begeleiding en dagbesteding; ondersteuning om de mantelzorger tijdelijk te ontlasten; een plaats in een beschermde woonomgeving voor mensen met een psychische stoornis; opvang in geval van huiselijk geweld en mensen die dakloos zijn.
Kort gezegd komt het erop neer dat u via de Wmo een vergoeding kunt krijgen voor alle ondersteuning in en om het huis, zoals aanpassingen in de woning, huishoudelijke hulp en vervoersvoorzieningen. Ook ondersteunt de Wmo zaken als mantelzorg (hulp van familie en vrienden), vrijwilligerswerk en voorlichting.
U komt in aanmerking voor een Wmo-voorziening als u voldoet aan de volgende voorwaarden: U bent niet meer zelfredzaam en u kunt niet meer meedoen in de samenleving omdat u een aandoening of een beperking hebt. Of omdat u langdurige zorg nodig hebt. U hebt geen of onvoldoende mogelijkheden het zelf op te lossen.
Hulpmiddelen die je nodig hebt voor behandeling, verpleging, revalidatie en verzorging, worden vergoed door de basisverzekering van je zorgverzekering. Dit gaat bijvoorbeeld om een verstelbaar bed, een hoortoestel of incontinentiemateriaal. Sommige middelen vallen onder je verplichte eigen risico.
Vanaf 1 januari 2024 verandert uw eigen bijdrage (het abonnementstarief) voor hulp of ondersteuning uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). De eigen bijdrage wijzigt van € 19,- naar maximaal € 20,60 per maand.
Een rollator wordt niet vergoed vanuit de Wmo of de basiszorgverzekering, maar wel door sommige aanvullende verzekeringen. U kunt een rollator ook lenen of huren bij een thuiszorgwinkel.
Gemeenten mogen een eigen bijdrage vragen voor de Wmo-ondersteuning die zij mensen thuis bieden. Voor de meeste Wmo-hulp betaalt u een eigen bijdrage van maximaal € 21,- per maand (bedrag 2025).
Andere onderwerpen tijdens het gesprek
In het gesprek gaat het ook over de volgende dingen: hoe je de ondersteuning kunt betalen – met een persoonsgebonden budget (PGB) of Zorg in Natura (ZiN); hoe het gaat op je werk en of je wel genoeg geld hebt om te leven; of je mantelzorger goede ondersteuning krijgt.
In een onderzoek (meestal een gesprek) stelt de gemeente met u vast wat u nodig heeft. Voor sommige voorzieningen geldt een eigen bijdrage.
De gemeente mag geen inkomensgrens stellen voor hulp uit de Wmo (officieel Wmo 2015). Wel kunnen gemeenten een eigen bijdrage vragen voor voorzieningen en hulpmiddelen uit de Wmo.
Bij de berekening van de eigen bijdrage kijken we ook naar vermogen zoals spaargeld, beleggingen of een tweede woning. In 2024 werken we met de toetsbedragen van € 31.747 (alleenstaand) en € 63.494 (met partner): Het vermogen tot het toetsbedrag telt niet mee voor de eigen bijdrage.
U betaalt voor de meeste WMO hulp en ondersteuning € 19,- per maand. Deze bijdrage wordt het abonnementstarief genoemd. Het abonnementstarief geldt voor alle maatwerkvoorzieningen en voor algemene voorzieningen waarbij sprake is van een duurzame hulpverleningsrelatie.
De gemeente ondersteunt mensen met een ziekte of beperking en kwetsbare ouderen om zo lang mogelijk zelfstandig te blijven wonen en mee te kunnen doen in de samenleving. Dit is geregeld in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).
Hulpmiddelen via gemeente
Deze hulpmiddelen krijgt u van de gemeente vanuit de Wmo (officieel Wmo 2015). Voorbeelden van hulpmiddelen die u blijvend nodig kunt hebben zijn een rolstoel, traplift of een elektrische deuropener. Voor meer informatie kunt u terecht bij het Wmo-loket van uw gemeente.
Wat valt onder de vergoeding voor anti-decubitus materiaal? Vanuit de basisverzekering is er vergoeding voor anti-decubitus materiaal zoals bedden, matrassen, kussens en overtrekken. U krijgt dit materiaal in bruikleen.