Je kan periodes van ziekte en invaliditeit gratis laten meetellen voor je pensioen (gelijkstelling).Hierdoor kan je een hoger pensioen krijgen.
ingeklapt. Als je een IVA-uitkering ontvangt, bedraagt je invaliditeitspensioen (inclusief vakantiegeld) 5% van je laatstverdiende salaris. Hierbij geldt wel dat het invaliditeitspensioen in totaal niet hoger is dan het maximumdagloon van de WIA en dat het naar rato is van het aantal uren dat je werkt.
Bepaalde periodes waarin je niet gewerkt hebt, tellen niet mee voor je pensioen. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer je zelf ontslag nam en niet terug ging werken. Sommige niet-gewerkte periodes tellen mee.
een integratietegemoetkoming; een tegemoetkoming voor hulp aan bejaarden; een tegemoetkoming voor hulp van derden; een bijkomende kinderbijslag voor kinderen die getroffen zijn door een lichamelijke of geestelijke ongeschiktheid van minstens 66%.
De invaliditeit kan tot de pensioenleeftijd doorgaan. Een loontrekkende die arbeidsongeschikt is wegens ziekte (gedurende de eerste 12 maanden) of invaliditeit (na 12 maanden) hoeft zich gelukkig geen zorgen te maken voor zijn later pensioen. Deze periodes worden volledig gelijkgesteld.
Gedurende deze drie jaar en in het bijzonder tegen het einde ervan wordt de mate van invaliditeit definitief vastgesteld. Wordt de invaliditeit bevestigd als blijvend van aard te zijn, dan ontvangt de werknemer een pensioen tot aan diens pensioengerechtigde leeftijd.
Indien de arbeidsongeschiktheid van 66% is vastgesteld voor de leeftijd van 65 jaar, heb je recht: op een jaarlijkse vermindering op de personenbelasting (belasting op het loon). Je betaalt dus effectief minder personenbelasting. Dit zowel voor jezelf als voor een kind dat 66% invaliditeit heeft.
De primaire arbeidsongeschiktheid duurt maximaal twaalf maanden. Ze begint vanaf de datum waarop de adviserend geneesheer van je ziekenfonds je arbeidsongeschiktheid goedkeurt. Wanneer je arbeidsongeschiktheid langer dan een jaar duurt, krijg je het statuut van invalide.
De uitkeringen worden beschouwd als een vervangingsinkomen, de bedrijfsvoorheffing bedraagt slechts 11,11% tijdens de primaire periode van arbeidsongeschiktheid (1ste jaar) en er is geen bedrijfsvoorheffing nadien (periode van invaliditeit).
Dan kan je terecht bij je gemeente, OCMW of ziekenfonds waar ze je begeleiden bij het invullen van de vragenlijst. Vergeet je identiteitskaart, bankrekeningnummer en de naam van je behandelend arts niet mee te brengen! Je kan ook nog steeds terecht bij de maatschappelijke werkers van de DG Personen met een handicap.
Wij willen dat iedereen die 40 jaar gewerkt heeft (gelijkgestelde periodes inbegrepen) een pensioen van minimum 1500 euro netto geniet. De periodes van ziekte, werkloosheid of tijdskrediet om voor de kinderen, ouders of familie te zorgen, worden meegenomen in de berekening van het pensioen.
Als gehuwde gepensioneerde met een voltijds ambt krijgt u als waarborg zeker een basisminimumbedrag. Sinds 01.08.2022 krijgt u een bruto maandbedrag van 864,93 EUR.
De hoogte van het bedrag hangt af van het soort pensioen dat u in de maand mei krijgt: 1 246,46 EUR bruto (vanaf 01.05.2022 aan index 159,47) als u een gezinspensioen ontvangt; 997,17 EUR bruto (vanaf 01.05.2022 aan index 159,47) als u een pensioen als alleenstaande of een overlevingspensioen krijgt.
Als u invaliditeitspensioen ontvangt en minimaal 15% arbeidsongeschikt bent, bouwt u ouderdomspensioen op. Het invaliditeitspensioen eindigt in elk geval op uw AOW-leeftijd, maar mogelijk eerder.
Het minimumbedrag is 53,78 EUR (maart 2022). Dat bedrag verlaagt echter tot 40 EUR omdat het minimumbedrag van uw uitkering uw brutodagloon van 40 EUR niet mag overschrijden. Vanaf de 1e dag van de 7e maand van uw arbeidsongeschiktheid zijn er minimumbedragen.
Alleenstaanden: 55 procent van het brutoloon, met een minimum en een maximum die variëren naargelang het jaar waarin men arbeidsongeschikt werd. Samenwonenden: 40 procent van het brutoloon, met een minimum en een maximum die variëren naargelang het jaar waarin men arbeidsongeschikt werd.
Na het eerste jaar arbeidsongeschiktheid ontvang je een "invaliditeitsuitkering". Daarop gebeurt geen voorheffing voor de belastingen. Dat betekent jammer genoeg niet dat je uitkering dan belastingvrij is. De afrekening gebeurt bij de belastingaanslag van het jaar daarop.
De arts van de DG Personen met een handicap moet je handicap erkennen. Je moet minstens 7 punten behalen op de schaal van zelfredzaamheid.
Om recht te hebben op een uitkering moet u voldoen aan drie administratieve voorwaarden. Om erkend te worden, moet u ten minste 66% van uw verdienvermogen verliezen. Als uw gezondheidstoestand verbetert, kan de bevoegde medische instantie beslissen dat u niet langer aan dit criterium voldoet.
De Geneeskundige raad voor invaliditeit (GRI) is een orgaan van onze Dienst voor uitkeringen en bestaat uit een Hoge commissie en haar Afdelingen. Haar leden zijn artsen en zij nemen beslissingen in individuele dossiers over arbeidsongeschiktheid.
Als je erkend bent als persoon met een handicap, kan je bijvoorbeeld recht hebben op: een vermindering van inkomstenbelasting; een vermindering van onroerende voorheffing; het sociaal telefoontarief; het sociaal tarief gas- en elektriciteit; ...
Wie arbeidsongeschikt is, mag in principe niet werken. Toch kan iemand die een arbeidsongeschiktheid heeft van 66% en op invaliditeit staat van de mutualiteit, mits voorafgaandelijk akkoord van de adviserend geneesheer, de toelating krijgen om geleidelijk aan het werk te hernemen.
Invaliditeit en handicap worden vaak door elkaar gebruikt, maar strikt genomen zijn het twee verschillende dingen. Invaliditeit is een vorm van arbeidsongeschiktheid: wie door een lichamelijk letsel langer dan 1 jaar arbeidsongeschikt is, wordt door de ziekteverzekering beschouwd als invalide.
Onder de term invaliditeit verstaat men: na de periode van primaire arbeidsongeschiktheid (twaalf maanden), kan je als arbeidsongeschikte erkend worden als invalide en op invaliditeit geplaatst worden. Je ontvangt dan verder een invaliditeitsuitkering als vervanging van het loon.
De invaliditeitsgraad, uitgedrukt in een percentage, wordt bepaald bij een geneeskundige beslissing, op basis van de officiële Belgische schaal tot vaststelling van de graad van invaliditeit. Deze schaal wordt gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad.