringen in de kindertijd veel invloed op het vormen van een negatief zelfbeeld. Een negatief of laag zelfbeeld is niet erfelijk.
Het gaat over hoe je over jezelf denkt. Je zelfbeeld wordt door verschillende dingen gevormd. Bijvoorbeeld door ervaringen, opmerkingen van anderen en opvoeding. Er is ook een beeld van hoe andere mensen jou zien, maar dat kan anders zijn dan hoe jij jezelf ziet.
Mensen krijgen waardering in de vorm van likes en volgers en hun nieuwsgierigheid wordt steeds weer gevoed. Hierdoor komt het beloningshormoon vrij in het brein en dat zorgt voor de verslavende werking. Ook voeden social media het verlangen naar sociale bevestiging en de angst om iets te missen.
Vrijwel iedereen in de leeftijdsgroep van 12 tot 45 jaar gebruikte in 2019 sociale media (meer dan 95 procent).Vooral 65- tot 75‑jarigen gebruiken de laatste jaren vaker sociale media. In 2019 was 76 procent van de mensen in deze leeftijdscategorie actief op sociale media, tegen 40 procent in 2014.
Een zelfbeeld ontstaat door wat je hebt meegemaakt en wat anderen over je zeggen. Positieve en negatieve ervaringen vormen een zelfbeeld. Als je vroeger nooit werd uitgenodigd voor feestjes, denk je misschien dat je saai of onbelangrijk bent.